Grootste aantal nieuwe bedrijven sinds 2009

In 2017 was het aantal bedrijfsoprichtingen ruim 73 duizend groter dan het aantal bedrijfsopheffingen. Dat is het hoogste aantal sinds 2009. Managementadviesbureaus vormen nog altijd de grootste groep onder de startende bedrijven, maar stoppen ook het vaakst. In de onderwijssector en de detailhandel neemt het aantal starters het meest toe. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over bedrijfsoprichtingen en –opheffingen.

Zie MKB-StatLine voor de nieuwe cijfers over oprichtingen, opheffingen en fusies van MKB-bedrijven.

In 2017 startten bijna 170 duizend nieuwe bedrijven, het grootste aantal sinds 2009. Het merendeel (94 procent) is een eenmanszaak. Ruim 95 duizend bedrijven hielden ermee op, het kleinste aantal sinds 2008. Daarmee is het verschil tussen het aantal opgerichte en opgeheven bedrijven in 2017 het grootst sinds 2009.

Opnieuw meeste starters in managementadvies
Net als in voorgaande jaren startten ondernemers in 2017 vooral een nieuw managementadviesbureau, bijna 13 duizend. Daarnaast richtten starters vaak een bedrijf op in de onderwijssector, zoals in het sportonderwijs (bijna 3,5 duizend oprichtingen) of op het terrein van studiebegeleiding (3 duizend). Vooral door de sterke stijging van het aantal nieuwe webwinkels staat ook de detailhandel hoog in de notering. Daarnaast zagen in de kunstsector veel nieuwe bedrijven het licht. In de ambulante gezondheidszorg zijn de starters met name paramedische praktijken (geen fysiotherapie en psychologie), zoals diëtisten, opticiens, podotherapeuten, praktijkondersteuners en verpleegkundigen (geen thuiszorg).

Managementadviesbureaus ook vaakst opgeheven
Ondernemers starten niet alleen het vaakst met een managementadviesbureau, ze stoppen er ook het vaakst mee. Deze sector telde in 2017 ruim 7 duizend opheffingen. In de andere sectoren met veel nieuw opgerichte bedrijven komen eveneens veel opheffingen voor, en deze kennen daarmee ook een hoge mate van dynamiek. De detailhandel (webwinkels) en financiële holdings staan op plek twee en drie wat betreft het aantal opheffingen. Het aantal startende bedrijven was in al deze sectoren in 2017 overigens wel nog hoger dan het aantal bedrijven dat ermee stopte.

Verdubbeling aantal starters in sportonderwijs en studiebegeleiding
In enkele sectoren nam het aantal nieuwe bedrijven vanaf 2007 elk jaar toe. Het aantal oprichtingen steeg het sterkst in het sportonderwijs en de studiebegeleiding: van bijna 5 duizend nieuwe bedrijven in 2007 naar ruim 10 duizend in 2017. Ook in de detailhandel bleef het aantal oprichtingen in deze periode stijgen (met name webwinkels). In 2007 startten bijna 5 duizend nieuwe bedrijven in deze sector, in 2017 meer dan 9 duizend.

De procentuele toename van starters is het grootst onder installatiebedrijven van industriële machines. In 2007 startten 30 nieuwe bedrijven in deze sector, in 2017 waren dit er met 260 bijna 9 keer zoveel. Ook het aantal nieuwe bedrijven in de drankenindustrie nam verhoudingsgewijs fors toe: van 20 in 2007 tot 160 in 2017. Dit zijn vooral bierbrouwerijen. Ook het aantal nieuwe bedrijven in de dienstverlening voor onderwijs, welzijnswerk voor ouderen en gehandicapten, en in sanering en het overige afvalbeheer, was in 2017 procentueel aanzienlijk hoger dan in 2007.

Aantal bedrijven met 5 procent gegroeid

Nederland telt 5 procent meer bedrijven dan begin vorig jaar. Er waren op 1 januari van dit jaar 1 665 795 bedrijven, een toename van 78,5 duizend op jaarbasis. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de bedrijvendemografie.

