Nederlands Comité voor Ondernemerschap: ‘Vertrouwen op ondernemerschap cruciaal bij transitie economie’

In de volgende kabinetsperiode moet de kracht van ondernemerschap beter worden benut. Dat stelt het Nederlands Comité voor Ondernemerschap bij de presentatie van het Jaarbericht ‘Staat van het mkb 2023 – Vertrouwen op ondernemerschap’ in Katwijk. De overheid doet er goed aan om meer gebruik te maken van de kracht van samenwerking in netwerken van ondernemers.

Bedrijvigheid is nodig voor de grote transities van verduurzaming en digitalisering. Het Comité beveelt aan dat het volgende kabinet meer ruimte geeft voor samenwerking én dat het ministerie van EZK de regierol oppakt. Bij die rol hoort zorgen voor samenhang tussen beleidsambities en samenwerking tussen ministeries, tussen overheden en met sociale partners en bedrijfsleven zelf.

Van potjes naar plannen

“We moeten van potjes naar plannen”, aldus Comité-voorzitter Van den Broek. “Voor ondernemerschap is een stabiele infrastructuur nodig van beleid en dienstverlening. We moeten niet telkens een nieuwe voorziening verzinnen en die dan tijdelijk financieren, maar streven naar structurele maatregelen die ons verdienvermogen versterken.”

Het Comité heeft het Jaarbericht Staat van het mkb 2023 overhandigd aan demissionair minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland. Daarnaast ontving de minister de ‘Actieagenda mkb-dienstverlening’, uit handen van de kwartiermaker en leden van de stuurgroep. De Actieagenda bevat maatregelen om de ondersteuning van het mkb te versterken, naar aanleiding van het Comité-advies ‘Dienstbare Dienstverlening’ uit 2022.

Werkbezoek

Tijdens een werkbezoek in Katwijk werd duidelijk wat Oomen Opslag en Verhuizers doet aan verduurzaming en digitalisering. Het bedrijf deelt kennis met andere ondernemers, onder andere door duurzaamheidscafés met de Katwijkse Ondernemersvereniging. Dit soort activiteiten past in de doelstelling van het regionale netwerk Economie071, een voorbeeld van een regionale netwerkorganisatie – van Leiden tot Katwijk – waarin ondernemers, ondernemersverenigingen, overheid en onderwijs elkaar opzoeken en nauw samenwerken. Economie071 bestaat inmiddels bijna 10 jaar.

Kracht van samenwerken in netwerken

Het Jaarbericht Staat van het mkb 2023 belicht de kracht van samenwerking in lokale en regionale netwerken. In een serie reportages van netwerkinitiatieven komen ondernemers aan het woord, voorzitters van ondernemersverenigingen, brancheverenigingen en MKB-Nederland. Ook zijn er essays van Kim Putters, voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER), en van hoogleraren die gespecialiseerd zijn in netwerken.
Overal in het land wordt samengewerkt en kennis gedeeld in netwerken. In het Jaarbericht staan verhalen over de Stadslabs in Sittard-Geleen, het netwerk voor circulair ondernemen CIRCO-NL, het Achterhoeks Centrum voor Technologie en ondernemersverenigingen in Woerden. Het is vooral voor ondernemers in het kleinere mkb, die vaak weinig tijd hebben omdat ze druk zijn met hun bedrijf, van levensbelang om relevante kennis en contacten aan te boren via lokale en regionale ondernemersverenigingen, brancheorganisaties en netwerken van overheid, ondernemers en onderwijs.

Sterk mkb

Een sterk, gezond en wendbaar mkb in Nederland is belangrijk voor de vernieuwing van de economie. SER-voorzitter Kim Putters pleit er in zijn essay voor om in deze roerige tijd niet te kiezen voor een “vecht-economie” maar voor de “typisch Nederlandse overleg-economie”, en daarbij voor de “menselijke maat”. Want, zo betoogt hij, dat is een “keuze voor een sterk mkb”. De CBS-cijfers in het Jaarbericht laten een aantal trends zien die de staat van het mkb beïnvloeden: het aantal faillissementen begint weer toe te nemen en het blijft moeilijk voor bedrijven aan personeel te komen. Het Jaarbericht laat ook zien dat bij het mkb (exclusief zzp’ers) meer bedrijven zijn gekrompen dan gegroeid tussen 2012 en 2022. De meeste bedrijven geven aan de schuldenlast niet als problematisch te ervaren, maar meer bedrijven staan voor meer uitdagingen. De (bancaire) financieringen aan het mkb zijn afgenomen. Volgens het Comité blijft het nuttig en nodig om de ontwikkelingen in het mkb nauwlettend te volgen. In 2014 verscheen het eerste Jaarbericht ‘Staat van het mkb’. Het Comité roept de minister van EZK op de data- en kennisinfrastructuur verder te versterken, zodat er beter inzicht ontstaat in de ontwikkelingen die relevant zijn voor het mkb.

