Aantal MKB-faillissementen in 2018 verder gedaald

In 2018 zijn er in het MKB 2818 bedrijven failliet verklaard. Dit is 6,6 procent minder dan in 2017 toen 3018 bedrijven failliet gingen. In 2013, tijdens de financieel-economische crisis, bereikte het aantal faillissementen in het MKB een recordniveau. In dat jaar gingen 7825 bedrijven failliet.

De helft van het aantal MKB-faillissementen in 2018 betrof bedrijven met één werkzame persoon. Het aandeel van bedrijven met twee tot tien werkzame personen bedroeg 38 procent. Het laagst (1,5 procent) was het aandeel van het middenbedrijf (50-250 werkzame personen). Het middenbedrijf was overigens wel de enige subgroep waar het aantal faillissementen in 2018 hoger was dan in 2017 (+21 procent).

Gemiddelde bedrijfsleeftijd bij MKB-faillissementen afgenomen

De gemiddelde leeftijd van de in 2018 failliet verklaarde MKB-bedrijven was 9,5 jaar. In 2013 toen een recordaantal MKB-bedrijven failliet ging, was de gemiddelde leeftijd op de datum van faillissement 12 jaar.

Kleinere MKB-bedrijven gingen in 2018 op gemiddeld jongere leeftijd failliet dan grotere  MKB-bedrijven. Failliete bedrijven met 1 werkzame persoon waren in 2018 gemiddeld 8,3 jaar oud en bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen waren op het moment van faillissement ruim twee keer zo oud: 18,7 jaar. In 2018 gingen 863 MKB-bedrijven van tien jaar of ouder failliet, ruim 30 procent van het totaal aantal MKB-faillissementen in dat jaar. Bedrijven van drie tot vijf jaar oud vormden in 2018 de kleinste groep van failliete bedrijven (18,9 procent).

Aantal werkzame personen betrokken bij faillissement gestegen

Bij de MKB-bedrijven in de business economy die in 2018 failliet gingen werkten in totaal ruim 15 duizend personen. Vergeleken met 2017 steeg hiermee het aantal werkzame personen dat betrokken is bij een faillissement met 6,4 procent.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine

Zelfstandig MKB verwerft minder zeggenschap in buitenland dan grootbedrijf

In 2015 kende Nederland ongeveer 14 duizend ondernemingen met deelnemingen in het buitenland. Bijna 80 procent van deze ondernemingen behoorde tot het zelfstandig MKB en ongeveer 20 procent tot het grootbedrijf. Dit meldt het CBS in de Internationaliseringsmonitor over financiële globalisering.

Het zelfstandig MKB en het grootbedrijf waren beiden in 2015 goed voor ongeveer de helft van de in totaal 44 duizend deelnemingen in het buitenland.
Zelfstandig mkb’ers verwierven in 2015 over het algemeen minder zeggenschap over de buitenlandse bedrijven waarin zij participeerden dan de grote bedrijven. Ruim 30 procent van de deelnemingen van het zelfstandig MKB betrof minderheidsbelangen, tegenover 15 procent bij het grootbedrijf. Meerderheidsbelangen met deelnemingspercentages boven de 75 procent, voerden echter de boventoon bij zowel het MKB (ruim 60 procent) als het grootbedrijf(ruim 80 procent).

Bekijk hier de nieuwste Internationaliseringsmonitor

 

Ruim veertig procent MKB-bedrijven is tien jaar of ouder

Het aantal MKB-bedrijven in de business economy (bedrijfsleven, exclusief financiële instellingen) dat op 1 januari van dit jaar 10 jaar of ouder was, is 446 duizend. Dit is 41,4 procent van het totaal aantal MKB-bedrijven op deze peildatum. Op basis van leeftijd vormen MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder daarmee veruit de grootste groepering MKB-bedrijven. De categorie MKB-bedrijven van 3 tot 5 jaar oud was op 1 januari van dit jaar met bijna 15 procent van het totaal aantal MKB-bedrijven de kleinste groepering. Dit blijkt uit cijfers van de nieuwe MKB-tabel “Bedrijven; bedrijfstak, grootteklasse, leeftijd” die op 30 november jl. in de Staat van het MKB op MKB-Statline is gepubliceerd. Op dezelfde datum werd de eveneens nieuwe tabel “Bedrijven; bedrijfstak, groeicategorie, leeftijd” gepubliceerd. In deze laatste tabel worden bedrijven ingedeeld in groeicategorieën (sterke/ matige groei/krimp) gebaseerd op de ontwikkeling van het gemiddeld aantal werknemers in een jaar in vergelijking met 3 jaar eerder.

