Bijna 7 procent starters 2015 heeft in 2018 meer werknemers in dienst

Van de 163 duizend bedrijven die in 2015 van start gingen, hadden er ruim 11 duizend (6,9 procent) in 2018 meer werknemers in dienst dan bij de start. Bij 2,2 procent van de starters kromp het personeelsaantal in deze periode. Dit blijkt uit cijfers van het CBS, gepubliceerd in het kader van Staat van het MKB.

De groep bedrijven die bij de start in 2015 al minstens 10 werkzame personen hadden (535 bedrijven in totaal), groeide het hardst: liefst 55,1 procent (295 bedrijven) had in 2018 meer personeel in dienst dan in 2015. Van de bedrijven die bij de oprichting in 2015 2 tot 10 werkzame personen hadden groeide het aantal werknemers bij bijna een kwart van de bedrijven. De laagste groei kenden de starters die in 2015 met 1 werkzame persoon begonnen. Van deze groep had ruim 5 procent in 2018 meer werknemers.

Bekijk alle cijfers op MKB StatLine.

 

Minder bedrijven met omzetstijging

Het aantal bedrijven waarvan de omzet stijgt neemt af. Het aantal bedrijven met een dalende omzet is groter dan drie maanden geleden. Dat blijkt uit de vandaag verschenen cijfers over omzetstijgers en –dalers. Deze cijfers zijn gepubliceerd op MKB StatLine en zijn up-to-date tot en met het eerste kwartaal van 2019. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Bekijk alle cijfers op MKB StatLine

In de delfstoffenwinning is de verhouding tussen bedrijven met omzetstijging en omzetdaling het meest negatief. 50 procent van de bedrijven in deze sector zag zijn omzet afnemen. Daar tegenover stond 46 procent waarbij de omzet toenam. Drie maanden geleden was in deze sector het aantal bedrijven waarin de omzet toenam nog fors groter dan het aantal bedrijven waar de omzet afnam.

In de bouwnijverheid was de verhouding tussen omzetstijgers en –dalers het meest positief. Bij 56 procent van de bedrijven in deze sector nam de omzet toe, waar bij 42 procent de omzet afnam.

 

Totale omzet bedrijven groeit met ruim 7 procent naar 1534 miljard euro

In 2017 hebben in Nederland gevestigde bedrijven in het niet-financiële bedrijfsleven 1534 miljard euro omgezet, 7,2 procent meer dan in 2016. In de totale bedrijvenomzet had het MKB een aandeel van 63 procent, bijna 967 miljard euro. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB. De cijfers zijn afkomstig uit de Productiestatistieken, die jaarlijks over de diverse bedrijfstakken worden samengesteld.

Hoogste omzetgroei bij middenbedrijf

Het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) dat in 2017 29,2 procent van de omzet realiseerde, zag zijn omzet in vergelijking met 2016 met 8,1 procent het meest toenemen. Bij het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen) goed voor een omzetaandeel van 33,8 procent, steeg de omzet vergeleken met 2016 met 7,1 procent. De kleinste omzetgroei (+6,7 procent) realiseerde het grootbedrijf (250 en meer werkzame personen), dat in 2017 wel het grootste omzetaandeel had: 37 procent.

Ontwikkeling toegevoegde waarde blijft achter bij omzetgroei

De totale toegevoegde waarde die het niet-financiële bedrijfsleven in 2017 genereerde, steeg vergeleken met 2016 minder dan de omzet. De totale toegevoegde waarde steeg in 2017 met 4,9 procent naar 362,9 miljard euro. Ruim 39 procent van de totale toegevoegde waarde was voor rekening van het kleinbedrijf, 23,6 procent voor het middenbedrijf en 37,3 procent voor het grootbedrijf.

Bij het kleinbedrijf steeg de toegevoegde waarde in 2017 met 6,0 procent het hardst. De laagste groei van de toegevoegde waarde realiseerde het grootbedrijf (+4,2 procent).

Bekijk alle cijfers op MKB StatLine

Meer dan helft personen werkzaam in kleinbedrijf

In 2017 waren in totaal bijna 6,2 miljoen personen in het niet-financiële bedrijfsleven werkzaam, in volume goed voor 4,7 miljoen voltijdsequivalenten. Bijna 53 procent (3,3 miljoen werkzame personen) was werkzaam bij het kleinbedrijf, 18,3 procent (1,1 miljoen wp) bij het middenbedrijf en 29,0 procent (1,8 miljoen wp) bij het grootbedrijf.

Hoogste omzetaandeel kleinbedrijf bij horeca

In de horeca en de bouw werd in 2017 meer dan de helft van de omzet gerealiseerd door het kleinbedrijf. In de horeca liep 65,5 procent van de omzet via het kleinbedrijf en in de bouw 51,2 procent. In de auto- en motorbranche bedroeg het omzetaandeel van het kleinbedrijf 42,3 procent. Een belangrijke rol voor het middenbedrijf was er in 2017 in de groothandel: bijna 40 procent van de omzet ging hier via het middenbedrijf. Omvangrijke bedrijfstakken waar het grootbedrijf in 2017 het grootste omzetaandeel had zijn:
– Industrie (60,1 procent)
– Detailhandel (47,9 procent)
– Informatie en communicatie (47,1 procent)
– Verhuur en overige zakelijke dienstverlening (47,1 procent)
– Vervoer en opslag (43,6 procent).

 

Meerderheid bedrijven heeft groeiende omzet

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu up-to-date tot en met het vierde kwartaal van 2018. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Zie MKB-StatLine voor de cijfers

Enkele opvallende branches hierin zijn de horeca, de bouwnijverheid en de branche vervoer en opslag. In de horeca is bij 58 procent van de bedrijven de omzet toegenomen. Daartegenover staat 40 procent van de horecaondernemingen waar de omzet is afgenomen. Het verschil tussen stijgers en daler is hier dus 18 procentpunt. Ook in de bouwnijverheid is dit verschil groot met 57 procent van de bedrijven waarbij de omzet toenam tegenover 42 procent van de ondernemingen met een krimpende omzet. In de autohandel en -reparatie is het verschil tussen omzetstijgers en -dalers het kleinst. Daar nam bij 52 procent van de ondernemers de omzet toe, terwijl deze bij 46 procent afnam.

 

Worden de sectoren verder opgedeeld naar grootteklassen, dan blijkt dat voor enkele groepen het aantal bedrijven met omzetstijging kleiner is dan het aantal bedrijven met omzetdaling. Dit komt voor bij de bedrijven met 1 werkzame persoon, in de delfstoffenwinning en bij het grootbedrijf in de autohandel.

 

Ruim 80 procent financieringsaanvragen MKB succesvol

Bijna een kwart van de MKB-bedrijven in de business economy had in de periode juli 2017 tot juli 2018 behoefte aan externe financiering. Van die groep bedrijven verkende 81 procent de mogelijkheden, waarna 66 procent besloot een financieringsaanvraag te doen. Daarvan was 84 procent geheel of gedeeltelijk succesvol. Dit blijkt uit de nieuwe Financieringsmonitor die het CBS op aanvraag van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft opgezet.

Bekijk het dashboard met de resultaten van de Financieringsmonitor.

Slagingskans neemt toe met bedrijfsomvang

De kans op een succesvolle aanvraag hangt vooral samen met de omvang en de financiële gezondheid van het bedrijf. Het grootbedrijf is het vaakst succesvol: 99 procent slaagt er in het bedrag (deels) te krijgen. In het microbedrijf is dat 80 procent. Financiering gaat vaker naar bedrijven die de financier voldoende zekerheden kunnen bieden.

Crowdfunding en business angels vooral belangrijk voor kleinere bedrijven

Bankleningen zijn nog steeds het belangrijkst, maar alternatieven komen steeds meer voor. Van de financiering die in de markt tot stand komt, wordt het aandeel van bancair krediet in het totaal aan bedrijfsfinanciering gestaag kleiner. Het vormt nog wel altijd het grootste onderdeel in de totale financiering. In het grootbedrijf en het grotere MKB is er een beweging zichtbaar richting financiering met obligaties. Kleinere ondernemingen doen het vaakst een beroep op alternatieven zoals crowdfunding en business angels. Crowdfunding heeft in een paar jaar tijd een enorme groei doorgemaakt, maar vult nog altijd maar een klein deel van de totale financieringsbehoefte in.
Onder meer door steeds verdergaande aanscherpingen van de acceptatiecriteria door banken, die vooral het MKB raken, doet het MKB steeds vaker een beroep op alternatieven. Naast crowdfunding en business angels vormen leasing, factoring en private equity een groot deel van de financiering buiten bankleningen.

Klik hier om het rapport te lezen.