Het aantal bedrijven waar 1 persoon werkzaam is, is met 79,5 duizend toegenomen, het aantal bedrijven met meer dan 1 werkzame persoon nam per saldo met duizend af. Dat past in het patroon van de afgelopen jaren: in de afgelopen tien jaar is het aantal bedrijven met bijna 600 duizend toegenomen, bijna volledig door de groei van het aantal eenpitters.

Niet overal groei
Niet bij alle bedrijfsgroottes is sprake van groei. Zo daalde het aantal bedrijven met 2-9 werkzame personen afgelopen jaar met 3 duizend. Deze groep krimpt al sinds begin 2012: sinds dat jaar daalde het aantal bedrijven van die omvang met 20 duizend.

In het afgelopen jaar is de groei in het aantal bedrijven bijna volledig toe te schrijven aan het midden- en kleinbedrijf (tot 250 werkzame personen). Toch nam ook de hoeveelheid grotere bedrijven toe. Er zijn nu 3 120 bedrijven met meer dan 250 werknemers. Dat is het hoogste aantal sinds 2009.

Naar de nieuwe cijfers:

Aantal bedrijven naar bedrijfstak

Aantal bedrijven naar bedrijfsgrootte en rechtsvorm

Aantal faillissementen in het MKB in 2017 gedaald

In 2017 zijn er in het MKB van de ‘business economy’ 3018 bedrijven (inclusief eenmanszaken) failliet verklaard. In 2016 waren dit 3730 bedrijven.

De helft van de 3018 faillissementen zijn bedrijven met één werkzame persoon. Het aandeel van bedrijven met twee tot tien werkzame personen ligt rond de 38 procent. Het aandeel van het middenbedrijf (50-250 werkzame personen) is met 1,1 procent het laagst. Het aantal faillissementen was in alle grootteklassen lager dan in 2016.

Gemiddelde bedrijfsleeftijd bij faillissementen afgenomen

De gemiddelde leeftijd van de failliet verklaarde bedrijven ligt rond de 9,9 jaar. In 2016 was dit nog 11 jaar. Bedrijven die tien jaar of ouder zijn, hebben met ruim 33 procent het grootste aandeel in het aantal faillissementen van 2017. Ruim 28 procent van de faillissementen zijn bedrijven jonger dan drie jaar. Vergeleken met 2016 is in alle leeftijdsklassen het aantal faillissementen gedaald.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld.

Bekijk hier de nieuwe cijfers

 

Slijtersomzet in december 80 procent hoger dan in gemiddelde maand

De omzet van winkelslijters in Nederland is in decembermaanden zo’n 80 procent hoger dan de gemiddelde maandomzet in een jaar. In extra omzet profiteren de slijters daarmee in de detailhandel relatief het meest van deze feestmaand. De speelgoedbranche met in december vorig jaar een extra omzet van 70 procent komt op de tweede plaats. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Kerst en oud en nieuw zorgen door verkoop van champagne en andere dranken traditioneel voor een flink hogere decemberomzet voor de slijters. In 2016 was december goed voor 83 procent meer omzet dan de gemiddelde maandomzet in dat jaar. In december 2015 bedroeg de extra slijtersomzet ruim 77 procent. December zorgt daarmee voor ongeveer 15 procent van de jaaromzet, in de overige maanden van het jaar varieert de slijtersomzet nauwelijks en schommelt tussen de 7 en 8 procent van de jaaromzet.

MKB-klok: meerderheid indicatoren verbetert in 4e kwartaal

In het vierde kwartaal van 2017 zijn zeven van de twaalf indicatoren verder verbeterd. Een meerderheid van indicatoren bevindt zich dus nog steeds in het groene kwadrant van hoogconjunctuur. Het hoge vertrouwen onder consumenten is afgezwakt in dit laatste kwartaal. Dat geldt ook voor het vertrouwen van de MKB ondernemers. Desondanks bevindt het ondernemersvertrouwen van MKB’ers zich nog op een historisch hoog niveau.