Ruim 90 procent middenbedrijf is 5 jaar of ouder

In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) van de business-economy maakten de  jongere bedrijven op 1 januari van dit jaar nog geen 10 procent uit van het totaal aantal middelgrote bedrijven (8895). Bijna 4 procent van het middenbedrijf bestond op dat moment nog geen 3 jaar en bijna 5 procent zat in de leeftijdscategorie 3 tot 5 jaar oud. Ruim 90 procent van het middenbedrijf was op 1 januari dit jaar 5 jaar of ouder. De middelgrote bedrijven van 10 jaar of ouder vormden met bijna 80 procent van de bedrijven duidelijk de hoofdmoot.

Aantal MKB-bedrijven stijgt in alle leeftijdscategorieën

In het MKB is het aantal bedrijven in 2018 in alle leeftijdscategorieën hoger dan in 2014. Het aantal MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder steeg het hardst (+30,3 procent). Het kleinst was de toename bij de MKB-bedrijven van 5 tot 10 jaar (+2,2 procent). Het aantal MKB-bedrijven jonger dan 3 jaar steeg in deze periode met 10,2 procent.

Landbouw telt meeste oudere MKB-bedrijven, Informatie en communicatie de minste

De landbouw kent relatief de meeste MKB-bedrijven van tien jaar of ouder. Op 1 januari dit jaar was bijna 58 procent van de bijna 74 duizend MKB-bedrijven in deze sector minstens 10 jaar oud en 6,9 procent jonger dan 3 jaar. De informatie en communicatiesector had op 1 januari met 33 procent de minste MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder. Ruim 22 procent van de MKB-bedrijven was hier jonger dan 3 jaar.

Economisch beeld MKB duidelijk verslechterd

Het economisch beeld van het MKB is in het vierde kwartaal in vergelijking met het derde kwartaal duidelijk verslechterd. Aan het begin van het vierde kwartaal zijn tien van de twaalf beeldbepalende indicatoren afgenomen en staan in het oranje kwadrant van de MKB-conjunctuurklok, terwijl slechts twee indicatoren zich positief ontwikkelden en in het groene kwadrant staan. Aan het begin van het derde kwartaal stond de meerderheid van de indicatoren (zeven) nog in het groene kwadrant.

Indicatoren die zich in het oranje of groene kwadrant bevinden hebben een ontwikkeling boven hun trendniveau waarbij groen vergeleken met het vorige kwartaal wijst op een toename en oranje op een afname van de indicator.

Laat de MKB-klok zelf lopen of filter op indicatoren

Alle MKB-stemmingsindicatoren lager

Alle stemmingsindicatoren in de MKB-conjunctuurklok zijn afgenomen in het vierde kwartaal en staan daardoor in het oranje kwadrant. In het derde kwartaal waren nog twee stemmingsindicatoren positief: de MKB-exportindicator en de MKB-vacature indicator. In het vierde kwartaal daalde de positieve stemming m.b.t. deze twee indicatoren echter en zijn ze in het oranje kwadrant beland. De overige vier stemmingsindicatoren (economische ontwikkeling, financiële vertrouwen, MKB-ondernemersvertrouwen en de onder consumenten gemeten consumptie-indicator) namen in het vierde kwartaal verder af en bleven in het oranje kwadrant.

Meerderheid reële indicatoren verslechterd

De meeste reële conjunctuurindicatoren in de MKB-conjunctuurklok hebben zich in het derde kwartaal verslechterd en staan daardoor begin vierde kwartaal in het oranje kwadrant. Verslechtering trad op bij het BBP, aankopen van duurzame goederen, MKB-omzet en het aantal faillissementen onder het MKB. De enige twee reële indicatoren die zich positief ontwikkelden in het derde kwartaal waren het aantal vacatures in het MKB en de binnenlandse consumptie. Dit zijn nog de enige overgebleven indicatoren in het groene kwadrant van de conjunctuurklok.

MKB-klok toegelicht

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het eerste kwartaal van 2019 wordt begin maart 2019 verwacht.

Update cijfers omzetstijgers en -dalers

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu bijgewerkt tot en met het derde kwartaal van 2018. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Enkele opvallende branches hierin zijn de vervoer en opslag, de bouwnijverheid en de horeca. In de branche vervoer en opslag is bij 56 procent van de bedrijven de omzet toegenomen. Daartegenover staat 42 procent van de ondernemingen waar de omzet is afgenomen. Het verschil tussen stijgers en daler is hier dus 14 procentpunt. In het tweede kwartaal van 2018 was dit verschil in de branche vervoer en opslag met 16 procentpunt nog groter. Ook in de bouwnijverheid is dit verschil groot met eveneens 56 procent van de bedrijven waarbij de omzet toenam tegenover 43 procent van de ondernemingen met een krimpende omzet. Ook in de horeca is het verschil tussen omzetstijgers en –dalers groot. Bij 55 procent van de horecaondernemingen nam de omzet toe, terwijl deze bij 42 procent afnam.

Zie MKB StatLine voor meer cijfers over dit onderwerp.

 

Twintig procent meer vacatures in het MKB

Aan het eind van het derde kwartaal dit jaar stonden er 142 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was 55 procent van alle openstaande vacatures op dat moment in Nederland. Het aantal openstaande vacatures in het MKB is ruim 20 procent hoger dan eind derde kwartaal 2017. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden in het derde kwartaal 2018 ruim 116 duizend vacatures open, 26,3 procent meer dan een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna een kwart toe tot bijna 48 duizend eind derde kwartaal. In het kleinbedrijf (minder dan vijftig werkzame personen) stonden aan het einde van het derde kwartaal ruim 94 duizend vacatures open, waarvan 48 duizend bij de kleinste bedrijven (tot tien werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven steeg met bijna 12 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2017.

Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland aan het einde van het derde  kwartaal uit op ruim 258 duizend, 48 duizend meer dan het derde kwartaal van vorig jaar.

Aantal vacatures groeit het hardst in de industrie

De industrie was in het derde kwartaal de bedrijfstak met de grootste vacaturegroei. Eind derde kwartaal stonden hier ruim 22 duizend vacatures open, bijna 29 procent meer dan eind derde kwartaal 2017. De stijging was net iets groter dan die in de bouw (+27,3 procent), waar eind derde kwartaal ruim 16 duizend vacatures open stonden. Binnen de industrie gaf het kleinbedrijf  in het derde kwartaal de grootste vacaturegroei te zien (+33,3 procent). Koploper wat betreft de groei van het aantal vacatures in het derde kwartaal was het grootbedrijf in de bouw waar het aantal vacatures met bijna 45 procent steeg.

Bekijk de nieuwste cijfers op MKB StatLine

MKB-ondernemers positief over 2019

MKB-ondernemers zijn aan het begin van het vierde kwartaal iets minder positief gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, daalde voor het MKB van 14,5 naar 11,8. Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven is met 13,4 hoger dan in het MKB. Het verschil komt dus voort uit positievere sentimenten in het grootbedrijf.

Ondernemers positief over 2019

De ondernemers zijn positief over de omzet die zij in 2019 verwachten te behalen. Per saldo verwacht 30 procent van alle bedrijven omzetgroei. In het grootbedrijf is het optimisme het grootst. Daar verwacht per saldo 38 procent dat de omzet groeit. In het kleinbedrijf ziet per saldo 21 procent van de ondernemers de omzet in 2019 toenemen.

Ook over de werkgelegenheid in 2019 is het bedrijfsleven positief gestemd. Van de bedrijven verwacht per saldo 17 procent het personeelsbestand volgend jaar uit te breiden. Het aandeel ondernemers met vraag naar personeel is in het klein- en grootbedrijf per saldo minder groot dan in het middenbedrijf.

