Aantal MKB-bedrijven met ruim 4 procent toegenomen

Nederland telde bijna 1,7 miljoen MKB-bedrijven in het tweede kwartaal 2018. Dit is een toename van ruim 4 procent vergeleken met een jaar eerder. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. De nieuwste cijfers zijn vandaag op MKB-statline gepubliceerd.

Bijna alle bedrijfsgroottes namen in aantal toe. Alleen het aantal bedrijven met 2 tot 5 werkzame personen daalde. Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon steeg met 72 duizend naar het hoogste aantal tot nu toe.

 

Groei in bijna alle bedrijfstakken
In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal MKB-bedrijven toe. Alleen in de bedrijfstak Openbaar bestuur en overheidsdiensten was er sprake van een afname. De bedrijfstak Onderwijs steeg relatief het sterkst. De toename in deze bedrijfstak kwam volledig voor rekening van bedrijven met 1 werkzame persoon.

 

Naar de nieuwe cijfers:
Aantal bedrijven naar bedrijfstak
Aantal bedrijven naar bedrijfsgrootte en rechtsvorm

Nieuwe cijfers faillissementen eerste kwartaal 2018

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal faillissementen in het MKB gepubliceerd. Deze zijn nu up-to-date tot en met het eerste kwartaal van 2018. De cijfers geven het aantal faillissementen weer. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen, leeftijdsklassen en branches binnen het MKB. Daarnaast zijn per branche cijfers beschikbaar over het aantal betrokken werkzame personen en de gemiddelde bedrijfsleeftijd bij faillissement.

Uit de tabellen blijkt dat in het eerste kwartaal 2018 er 702 mkb-bedrijven in het niet-financiële bedrijfsleven failliet zijn verklaard. Daarbij waren 3575 werkzame personen betrokken.

Bekijk de nieuwste cijfers per bedrijfstak of bekijk de nieuwste cijfers naar bedrijfskenmerken

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.

Midden- en kleinbedrijf ondervinden meer belemmeringen dan grootbedrijf

Uit de begin 2018 gehouden conjunctuurenquête blijkt dat er meer bedrijven in het  midden- en kleinbedrijf (MKB) in hun productie en dienstverlening geremd worden dan bedrijven die tot het grootbedrijf worden gerekend. Van de ondernemers in zowel het midden- als kleinbedrijf geeft namelijk 53 procent aan belemmeringen te ondervinden waar dit bij het grootbedrijf bij 44 procent van de bedrijven het geval is. Personeelstekort is momenteel het belangrijkste knelpunt bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. Dit blijkt uit nadere analyse van het CBS.

Meer bedrijven met productiebelemmeringen

Het aantal bedrijven dat belemmerd wordt bij de uitoefening van bedrijfsactiviteiten neemt toe. Aan het begin van het tweede kwartaal van 2017 ondervond bijna 33 procent van de grote bedrijven belemmeringen en bij de bedrijven in het middenbedrijf was dit toen bij 45 procent van de bedrijven het geval. Bedrijven geven aan dat een tekort aan gekwalificeerd personeel de belangrijkste beperkende factor is.

Personeelsschaarste grootst in het middenbedrijf

Het tekort aan gekwalificeerd personeel is bij zowel het klein- en middenbedrijf als het grootbedrijf aan het oplopen. Bij het middenbedrijf is dit momenteel het hoogst. Begin 2018 heeft ruim 22 procent van het middenbedrijf moeite met het vinden van gekwalificeerd personeel. Door het kleinbedrijf (16 procent) en het grootbedrijf (bijna 19 procent) wordt het personeelstekort weliswaar iets minder als knelpunt genoemd, maar is ook bij die bedrijven substantieel te noemen.

Personeelstekort het grootst bij grootbedrijf in de verhuur en overige zakelijke dienstverlening

Begin 2018 heeft vooral het middenbedrijf in veel sectoren last van personeelstekort. Het grootst zijn in dit segment de problemen in de informatie en communicatiebranche (37 procent) en in de sectoren verhuur en overige zakelijke dienstverlening (ruim 34 procent).

Bij het grootbedrijf in de verhuur en overige dienstverlening is de personeelsbottleneck het hoogst. Begin 2018 kampt ruim 43 procent van het grootbedrijf in deze branche met een personeelstekort. Voor het kleinbedrijf liggen de grootste personeelsknelpunten net als bij het middenbedrijf in de informatie en communicatiebranche (33 procent) en in de verhuur en overige zakelijke dienstverlening (27 procent).

Bekijk de cijfers op MKB StatLine

 

Economisch beeld MKB verder verbeterd: alle indicatoren in het groen

In het eerste kwartaal van 2018 is het economisch beeld voor het MKB verder verbeterd. Vergeleken met het vierde kwartaal van 2017 zijn de vijf indicatoren die zich toen in het oranje kwadrant bevonden, teruggekeerd naar het groene kwadrant.

Zo schoven in deze periode de MKB-exportindicator en de MKB-vacature-indicator op naar het groene kwadrant. De overige zeven indicatoren die al in het groene kwadrant zaten verbeterden eveneens waardoor nu alle indicatoren zich in het groene kwadrant bevinden. Indicatoren die zich in het oranje of groene kwadrant bevinden hebben een ontwikkeling boven hun trendniveau waarbij groen vergeleken met het vorige kwartaal wijst op een toename en oranje op een afname van de indicator.

Laat de MKB-klok zelf lopen of filter op indicatoren

Reële indicatoren ontwikkelen zich positief

De reële conjunctuurindicatoren in de conjunctuurklok hebben zich in het eerste kwartaal verbeterd en staan in het groene kwadrant. Het BBP laat een verbetering zien evenals de binnenlandse consumptie, de aankopen van duurzame goederen en de MKB-omzet. Verder is ook het aantal vacatures in het MKB gegroeid en het aantal MKB-faillissementen gedaald.

Stemming onder producenten en consumenten positief

Begin 2018 is de consumptie-indicator na een eerdere terugval naar het oranje kwadrant teruggekeerd in het groene kwadrant. Deze indicator is gebaseerd op conjunctuuronderzoek onder consumenten. Het MKB- ondernemersvertrouwen zit nu ook in het groene kwadrant. Sinds het begin van de meting was het saldo van positieve en negatieve ondernemers nog nooit zo hoog. Aan de basis van dit optimisme ligt de economische gang van zaken bij bedrijven. Ook de economische ontwikkeling zoals ondernemers die ervaren en het financiële vertrouwen zijn begin dit jaar positiever geworden. De MKB-exportindicator is in het eerste kwartaal verbeterd en zit nu in het groene kwadrant. De exportindicator van het MKB is gebaseerd op onder andere oordelen van ondernemers over hun buitenlandse order- en concurrentiepositie.

De MKB vacature-indicator is verder verbeterd. Er is wel een sterke stijging van het aantal MKB-bedrijven dat personeelsschaarste ervaart bij een flinke groei van het aantal vacatures. Personeelsschaarste duidt op een te beperkt aanbod van gekwalificeerd personeel om aan de vraag (vacatures) te voldoen.

MKB-klok toegelicht

Het nieuwe conjunctuurinstrument voor het MKB is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het tweede kwartaal van 2018 wordt begin juni verwacht.

Direct naar: MKB-conjunctuurklok

 

 

 

Nieuwe cijfers omzetstijgers en -dalers

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu up-to-date tot en met het vierde kwartaal van 2017. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Bekijk hier de nieuwste cijfers over stijgers en dalers.

Minder startende ondernemers van niet-Nederlandse afkomst

In 2015 zijn 550 personen met een niet-Nederlandse nationaliteit, die korter dan twee jaar in Nederland wonen, gestart met een MKB-onderneming in Nederland. Dit zijn er ruim 60 procent minder dan vijf jaar eerder. Dit meldt het CBS op De Staat van het MKB.