Reëel conjunctuurbeeld MKB verbetert

De binnenlandse consumptie is in het vierde kwartaal verder toegenomen waarbij de post van duurzame goederen nog sterker groeide. Voor het MKB ondernemerschap zijn de binnenlandse markten veel belangrijker dan de exportmarkten. De MKB omzet groeide stevig door. Minder MKB ondernemingen gingen failliet en verder is het aantal openstaande MKB vacatures duidelijk toegenomen.

Laat de MKB-klok zelf lopen of filter op indicatoren

Hoge positieve stemming van consumenten en MKB producenten iets afgezwakt.

Er zijn ten opzichte van het derde kwartaal in dit kwartaal vijf indicatoren van het groene naar het oranje kwadrant doorgeschoven. De ontwikkeling van deze vijf indicatoren ligt nog steeds ruim boven hun trendniveau. Een van deze indicatoren is de indicator van de consumptie-ontwikkeling gebaseerd op conjunctuuronderzoek onder consumenten. In het vierde kwartaal nam het hoge niveau van het consumentenvertrouwen over de ontwikkeling van de economische en eigen financiële situatie iets af. Consumenten zijn iets minder positief over de toekomstige werkloosheidverwachting, maar nog steeds ziet een zeer ruime meerderheid de werkloosheid verder dalen. Daarnaast nam de meerderheid van consumenten die aangeven dat het nu een gunstige tijd is voor grote, duurzame aankopen licht toe. In de klok is de indicator van de echte duurzame aankopen stevig verder gegroeid.

Ook zijn vier stemmingsindicatoren gebaseerd op conjunctuuronderzoek onder ondernemers wat afgezwakt aan het begin van het vierde kwartaal. Zo zijn ondernemers minder tevreden over de economische gang van zaken in hun bedrijf. Dit is onder andere neergeslagen in het ondernemersvertrouwen. Het ondernemersvertrouwen bevindt zich echter nog steeds op een historisch hoog niveau. Het veranderde stemmingsconjunctuurbeeld kan samenhangen met de arbeiderskrapte. Verhoudingsgewijs ervaren steeds meer bedrijven personeelskrapte. Aanhoudende personeelskrapte remt de (potentiële) economische groei. Bij grofweg 1 op de 6 MKB bedrijven ervaart men productiebelemmeringen als gevolg van onvoldoende personeel. Dit is bijna twee keer zoveel als een jaar eerder toen dit bij 1 op de 11 bedrijven een rol speelde. De vacature-indicator blijft onverminderd positief in het groene kwadrant. Samen met het aantal openstaande vacatures, dat groeide, geeft dit een tweede bevestiging van dat de reële conjuncturele ontwikkeling nog steeds robuust is .

MKB-klok toegelicht

Het nieuwe conjunctuurinstrument voor het MKB is door het CBS in het kader van het programma De Staat van het MKB ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Begin mei werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update van de MKB-conjunctuurklok voor het eerste kwartaal van 2018 wordt verwacht begin maart.

Direct naar: MKB-conjunctuurklok

 

MKB in EU goed voor helft import en export tussen EU-landen

Kleine en middelgrote bedrijven in de EU nemen gezamenlijk de helft van de waarde van de goederenhandel tussen EU-landen voor hun rekening. Zij zorgen  voor 51 procent van de import uit andere EU-landen en 45 procent van de export naar andere EU-landen. Van het totale aantal bedrijven dat bij de goederenhandel tussen EU-landen betrokken is, wordt 98 procent tot het midden- en kleinbedrijf gerekend (bedrijven t/m 249 werkzame personen), waarvan 70 procent micro-bedrijven (tot 10 werkzame personen). Dit blijkt uit onlangs door Eurostat, het statistisch bureau van de EU, gepubliceerde cijfers.