De investeringen zullen in 2019 naar verwachting bij per saldo 8,5 procent van de bedrijven hoger uitvallen dan in 2018. In het kleinbedrijf voorzien per saldo minder ondernemers een toename van de investeringen in vergelijking met het midden- en grootbedrijf.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine

MKB-groothandel realiseert hoogste groei toegevoegde waarde

In 2017 nam de toegevoegde waarde van het Nederlands bedrijfsleven vergeleken met 2016 met bijna 16 miljard euro toe (+4,5 procent) tot 365,5 miljard euro. De door het bedrijfsleven geboden werkgelegenheid steeg in deze periode met 128 duizend arbeidsjaren (+2,8 procent) tot in totaal 4,7 miljoen arbeidsjaren. Het aandeel van het MKB in de groei van de toegevoegde waarde en het aantal arbeidsjaren was respectievelijk 62 en 84 procent. Bij het MKB in de groothandel steeg de toegevoegde waarde zowel absoluut (+2,8 miljard euro) als relatief (+7,0 procent) het meest. Het MKB in de bouw en de zakelijke dienstverlening scoorden het hoogst in de absolute en relatieve groei van de werkgelegenheid. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het ‘Jaarbericht Staat van het MKB’ van het Comité voor Ondernemerschap.

Zes sectoren nader belicht

Wat betreft de ontwikkeling van de economische groei en de werkgelegenheid in het MKB  in de periode 2017/2016 worden in dit artikel 6 sectoren nader beschouwd: Industrie, Bouw, Auto- en motorbranche, Groothandel, Detailhandel en Zakelijke dienstverlening. Gezamenlijk was het MKB in deze 6 sectoren in 2017 goed voor 74 procent van de toegevoegde waarde en 76 procent van het aantal arbeidsjaren in het totale Nederlandse MKB. Er is voor deze twee variabelen gekozen omdat deze een beeld geven van de productiviteitsontwikkeling in een sector. Als de toegevoegde waarde harder stijgt dan het arbeidsvolume wijst dat op productiviteitsverbetering.

Industrie

De toegevoegde waarde van het MKB in de industrie steeg in 2017 met 1,9 procent. Het MKB bleef hiermee sterk achter bij de groei van de toegevoegde waarde van de sector als geheel (+5,1 procent). Het arbeidsvolume biedt een tegenovergesteld beeld: de werkgelegenheid van het MKB in de industrie steeg in 2017 met 2,1 procent, terwijl deze voor de sector als geheel met 1,1 procent toenam. De ontwikkelingen in het MKB van de industrie wijzen op een achteruitgang van de productiviteit van het MKB, terwijl de productiviteit van de sector als geheel door ontwikkelingen bij de grote bedrijven is gestegen.

Bouw

In de bouw heeft het MKB duidelijk het voortouw. Zowel wat betreft de toegevoegde waarde als de werkgelegenheid is de ontwikkeling van het MKB hoger dan voor de totale bouw. De toegevoegde waarde van het MKB steeg in 2017 met 6,1 procent en het arbeidsvolume met 4,8 procent. Voor de sector als geheel bedroeg de stijging van toegevoegde waarde en arbeidsvolume respectievelijk 3,8 en 3,6 procent. De productiviteit van het MKB in de bouw heeft zich tussen 2017 en 2016 dus beter ontwikkeld dan bij de grotere bedrijven.

Auto- en motorbranche

In deze sector ontliepen de ontwikkelingen van MKB en de totale sector elkaar weinig. In het MKB groeide de toegevoegde waarde met 5,6 procent harder dan het arbeidsvolume (+3,1 procent) en is er dus sprake van productiviteitsverbetering.

Groothandel

Van de beschouwde zes sectoren was de stijging van de toegevoegde waarde van het MKB in de groothandel in 2017 het hoogst (+7,0 procent). Dit ging gepaard met een stijging van het arbeidsvolume in het MKB in deze branche met 1,8 procent. Het MKB in de groothandel lijkt hiermee wat betreft productiviteitsontwikkeling binnen het MKB aan kop te liggen.

Detailhandel

In het MKB van de detailhandel ontliepen de ontwikkelingen van toegevoegde waarde en arbeidsvolume elkaar minder dan bij de groothandel. In 2017 steeg de toegevoegde waarde van het MKB in de detailhandel met 5,8 procent en het arbeidsvolume met 3,3 procent. Dit impliceert verbetering van de productiviteit.

