Jaarbericht 2021

Ondernemers in beweging. Dat is het thema van het Jaarbericht Staat van het mkb 2021. Een groot deel van het mkb van Nederland is vooralsnog veerkrachtig de coronacrisis doorgekomen. Dat is een compliment waard. Hoewel de impact van de coronacrisis sterk verschilt per bedrijf en sector, roept Het Comité voor Ondernemerschap op om weer vooruit te kijken. 

Het Comité voor Ondernemerschap pleit voor ‘gezonde groei’, omdat deze leidt tot meer toegevoegde waarde, winstgevendheid en investeringsmogelijkheden en dus tot continuïteit van het mkb-bedrijf. Er zijn langetermijninvesteringen nodig voor het mkb, met name op het gebied van verduurzaming en digitalisering. Ook moeten bedrijven zich aanpassen met investeringen in menselijk kapitaal en arbeidsbesparende technieken om personeelstekorten te bestrijden. Dit en meer komt aan de orde in het Jaarbericht Staat van het mkb 2021.

Download het Jaarbericht Staat van het mkb 2021

De presentatie van het Jaarbericht Staat van het mkb 2021 is via de livestream te volgen.

Download State of SMEs Annual Report 2021 

Interviews

Lees de interviews met mkb-ondernemers over verschillende onderwerpen:

  1. Versterken ondernemerschap
  2. Financiering en versterken eigen vermogen
  3. Arbeidsmobiliteit, leven lang ontwikkelen en menselijk kapitaal
  4. Innovatie en digitalisering

 

Bijna twee op de drie opgerichte bedrijven in 2016 bestaat in 2020 nog

In 2020 werden bijna 100 duizend bedrijven opgeheven en bijna 144 duizend bedrijven opgericht. Met een totaal van bijna 1,4 miljoen bedrijven in de Business Economy komt dit op een churnrate van ongeveer 18 procent. De churnrate geeft een beeld van de verversingsgraad van de bedrijvenpopulatie en is gelijk aan de som van het  aantal oprichtingen en aantal opheffingen gedeeld door de totale bedrijvenpopulatie. Verder bestond bijna twee op de drie bedrijven die in 2016 werden opgericht nog in 2020. Dat meldt het CBS op het Staat van het mkb.

In vergelijking met de afgelopen tien jaar telde 2020 de grootste bedrijvenpopulatie met de meeste oprichtingen en opheffingen. De verhouding oprichtingen en opheffingen tegenover de totale bedrijvenpopulatie ligt in 2020 net iets hoger dan het gemiddelde van deze verhouding in de voorgaande jaren. In 2017 lag de churnrate met ongeveer 15 procent het laagst. Er werden in dat jaar relatief weinig bedrijven opgeheven.

De churnrate was in 2020 het hoogst in de bedrijfstakken delfstoffenwinning (bijna 25 procent), handel (bijna 21 procent) en verhuur en overige zakelijke diensten (ruim 20 procent). De churnrate in de delfstoffenwinning is sterk toegenomen met bijna 8 procentpunt ten opzichte van 2011, dit heeft te maken met de relatief kleine bedrijvenpopulatie in de delfstoffenwinning waardoor de churnrate zeer gevoelig is voor veranderingen. De churnrate voor de handel is in tien jaar met 1 procentpunt nauwelijks veranderd. Het totaal aantal bedrijven, oprichtingen en opheffingen in de handel is in deze periode wel toegenomen. Vooral het aantal oprichtingen in de handel is in tien jaar sterk toegenomen met ruim 34 procent. De toename van het aantal opheffingen bleef achter; zo werden er in 2020 bijna 6 procent meer handelsbedrijven opgeheven dan in 2011. De totale bedrijvenpopulatie in de handel groeide met 16 procent. In de verhuur en overige zakelijke diensten is de churnrate gedaald met ongeveer 3 procentpunt. Deze daling wordt verklaard door de sterke groei (bijna 52 procent) van de totale bedrijvenpopulatie in de verhuur en overige zakelijke diensten. De toename van oprichtingen en opheffingen bleef in verhouding achter, waardoor er minder verversing binnen de bedrijfstak was.

De churnrate was in 2020 het laagst in de bedrijfstakken waterbedrijven en afvalbeheer (meer dan 12 procent), verhuur en handel van onroerend goed (ruim 13 procent) en industrie (bijna 14 procent). De churnrate in de waterbedrijven en afvalbeheer is in tien jaar tijd gedaald met ruim 3 procentpunt. Dit is te verklaren door de relatief sterke groei van het totaal aantal bedrijven (bijna 47 procent), het aantal oprichtingen en opheffingen steeg in verhouding lang niet zo sterk. Ook in de verhuur en handel van onroerend goed steeg het totaal aantal bedrijven in verhouding sterker dan het aantal oprichtingen en opheffingen waardoor de churnrate afnam. Het totaal aantal bedrijven, oprichtingen en opheffingen in de industrie is in tien jaar evenredig toegenomen. Hierdoor veranderde de churnrate in de industrie in 2020 ten opzichte van 2011 niet.

Ruim 61 procent van in 2016 opgerichte bedrijven bestaat in 2020 nog

Het percentage opgerichte bedrijven dat na vijf jaar nog bestond, is vanaf het begin van de meting in 2011 toegenomen. Zo was het vijf-jaar-overlevingspercentage in 2011 nog 54 procent. In 2016 was dit ruim 61 procent, het hoogste percentage ooit gemeten. Van latere jaren is de overlevingspercentage nog niet bekend.

Het vijf-jaar-overlevingspercentage in 2016 is het hoogste in de bouwnijverheid, industrie en vervoer en opslag. In de bouwnijverheid bestaat ongeveer 70 procent van de opgerichte bedrijven na vijf jaar nog. Mede door het hoge overlevingspercentage groeide het totaal aantal bouwbedrijven in de periode van 2016 tot 2020 met 30 procent.

Het vijf-jaar-overlevingspercentage is het laagst in de delfstoffenwinning, energievoorziening en handel. De delfstoffenwinning en energievoorziening zijn relatief kleine bedrijfstakken met weinig oprichtingen. Het absolute aantal bedrijven dat de vijf jaar niet haalt is daardoor laag. Bijvoorbeeld in 2016 werden slechts 50 bedrijven in de delfstoffenwinning opgericht, daarvan bestond iets minder dan de helft in 2020 nog. Ook voor de handel geldt dat één op de twee bedrijven die in 2016 werden opgericht, vijf jaar later nog bestaat. Het hoogste aantal opgerichte handelsbedrijven betrof een bedrijf in de detailhandel. Van alle handelsbedrijven lag de vijf-jaar-overlevingsfractie in de detailhandel wel het laagst met ruim 49 procent.

Bekijk de cijfers over bedrijvendynamiek MKB en overleving.

Afname faillissementen in het mkb zet door

In het derde kwartaal van 2021 zijn in totaal 294 mkb-bedrijven in de Business Economy failliet verklaard. Dat is slechts 39 procent van het aantal faillissementen voor de coronacrisis, het derde kwartaal van 2019. Toen werden er nog 751 mkb-bedrijven failliet verklaard. De failliet verklaarde bedrijven zijn nu jonger en het aantal betrokken personen (eigenaren en werknemers) is vier keer zo klein als twee jaar geleden. Dit meldt het CBS op het Staat van het mkb.

Vanaf het derde kwartaal 2020 neemt het aantal faillissementen ten opzichte van het voorgaande kwartaal af. Dit hangt mogelijk nauw samen met het noodpakket voor economie en banen, die het kabinet opzette om bedrijven tijdens de coronacrisis te ondersteunen. De sterkste daling vond plaats in het derde kwartaal van 2020, toen werden er 520 mkb-bedrijven failliet verklaard. Dat is een daling van 32 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal.

Het aantal faillissementen is in de huidige verslagperiode met 21 procent gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021. Daarmee staat het aantal faillissementen op een historisch laag niveau. Nooit eerder zijn er zo weinig faillissementen gemeten, dat is vanaf het eerste kwartaal van 2011, het begin van deze meting. Het merendeel van de faillissementen betrof een bedrijf met één werkzame persoon.