Van de startende ondernemers met een niet-Nederlandse nationaliteit, die korter dan twee jaar in Nederland wonen, komt één op de vijf uit een Europees land buiten de EU. Azië, het Nabije- en Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn daarna de meest voorkomende regio’s van herkomst.

Bedrijfstak
Net als in 2010, werden in de bedrijfstak handel de meeste ondernemingen gestart door personen met een niet-Nederlandse nationaliteit, die korter dan twee jaar in Nederland wonen. Zakelijke en overige dienstverlening waren daarna de meest populaire bedrijfstakken.

Bedrijfsgrootte
De bedrijfsgrootte van ondernemingen gestart door personen met een niet-Nederlandse nationaliteit bestaat in 85 procent van de gevallen uit één werkzame persoon.

Links naar MKB-StatLine:
Startende ondernemers, niet-Nederlandse nationaliteit; bedrijfstak
Startende ondernemers, niet-Nederlandse nationaliteit; bedrijfsgrootte

Vacatures MKB met 37 procent gestegen

Vorig jaar stonden er aan het eind van het vierde kwartaal bijna 124 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat is bijna 57 procent van alle openstaande vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures in het MKB is 37 procent hoger dan eind vierde kwartaal 2016. Dit meldt het CBS op De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden in het vierde kwartaal 2017 bijna 95 duizend vacatures open, bijna 30 procent meer dan een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met ruim 35 procent toe tot 40 duizend eind vorig jaar. In het kleinbedrijf (minder dan vijftig werkzame personen) stonden aan het einde van het vierde kwartaal bijna 84 duizend vacatures open, waarvan 44 duizend bij de kleinste bedrijven (tot tien werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven steeg met bijna 38 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2016.

Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland aan het einde van het vierde kwartaal uit op bijna 219 duizend, ruim acht duizend meer dan het derde kwartaal van 2017.

Grootste vacaturegroei MKB in de bouw

In de bouw was het aantal MKB-vacatures eind 2017 95 procent hoger dan eind 2016. De bouw was hiermee de bedrijfstak met de grootste vacaturegroei in het MKB in 2017. Vooral bij de microbedrijven (tot 10 werkzame personen) nam het aantal vacatures met een stijging van 147 procent fors toe. Relatief de laagste groei in het aantal MKB-vacatures deed zich voor in de cultuur, recreatie en overige diensten. Aan het eind van het vierde kwartaal waren hier ruim 25 procent meer vacatures dan eind 2016.

Bekijk de nieuwste cijfers op MKB StatLine

MKB-ondernemersvertrouwen gestegen

MKB-ondernemers zijn aan het begin van het eerste kwartaal zeer positief gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, verbeterde en kwam voor het MKB uit op 19,6.
Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven is met 18,1 iets lager dan in het gehele MKB. Ook het vertrouwen in het kleinbedrijf is met 17,6 lager.


Het MKB-ondernemersvertrouwen is met 40,0 in de bouw het hoogst.  In veel sectoren is het MKB-ondernemersvertrouwen verbeterd ten opzichte van het vierde kwartaal. De indicator staat alleen voor de sector informatie en communicatie lager (2,1 punten) dan in het afgelopen kwartaal.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Global Entrepreneurship Monitor 2017/18: Ondernemersklimaat Nederland uitstekend

Volgens de Global Entrepreneurship Monitor, het jaarlijkse rapport, waarin van meer dan 50 landen de randvoorwaarden voor ondernemerschap onderzocht worden, behoort Nederland tot de koplopers.
Nederland scoort met name goed op het gebied van fysieke, commerciële en juridische infrastructuur en ondernemerschapsstimulering vanuit overheid en onderwijs. Daarnaast is het klimaat op het vlak van financiering en belasting en van samenwerking met universiteiten in Nederland uitstekend.

Naar de Global Entrepreneurship Monitor 2017/18

De Global Entrepreneurship Monitor is het grootste internationaal vergelijkende onderzoek naar ondernemerschap onder de beroepsbevolking. Alle fasen van de ondernemerschapscyclus worden behandeld: van de benodigde vaardigheden via de daadwerkelijke start tot aan het eigendom van een onderneming.