Zakelijke dienstverlening

Ook in deze sector steeg in 2017 de productiviteit van het MKB. De toegevoegde waarde nam toe met 5,5 procent bij een lagere groei van het arbeidsvolume (+2,5 procent).

Ruim 14 procent meer MKB bedrijven opgericht in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2018 groeide het aantal MKB-bedrijven: bijna 49 duizend bedrijven werden opgericht, terwijl er in deze periode bijna 25 duizend MKB-bedrijven werden opgeheven. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers op MKB-StatLine die vandaag zijn gepubliceerd.

In het derde kwartaal van dit jaar openden 48865 MKB-bedrijven hun deuren. Dat is 14,3 procent meer dan een jaar eerder. Bijna 95 procent van de MKB-oprichtingen in het derde kwartaal betrof bedrijven met één werkzame persoon. Nog net geen vijf procent van de oprichtingen bood werk aan twee tot tien personen.

Een op de vijf nieuwe oprichtingen in het MKB vond plaats in de specialistische zakelijke dienstverlening (o.m. rechtskundige dienstverlening, accountancy, architecten, reclamebureaus e.d.). De handel en de bouw waren elk goed voor bijna 12 procent van de nieuwe bedrijven en de gezondheids- en welzijnszorg voor ongeveer 10 procent.

In het derde kwartaal van dit jaar werden 24975 MKB-bedrijven opgeheven. De bedrijfstakken die een belangrijke rol speelden bij de MKB-oprichtingen in het derde kwartaal, waren ook sterk vertegenwoordigd bij het aantal opheffingen in het MKB in het derde kwartaal. In de specialistische zakelijke dienstverlening werden 4910 bedrijven opgeheven (19,7 procent van het totaal aantal opheffingen), in de handel 4160 bedrijven (16,7 procent) en in de bouw 1885 bedrijven (7,5 procent). Opvallend is het aantal financiële dienstverleners dat de deuren sloot in het derde kwartaal. In totaal werden er in het derde kwartaal 2215 opgeheven (8,9 procent).

Van de bijna 25 duizend bedrijven die in het derde kwartaal werden opgeheven in het MKB behoorde bijna 90 procent tot de categorie bedrijven met één werkzame persoon. Ongeveer 9 procent van de opgeheven bedrijven behoorde tot de categorie twee tot tien werkzame personen.

MKB-faillissementen in vijf jaar met ruim 60 procent gedaald.

In het derde kwartaal van dit jaar zijn 702 MKB-bedrijven failliet verklaard, 1,4 procent meer dan in het tweede kwartaal. In vergelijking met het derde kwartaal van 2013, het recordjaar wat betreft het aantal faillissementen in het bedrijfsleven, is het aantal MKB-faillissementen in het derde kwartaal met ruim 62 procent gedaald. In het derde kwartaal van 2013 gingen in totaal 1867 MKB-bedrijven failliet. Dit blijkt uit cijfers die vandaag op de staat van het MKB zijn gepubliceerd.

Ruim 29 procent van de MKB-bedrijven die in het derde kwartaal failliet gingen, betrof bedrijven die op het moment van faillissement tien jaar of ouder waren. Dit is flink lager dan in het derde kwartaal van 2013 toen 43 procent van de faillissementen betrekking had op minstens tien jaar oude MKB-bedrijven. MKB-bedrijven in de leeftijd van vijf tot 10 jaar gingen in vergelijking met het derde kwartaal van 2013 ook minder failliet: hun aandeel daalde in deze periode van 25,5 procent naar 23,3 procent. Het aandeel van jongere MKB-bedrijven in het aantal faillissementen is daarentegen de afgelopen vijf jaar toegenomen. Het aandeel van bedrijven jonger dan 3 jaar groeide met bijna 9 procent van 18,1 procent in het derde kwartaal 2013 naar 26,9 procent in het derde kwartaal van dit jaar. Bij bedrijven van 3 tot 5 jaar was de groei in deze periode 7,3 procent, van een aandeel van 13,3 procent in 2013 naar 20,6 procent in 2018.

Bekijk de nieuwe cijfers op MKB StatLine