Aantal bedrijven gegroeid in het tweede kwartaal 2024

Het aantal bedrijven in de Business Economy is in het tweede kwartaal met 10 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaand jaar. Er zijn in totaal nu ruim 1,5 miljoen bedrijven. Dit is het hoogste aantal sinds het begin van de meting in 2007. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb.

  • Veruit de meeste hiervan bestaan uit 1 werkzame persoon, dit zijn ruim 1,2 miljoen bedrijven.
  • Hiervan zijn er 524 duizend actief in de zakelijke dienstverlening.
  • Dit zijn er 66 duizend meer, dan het het vergelijkbare kwartaal in het voorgaande jaar.
  • De bedrijven met 2 werkzame personen zijn drie procent gestegen ten opzichte van het derde kwartaal in 2023 en tellen nu 140 duizend bedrijven.
  • Hiervan zijn bijna 63 duizend bedrijven actief in de handel, vervoer en horeca.
  • Het aantal bedrijven in het middenbedrijf is vrijwel gelijk gebleven.
  • De meest gekozen rechtsvorm is de eenmanszaak, met ruim een miljoen bedrijven.
  • