Bedrijven met gestegen kosten hebben meer behoefte aan externe financiering

Voor bijna 6 op de 10 bedrijven vormden de bedrijfskosten een (zeer) belemmerende factor voor de bedrijfsvoering in de periode van 1 juli 2021 tot 1 juli 2022. Dat waren er meer dan een jaar eerder, en deze bedrijven gaven ook vaker aan behoefte te hebben aan externe financiering. Binnen het totale mkb is het aantal bedrijven met behoefte aan financiering licht afgenomen. Dit blijkt uit de Financieringsmonitor, die jaarlijks door het CBS wordt gemaakt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Voor dit onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven in de business economy met twee of meer werkzame personen.
Bekijk het dashboard van de financieringsmonitor

Meer bedrijven belemmerd door hoge kosten

Meer bedrijven dan in voorgaande jaren gaven in 2022 aan dat de bedrijfskosten een (zeer) belemmerende factor vormden. 57 procent van de bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb) gaf dit aan. In 2021 was dit 39 procent. Bij middelgrote bedrijven steeg dit percentage van 43 naar 68. Onder alle grootteklassen is het aandeel bedrijven dat de huidige bedrijfskosten als zeer belemmerend ervaart, relatief sterk toegenomen. Van de bedrijven in het mkb die de huidige bedrijfskosten als (zeer) belemmerend ervaren, heeft 22 procent een externe financieringsbehoefte. Voor bedrijven die hoge kosten niet als belemmerend ervaren is dit 6 procent.

Start en uitbreiding meest genoemde financieringsdoel

De inzet van externe financiering is samen te vatten in drie hoofddoelen: start en uitbreiding, continuering en nieuwe activiteiten. Bedrijven kunnen behoefte hebben aan externe financiering voor meerdere van deze doelen. De meeste bedrijven met financieringsbehoefte hadden het geld nodig voor start en uitbreiding (78 procent). Bij 69 procent was continuering het hoofddoel en bij 58 procent nieuwe activiteiten. Onder de hoofddoelen vallen meerdere subdoelen. Het meest voorkomende financieringsdoel onder start en uitbreiding is uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. In het geval van het hoofddoel continuering is het meest voorkomende subdoel de financiering van voorraden en werkkapitaal (43 procent), en bij nieuwe activiteiten de financiering voor personeelskosten (21 procent).

Verwachte financieringsbehoefte kleine en middelgrote bedrijven gestegen

Met ruim 2 op de 10 middelgrote en kleine bedrijven die externe financiering verwachtten nodig te hebben, was de behoefte in deze grootteklassen in 2022 het grootst. Een jaar eerder was de verwachte financieringsbehoefte van deze bedrijven juist relatief klein. Onder grote en microbedrijven nam de verwachte financieringsbehoefte licht af. Dat geldt ook voor het totale mkb, met een afname van 13 procent in 2021 naar 12 procent in 2022.

bron: www.cbs.nl

Behoefte mkb aan nieuwe externe financiering blijft op hetzelfde niveau

Tussen juli 2019 en juli 2020 had 22 procent van alle mkb-bedrijven behoefte aan nieuwe externe financiering. Zowel dit aandeel als de slaagkans van een financieringsaanvraag waren vergelijkbaar met een jaar eerder. Het bedrag van de aanvraag was evenwel een stuk lager. Vier op de vijf bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kregen de financiering (deels) toegekend. Bij ruim 17 procent van de bedrijven die in deze periode een financiering kregen toegekend, was deze bedoeld voor overbrugging van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Dat meldt het CBS in de derde editie van de Financieringsmonitor. In dit bericht blijft het gebruik van financiële coronaregelingen van de overheid buiten beschouwing.

Voor dit onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen in de business economy1 over nieuwe externe financiering2 in de periode juli 2019 tot juli 2020. Van deze bedrijven ervoer 57 procent belemmeringen in hun bedrijfsvoering vanwege het coronavirus. In die groep had 29 procent behoefte aan nieuwe externe financiering. Cijfers over de financieringsbehoefte vanaf juli 2020 zijn nog niet beschikbaar.

Van de bedrijven met een financieringsbehoefte verkende 80 procent de mogelijkheden, voor 8 procent van de bedrijven waren de financieringsmogelijkheden al bekend. Van al deze bedrijven deed 59 procent daadwerkelijk een financieringsaanvraag. Daarvan was 79 procent succesvol. Dit betekent dat 23,8 duizend bedrijven het aangevraagde bedrag geheel of ten dele kregen.

Onroerend goed en overbrugging coronavirus belangrijkste financieringsdoelen

Van de bedrijven met een (deels) succesvolle aanvraag wilde één op de vijf onroerend goed financieren. Van de succesvolle financieringsaanvragen in de periode juli 2019­–juli 2020 was 17 procent gericht op het overbruggen van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Met name in de handel, vervoer en horeca was dit een veel voorkomend financieringsdoel. Tegelijkertijd is het coronavirus voor sommige bedrijven juist aanleiding om af te zien van nieuwe externe financiering. Vanwege de onzekerheid rondom het coronavirus lijkt het erop dat bedrijven huiverig zijn om nieuwe verplichtingen aan te gaan of mogelijk denken de financiering niet rond te krijgen. Belemmeringen als gevolg van het coronavirus spelen overigens pas vanaf 2020. Bij 15 procent van de geslaagde aanvragen was bedrijfsuitbreiding het financieringsdoel. Dit speelt vooral bij middenbedrijf en grootbedrijf.

Bedrijven zoeken lager financieringsbedrag

Het doorsnee bedrag aan nieuwe externe financiering dat mkb-bedrijven aanvroegen, was 100 duizend euro, dat is duidelijk lager dan in de periode van juli 2018 tot juli 2019. Dat bedrag was toen 173 duizend euro. Doorsnee wil zeggen dat de helft van de bedrijven een lager bedrag zocht en de andere helft een hoger bedrag. Deze afname wordt veroorzaakt door microbedrijven3. Het bedrag dat zij zochten is gehalveerd.

Gemiddelde slaagkans laagst bij ICT-sector

De slaagkans voor een financieringsaanvraag hangt samen met de omvang en de leeftijd van een bedrijf. Zo was de slaagkans in het microbedrijf 77 procent, en dit loopt op tot 88 procent voor het middenbedrijf. In de ICT-sector had slechts 55 procent van de bedrijven een (deels) succesvolle financieringsaanvraag. Bedrijven in ICT of zakelijke dienstverlening kunnen financiers minder onderpand bieden dan bijvoorbeeld bouw- of onroerend goedbedrijven. Oudere bedrijven hebben meestal een reputatie en middelen opgebouwd, waardoor het verstrekken van financiering minder risicovol is.

De Financieringsmonitor

De Financieringsmonitor wordt bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor nieuwe externe financiering van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Daarvoor zijn bedrijven geënquêteerd over hun zoektocht naar financiering en wordt een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse externe financieringsmarkt. In deze derde editie van de Financieringsmonitor is ook stilgestaan bij de gevolgen van het coronavirus voor bedrijven, en in het bijzonder voor de externe financiering.

De Financieringsmonitor bestaat uit drie onderdelen. De voornaamste uitkomsten worden beschreven in het onderzoeksrapport. Het dashboard geeft op interactieve wijze meer detailinformatie. Ten slotte worden de analysedata die voortkomen uit de monitor beschikbaar gesteld aan gebruikers van de microdatafaciliteit van het CBS. Deze gebruikers kunnen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gepseudonimiseerde gegevens op persoons- of bedrijfsniveau. Zo kunnen ook anderen onderzoek doen naar de financierbaarheid van het midden- en kleinbedrijf.

Toelichting

1)      Business economy

De term business economy wordt internationaal het meest gebruikt om het mkb af te bakenen. De business economy telt de overheidssector niet mee. Ook de agrarische sector, financiële dienstverlening, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie, belangen- en hobby-verenigingen en overige persoonlijke dienstverlening worden niet tot de business economy gerekend.

Midden- en kleinbedrijf (mkb)

Tot het mkb behoren ondernemingen met minder dan 250 werkzame personen. In de Financieringsmonitor wordt ook een ondergrens gehanteerd van 2 werkzame personen. Binnen het mkb wordt een onderverdeling gemaakt naar drie onderliggende grootteklassen: het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen), kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

2)      Financiering

Het gaat hierbij om vreemd vermogen of om eigen vermogen dat buiten het bedrijf, of buiten het eigen geld van de ondernemer, wordt gezocht.

3)      Omdat het microbedrijf ruim vier vijfde van het mkb in de business economy beslaat, zijn de resultaten in de monitor sterk beïnvloed door de uitkomsten voor deze grootteklasse.

Bronnen

Rapport Financieringsmonitor 2020

Dashboard Financieringsmonitor 2020

Relevante links

Nieuwsbericht

Vragen en antwoorden coronacrisis

Microdatafaciliteit CBS