Nederlands MKB op vijfde plek bij intra-EU export

Nederland is één van de vijf landen binnen de EU waar het midden- en kleinbedrijf meer dan twee derde van de intra-EU export voor zijn rekening neemt. In Nederland bedraagt het aandeel van het midden- en kleinbedrijf in de intra-EU export 67 procent. Koplopers zijn Cyprus en Letland waar respectievelijk 88 en 81 procent van de intra-EU export door het midden- en kleinbedrijf wordt verzorgd. Daarna volgen België (70%) en Estland (68%).    De staart van de ranglijst wordt gevormd door het midden- en kleinbedrijf in Frankrijk (21%), Duitsland (26%) en Slowakije (30%).

Lets MKB op kop bij import uit andere EU-landen

In de meeste EU-landen komt minstens de helft van de import uit andere EU-landen voor rekening van het midden- en kleinbedrijf. In Letland en Cyprus wordt zelfs meer dan 80 procent van de totale importwaarde door het midden- en kleinbedrijf verzorgd. Het midden- en kleinbedrijf in Nederland importeert bijna 68 procent van de intra-EU import en komt hiermee op de elfde plaats van de 28 EU-landen.  In Frankrijk (31%) en Duitsland (34%) geldt ook hier een bescheiden positie voor het midden- en kleinbedrijf.

Vaker omzetstijging bij grotere MKB-bedrijven

Bij grotere MKB-bedrijven stijgen omzetten over het algemeen vaker dan bij kleinere MKB-bedrijven. Dat blijkt uit de cijfers over omzetstijgers en –dalers die vandaag door het CBS op MKB-Statline zijn gepubliceerd.

Bekijk hier de nieuwe cijfers over stijgers en dalers

In de industrie steeg de omzet in het derde kwartaal bij meer dan 6 op de 10 bedrijven groter dan 10 werkzame personen. Van de bedrijven kleiner dan 10 werkzame personen zag 53 procent zijn omzet in het derde kwartaal groeien ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar.

Een zelfde patroon waarbij bedrijven met meer dan 10 werkzame personen vaker een omzetgroei realiseren dan bedrijven met minder dan 10 werkzame personen, komt in de meeste sectoren voor. Een uitzondering hierop vormt de sector vervoer en opslag. In die sector ligt de scheidslijn rond de 50 werkzame personen. In de sector informatie en communicatie is het aantal omzetstijgers in de categorie 10 tot 50 werkzame personen lager dan in andere grootteklassen.

Meer details over het aantal omzetstijgers en –dalers zijn beschikbaar op MKB-Statline. De tabel geeft weer voor welk percentage van de ondernemingen de omzet is gestegen en voor welk deel van de bedrijven de omzet is gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De cijfers zijn uit te splitsen naar sector en bedrijfsgrootte. De tabel wordt ieder kwartaal geupdated.

Vacatures MKB in één jaar met 33 procent gestegen

Aan het eind van het derde kwartaal stonden er 118 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat is meer dan de helft van alle openstaande vacatures (56 procent) in Nederland. Het aantal openstaande vacatures in het MKB is 33 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (meer dan 250 werkzame personen) stonden in het derde kwartaal van 2017 ruim 92 duizend vacatures open, bijna 31 procent meer dan een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met 32 procent toe tot 38 duizend eind september. In het kleinbedrijf (minder dan vijftig werkzame personen) stonden aan het einde van het derde kwartaal bijna 80 duizend vacatures open, waarvan 43 duizend bij de kleinste bedrijven (tot tien werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven steeg met 37 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2016.

Het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland kwam aan het einde van het derde kwartaal uit op 210 duizend, drie duizend minder dan het tweede kwartaal van 2017 (dit betreft niet seizoen-gecorrigeerde cijfers).

Vacaturegroei van 95 procent bij kleine bouwbedrijven

Ondanks de afname op totaalniveau (in het MKB -2 procent) zijn er ook bedrijfstakken die meer openstaande vacatures hebben dan in het vorige kwartaal. Deze toename is het hoogst in de bouw, 16 procent. Ten opzichte van een jaar geleden is deze toename zelfs bijna 80 procent. De sterkste groei vindt plaats bij de kleine bedrijven, met een toename van bijna 2 duizend vacatures in een jaar (95 procent).