Uitbreiding vaakst drijfveer voor externe financiering

Het MKB zoekt vooral externe financiering om uit te kunnen breiden: meer  dan een derde gebruikt het verkregen geld om bestaande activiteiten op een grotere schaal uit te kunnen voeren. Daarna volgen financiering van werkkapitaal (vooral voor kleinere bedrijven) en vernieuwing van het bedrijf door nieuwe activiteiten op te zetten.

Rentepercentage gunstiger voor grote bedrijven

Bedrijven in het MKB die er in de onderzoekperiode in slaagden financiering aan te trekken, betalen gemiddeld 3,5 procent aan vaste rente en 3,0 procent aan variabele rente. De rentepercentages variëren met de omvang van de bedrijven. Zo zijn deze het hoogst voor het microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen). Voor het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) zijn de rentes al snel een half procentpunt lager en het grootbedrijf betaalt een nog lagere rente.

Geen externe financieringsbehoefte bij driekwart MKB-bedrijven

Iets meer dan driekwart van het MKB in de business economy heeft geen behoefte aan externe middelen om hun activiteiten te financieren. Deze bedrijven financieren hun uitbreidingsplannen en werkkapitaalbehoefte in twee op de vijf gevallen vanuit interne middelen. Nog eens een kwart van de bedrijven zonder financieringsbehoefte heeft geen externe financiering nodig. Die ondernemingen verwachten niet te zullen groeien en zijn meer gericht op continuïteit.

Nieuwe Financieringsmonitor

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd een nieuwe Financieringsmonitor op te zetten. De monitor bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een verkenning van de vraagzijde van de markt voor financiering. Met een digitale enquête onder 5 200 ondernemingen is de gehele zoektocht naar financiering in beeld gebracht: van behoefte tot aan uitkomst. De uitkomsten gelden voor het MKB in de business economy in de periode juli 2017 tot juli 2018. Het tweede onderdeel is een schets van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt op basis van data van aanbieders van vijf vormen van financiering: bancair krediet, crowdfunding, factoring, leasing en private equity. De resultaten van de monitor zijn opgenomen in een onderzoeksrapport en ook te vinden in een online dashboard.

 

Zelfstandig MKB verwerft minder zeggenschap in buitenland dan grootbedrijf

In 2015 kende Nederland ongeveer 14 duizend ondernemingen met deelnemingen in het buitenland. Bijna 80 procent van deze ondernemingen behoorde tot het zelfstandig MKB en ongeveer 20 procent tot het grootbedrijf. Dit meldt het CBS in de Internationaliseringsmonitor over financiële globalisering.

Het zelfstandig MKB en het grootbedrijf waren beiden in 2015 goed voor ongeveer de helft van de in totaal 44 duizend deelnemingen in het buitenland.
Zelfstandig mkb’ers verwierven in 2015 over het algemeen minder zeggenschap over de buitenlandse bedrijven waarin zij participeerden dan de grote bedrijven. Ruim 30 procent van de deelnemingen van het zelfstandig MKB betrof minderheidsbelangen, tegenover 15 procent bij het grootbedrijf. Meerderheidsbelangen met deelnemingspercentages boven de 75 procent, voerden echter de boventoon bij zowel het MKB (ruim 60 procent) als het grootbedrijf(ruim 80 procent).

Bekijk hier de nieuwste Internationaliseringsmonitor

 

Update cijfers omzetstijgers en -dalers

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu bijgewerkt tot en met het derde kwartaal van 2018. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Enkele opvallende branches hierin zijn de vervoer en opslag, de bouwnijverheid en de horeca. In de branche vervoer en opslag is bij 56 procent van de bedrijven de omzet toegenomen. Daartegenover staat 42 procent van de ondernemingen waar de omzet is afgenomen. Het verschil tussen stijgers en daler is hier dus 14 procentpunt. In het tweede kwartaal van 2018 was dit verschil in de branche vervoer en opslag met 16 procentpunt nog groter. Ook in de bouwnijverheid is dit verschil groot met eveneens 56 procent van de bedrijven waarbij de omzet toenam tegenover 43 procent van de ondernemingen met een krimpende omzet. Ook in de horeca is het verschil tussen omzetstijgers en –dalers groot. Bij 55 procent van de horecaondernemingen nam de omzet toe, terwijl deze bij 42 procent afnam.

Zie MKB StatLine voor meer cijfers over dit onderwerp.