Relatief meer jonge bedrijven failliet verklaard

Hoewel het aantal failliet verklaarde bedrijven sterk is afgenomen, is het aandeel jonge bedrijven relatief gezien toegenomen. Voor de coronacrisis betrof 23 procent van de failliet verklaarde bedrijven een bedrijf jonger dan drie jaar. Twee jaar later, in het derde kwartaal van 2021, is het aandeel failliet verklaarde bedrijven met een bedrijfsleeftijd jonger dan drie jaar toegenomen tot bijna 32 procent. Deze stijging is terug te zien in de daling van de gemiddelde bedrijfsleeftijd van de failliet verklaarde bedrijven. Zo bedroeg de gemiddelde leeftijd van de failliet verklaarde bedrijven nog ruim 9 jaar in het derde kwartaal van 2019. In het derde kwartaal van 2021 is de bedrijfsleeftijd 8 jaar.

Minder personen betrokken bij faillissement

Door de afname van de faillissementen zijn er logischerwijs minder werkzame personen betrokken bij een faillissement. In de huidige verslagperiode zijn er 870 werkzame personen betrokken bij een faillissement dat zijn maar liefst 2700 werkzame personen minder dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Ook relatief gezien zijn er minder personen betrokken bij een faillissement. Zo waren in het derde kwartaal van 2019 gemiddeld bijna 5 werkzame personen betrokken bij één faillissement. Twee jaar later, zijn er bij één faillissement gemiddeld 3 personen betrokken.

Bekijk de cijfers over de uitgesproken faillissementen naar bedrijfsleeftijd, bedrijfstak, en bedrijfskenmerken.

Jaarcijfers tot 2019 over de werkgelegenheid en financiën van bedrijven

Eerder deze week zijn nieuwe jaarcijfers verschenen over de werkgelegenheid en financiën van de bedrijfstakken die behoren tot de Business Economy. Tot de Business Economy behoren de bedrijfstakken B tot en met N, exclusief K en inclusief 95, volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Jaarcijfers zijn bekend over 2011 tot en met 2019. In de tabel zijn uitkomsten te splitsen naar het totale bedrijfsleven, het groot bedrijf, het midden- en kleinbedrijf (mkb), middenbedrijf en kleinbedrijf.

Ga naar de tabel Bedrijven; arbeid, financiële gegevens, bedrijfsgrootte en bedrijfstak.

Meer oprichtingen dan opheffingen in het tweede kwartaal 2021

In het tweede kwartaal van 2021 werden ongeveer 61 duizend mkb-bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar met 14 procent toegenomen. Het aantal opheffingen is in vergelijking met een jaar eerder juist met ruim 26 procent afgenomen tot ongeveer 21 duizend in het tweede kwartaal van 2021. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

Zowel de oprichtingen als de opheffingen betroffen voornamelijk bedrijven met 1 werkzame persoon. In de bedrijfsgroottes tot 10 werkzame personen waren er meer oprichtingen dan opheffingen in het mkb. Maar in de bedrijfsgroottes van 10 en meer werkzame personen vonden er meer opheffingen (245) dan oprichtingen (160) plaats.

Grote verschillen tussen bedrijfstakken in toename aantal oprichtingen

In de specialistische zakelijke diensten werden de meest mkb-bedrijven opgericht. In het tweede kwartaal van 2021 waren dat bijna 12 duizend oprichtingen, een toename van 7 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aantal oprichtingen nam met ongeveer 56 procent het sterkst toe in de handel. Er werden in het tweede kwartaal van 2021 in totaal ruim 11 duizend mkb-bedrijven in de handel opgericht.

Daarentegen nam het aantal oprichtingen in de cultuur, sport en recreatie af met 22 procent tot ruim 2 duizend in het tweede kwartaal 2021. Ook in de horeca en overige dienstverlening werden minder mkb-bedrijven opgericht dan een jaar eerder.