Klik hier voor het landenprofiel van Nederland.

Grootste aantal nieuwe bedrijven sinds 2009

In 2017 was het aantal bedrijfsoprichtingen ruim 73 duizend groter dan het aantal bedrijfsopheffingen. Dat is het hoogste aantal sinds 2009. Managementadviesbureaus vormen nog altijd de grootste groep onder de startende bedrijven, maar stoppen ook het vaakst. In de onderwijssector en de detailhandel neemt het aantal starters het meest toe. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over bedrijfsoprichtingen en –opheffingen.

Zie MKB-StatLine voor de nieuwe cijfers over oprichtingen, opheffingen en fusies van MKB-bedrijven.

In 2017 startten bijna 170 duizend nieuwe bedrijven, het grootste aantal sinds 2009. Het merendeel (94 procent) is een eenmanszaak. Ruim 95 duizend bedrijven hielden ermee op, het kleinste aantal sinds 2008. Daarmee is het verschil tussen het aantal opgerichte en opgeheven bedrijven in 2017 het grootst sinds 2009.

Opnieuw meeste starters in managementadvies
Net als in voorgaande jaren startten ondernemers in 2017 vooral een nieuw managementadviesbureau, bijna 13 duizend. Daarnaast richtten starters vaak een bedrijf op in de onderwijssector, zoals in het sportonderwijs (bijna 3,5 duizend oprichtingen) of op het terrein van studiebegeleiding (3 duizend). Vooral door de sterke stijging van het aantal nieuwe webwinkels staat ook de detailhandel hoog in de notering. Daarnaast zagen in de kunstsector veel nieuwe bedrijven het licht. In de ambulante gezondheidszorg zijn de starters met name paramedische praktijken (geen fysiotherapie en psychologie), zoals diëtisten, opticiens, podotherapeuten, praktijkondersteuners en verpleegkundigen (geen thuiszorg).

Managementadviesbureaus ook vaakst opgeheven
Ondernemers starten niet alleen het vaakst met een managementadviesbureau, ze stoppen er ook het vaakst mee. Deze sector telde in 2017 ruim 7 duizend opheffingen. In de andere sectoren met veel nieuw opgerichte bedrijven komen eveneens veel opheffingen voor, en deze kennen daarmee ook een hoge mate van dynamiek. De detailhandel (webwinkels) en financiële holdings staan op plek twee en drie wat betreft het aantal opheffingen. Het aantal startende bedrijven was in al deze sectoren in 2017 overigens wel nog hoger dan het aantal bedrijven dat ermee stopte.

Verdubbeling aantal starters in sportonderwijs en studiebegeleiding
In enkele sectoren nam het aantal nieuwe bedrijven vanaf 2007 elk jaar toe. Het aantal oprichtingen steeg het sterkst in het sportonderwijs en de studiebegeleiding: van bijna 5 duizend nieuwe bedrijven in 2007 naar ruim 10 duizend in 2017. Ook in de detailhandel bleef het aantal oprichtingen in deze periode stijgen (met name webwinkels). In 2007 startten bijna 5 duizend nieuwe bedrijven in deze sector, in 2017 meer dan 9 duizend.

De procentuele toename van starters is het grootst onder installatiebedrijven van industriële machines. In 2007 startten 30 nieuwe bedrijven in deze sector, in 2017 waren dit er met 260 bijna 9 keer zoveel. Ook het aantal nieuwe bedrijven in de drankenindustrie nam verhoudingsgewijs fors toe: van 20 in 2007 tot 160 in 2017. Dit zijn vooral bierbrouwerijen. Ook het aantal nieuwe bedrijven in de dienstverlening voor onderwijs, welzijnswerk voor ouderen en gehandicapten, en in sanering en het overige afvalbeheer, was in 2017 procentueel aanzienlijk hoger dan in 2007.