Bezien naar samengestelde bedrijfstakken nam het aantal vacatures in de cultuur, recreatie, overige diensten met 49 procent het meest toe, gevolgd door nijverheid en energie (inclusief de bouw) met een toename van 45 procent.

Vacatures in MKB-StatLine

“Winstwaarschuwing” voor MKB ondernemers

Bij de huidige groei van het midden- en kleinbedrijf in Nederland is een “winstwaarschuwing” op zijn plaats. Dat staat in het jaarbericht 2017, de ‘Staat van het MKB’ van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Door toenemende krapte op de arbeidsmarkt en achterblijvende productiviteit dreigt de groei stil te vallen.

Download: Jaarbericht Staat van het MKB 2017

“Nederland zit in de top 5 van meest concurrerende economieën, mede dankzij onze MKB-ondernemers. Het gaat goed. Maar we zien ook dat veel kleine bedrijven achterblijven in productiviteit en zich onvoldoende vernieuwen. Er waren nog nooit zoveel mogelijkheden als nu voor bedrijven om te vernieuwen en die moeten we aangrijpen, zodat het MKB concurrerend blijft”, aldus voorzitter Harold Goddijn.

Het MKB zorgt met meer dan 1 miljoen ondernemers voor een grote bijdrage aan de Nederlandse economie en samenleving. Binnen het bedrijfsleven is het MKB goed voor 72% van de werkgelegenheid en 62% van de bijdrage aan het BBP. Als we voorbij deze ‘grote getallen kijken en inzoomen op de onderliggende cijfers, blijken veel bedrijven, vooral kleinere, het minder goed te doen. Slechts een kleine groep ondernemers weet te groeien en een nog kleinere groep weet die groei ook vast te houden.

Groeiplafond

Het afvlakken van de groei komt door dreigende krapte op de arbeidsmarkt en veel ondernemers benutten de kansen van digitaliseren nog onvoldoende.

Daarbij horen nieuwe vaardigheden en investeringen. Met name op het gebied van de juiste mensen knelt het. Op het gebied van financiering is het iets makkelijker geworden maar het ontbreekt nog vaak aan passende, vooral risicodragende, financiering.

Benutten trends

Het groeiplafond kan doorbroken worden als ondernemers, branches, financiers, overheid,  en onderwijs in actie komen. MKB-ondernemers kunnen hun organisatie- en verdienmodel veranderen. Daarnaast is het cruciaal dat alle partijen samenwerken aan een nieuw klimaat voor groei en aan randvoorwaarden die aansluiten op deze nieuwe marktdynamiek. Het Comité vraagt aandacht voor de volgende punten:

  • Betere samenwerking en aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven: zorgen dat de juiste vaardigheden worden ontwikkeld;
  • Bevorderen van een arbeidsmarkt die aansluit bij de dynamiek van modern ondernemen: aandacht voor betere mobiliteit, her- en bijscholing, ook gericht op ondernemers;
  • Verbeterde toegang en grotere diversiteit aan risicodragende financieringsvormen;
  • Stimuleren van samenwerken in netwerken en kennisuitwisseling tussen ondernemers onderling, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden.

Comité voor Ondernemerschap en Financiering

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering biedt het jaarbericht vandaag tijdens een werkbezoek bij Octatube in Delft aan aan staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. Het Comité is ingesteld door de minister van Economische Zaken. Het Comité zet zich in om het groeipotentieel van het midden- en kleinbedrijf te versterken. De leden van het Comité zetten daarvoor onder andere hun kennis, ervaring en netwerken in.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering bestaat uit:

Harold Goddijn, voorzitter
Hare Majesteit Koningin Máxima
Occo Roelofsen
Meiny Prins
Diederik Laman Trip