In alle bedrijfstakken minder opheffingen

In alle bedrijfstakken nam het aantal opheffingen ten opzichte van het tweede kwartaal 2020 af. Deze afname was procentueel het sterkst in de financiële dienstverlening (-57 procent). In absolute aantallen was de daling het grootst in de specialistische zakelijke diensten. In deze bedrijfstak werden ook de meeste mkb-bedrijven opgeheven. In totaal 4080 in het tweede kwartaal van 2021.

De opgeheven mkb-bedrijven in de specialistische zakelijke diensten betroffen vooral holdings en managementadviesbureau en design, fotografie en vertaalbureaus. Ook in de handel vonden relatief veel opheffingen plaats (3975 in het tweede kwartaal van 2021). Drie op de vier opheffingen in de handel was een mkb-bedrijf in de detailhandel.

Bekijk hier de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

De ondernemers van 2020

In 2020 waren er 21,1 miljoen ondernemers actief in Nederland. Daarvan was meer dan de helft een man. In de periode 2015 tot en met 2020 is het totaal aantal ondernemers met 21 procent toegenomen. In dezelfde periode steeg het aantal vrouwelijke ondernemers met bijna 25 procent net iets harder, hierdoor bleef het aandeel vrouwelijke ondernemers (ongeveer 35 procent) in deze jaren gelijk. Vooral in de overige persoonlijke dienstverlening (84 procent) en welzijnszorg (80 procent) was het aandeel vrouwelijke ondernemers hoog. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb.

Helft van ondernemers is hoogopgeleid

Van de ondernemers waarvan het onderwijsniveau bekend was, had precies de helft een hbo of wo diploma op zak. Voor 38 procent van de ondernemers (waarvan onderwijsniveau bekend) betrof de hoogst genoten opleiding een mbo-2 tot mbo-4 opleiding of het havo/vwo. Het onderwijsniveau was voor 12 procent van de ondernemers in Nederland laag. Dit omvat het onderwijs op het niveau van basisonderwijs, vmbo, onderbouw havo/vwo of mbo-1.

Oudere ondernemers leiden relatief vaker grotere bedrijven

De meeste ondernemers waren in 2020 tussen de 45 en 65 jaar oud. Over het algemeen geldt dat grotere bedrijven relatief vaker worden geleid door ondernemers in deze leeftijdscategorie dan door jongere ondernemers. In bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen betrof 65 procent een ondernemer van 45 tot 65 jaar. Voor bedrijven groter dan het midden en kleinbedrijf (mkb) was dit 57 procent.

13 procent van het totaal aantal ondernemers behoorde tot de jong ondernemers, dat zijn de ondernemers tot 30 jaar. Jonge ondernemers behaalden het grootste aandeel in de branche film- en tv-productie (geluidsopname) met 33 procent. Ook in de sector post en koeriers en huishoudproductie voor eigen gebruik waren relatief veel jonge ondernemers actief, in beide sectoren 29 procent.

Een op de vier ondernemers in Nederland heeft een migratieachtergrond

Bijna een op de vier ondernemers had in 2020 een migratieachtergrond. In 2015 was dit nog net geen een op de vijf. Ook het totaal aantal ondernemers met migratieachtergrond is in de periode 2015 tot 2020 met 51 procent toegenomen. Van de ondernemers met migratieachtergrond in 2020 had iets meer dan de helft een niet-westerse achtergrond.

Ondernemers met een migratieachtergrond zijn relatief vaker vertegenwoordigd bij de kleine bedrijven. Zo had een op de vier ondernemers werkzaam bij een bedrijf met één werkzaam persoon een migratieachtergrond. Bij ondernemers werkzaam bij een bedrijf met 50 tot 250 werkzame personen had ongeveer een op de acht ondernemers een migratieachtergrond.

In de branche post en koeriers waren relatief de meeste ondernemers met een migratieachtergrond. In 2020 was dit 64 procent. Ook in de sanering en overige afvalbeheer, vervoer over land en beveiliging- en opsporingsdiensten waren relatief veel ondernemers met een migratieachtergrond. In 2020 was dit voor al deze branches iets meer dan de helft van ondernemers.

Bekijk de cijfers over ondernemerskenmerken.