Reacties op het Jaarbericht

Jacques van den Broek, voorzitter van het Comité: “Bedrijvigheid is nodig voor de grote transities van verduurzaming en digitalisering. En bedrijvigheid biedt kansen: productievere mkb-bedrijven zorgen voor meer toegevoegde waarde en meer welvaart. We mogen van ondernemers verwachten dat ze hun verantwoordelijkheid nemen. En van de overheid dat die aansluit op de kracht van ondernemerschap en samenwerking. Daarvoor is zowel ruimte als regie nodig.”

Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, stelt in het interview met hem: “We zijn een low trust society geworden. En dat is jammer. De overheid is te voorzichtig geworden en wil met wet- en regelgeving elk risico uitbannen. Uitgangspunt is niet de grote meerderheid die het goed doet, maar de paar slechteriken die het fout doen. We moeten weer terug naar high trust. En ja, ook naar high penalty, als de regels die we hebben afgesproken echt met voeten worden getreden.”

Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat: “Ik ben blij dat er stappen worden ondernomen om de dienstverlening van de overheid aan ondernemers te verbeteren. De Actieagenda, gesteund door gemeenten, provincies, KVK, RVO, ROM’s en MKB-Nederland, is een noodzakelijke stap om de uitdagingen in de vernieuwing van de economie aan te pakken. Een sterke economie vereist een sterk mkb en een overheid die nauwer aansluit bij de behoeften van ondernemers. Vertrouwen in ondernemerschap, het bieden van meer ruimte aan ondernemers en een betere afstemming op de praktijk zijn van essentieel belang. Het Jaarbericht van het Comité voor Ondernemerschap biedt daar weer inzichten in. De samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs in Economie071 heeft indruk op me gemaakt. Het Jaarbericht van het Comité bevat eveneens inspirerende voorbeelden. Er is ruimte voor aanzienlijke verbeteringen. Als Rijk en regio zetten we ons in om deze verbeteringen te realiseren via de Actieagenda mkb-dienstverlening.”

Meer informatie:
Paul van Dijk, telefoon 06 – 15 47 68 52

#StaatMKB2023
Het Comité is te volgen op X @ComitevoorO en op LinkedIn

Relatief weinig bedrijven hebben problematische schulden

Ruim 5 procent van de bedrijven beoordeelt de schuldenlast als problematisch. Voor bijna 95 procent van de bedrijven is de schuldenlast dragelijk. Het beeld van de schuldenlast van bedrijven in oktober 2023 is daarmee hetzelfde als een half jaar geleden. Dit meldt het CBS voor het Jaarbericht Staat van het mkb 2023. De gegevens over bedrijven met 5 of meer werkzame personen zijn begin oktober verzameld door het CBS in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.

Het merendeel van de bedrijven (88 procent) beoordeelt hun schuldenlast als lager of ongeveer even hoog als vorig jaar. 12 procent van de bedrijven zag de schuldenlast toenemen, maar in de meeste gevallen was dit dragelijk voor het bedrijf.

In het kleinbedrijf (bedrijven tot 50 werkzame personen) is het percentage bedrijven met problematische schulden bijna 8 procent. Dit is groter dan in het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) waar dit bijna 3 procent is.

Schuldenlast voor 54 procent van de bedrijven van gewenste omvang

Meer dan de helft (54 procent) van de bedrijven geeft aan dat de schuldenlast van een gewenste omvang is en niet zal worden verminderd. 6 procent van de bedrijven zegt de schuldenlast binnen een jaar naar een gewenste omvang te kunnen verminderen. 21 procent heeft daar maximaal 1 tot 5 jaar voor nodig en bijna 3 procent heeft meer dan 5 jaar nodig. 14 procent van de bedrijven geeft aan niet te weten op welke termijn de schuldenlast naar een gewenste omvang verminderd kan worden. Anderhalf procent van de bedrijven geeft aan dat het verminderen van de schuldenlast wenselijk is, maar niet mogelijk. Minder dan een half procent van de bedrijven geeft aan dat het bedrijf wordt beëindigd vanwege de schuldenlast.

Voor het grootbedrijf (61 procent) is de omvang van de schuldenlast vaker van een gewenste omvang die niet zal worden verminderd, dan voor het middenbedrijf (ruim 53 procent) en het kleinbedrijf (48 procent).

Deze resultaten komen uit de Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Deze wordt gehouden onder bedrijven met 5 of meer werkzame personen in het niet-financiële bedrijfsleven. Dat zijn alle bedrijven zonder de banken, de verzekeraars en de pensioenfondsen. De Conjunctuurenquête Nederland is een gezamenlijk onderzoek van het CBS, KVK, EIB, MKB-Nederland en VNO-NCW, met steun van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de samenwerking is completere informatie over het niet-financiële bedrijfsleven te verzamelen tegen minder administratieve lasten.

Bronnen

COEN Conjunctuurenquête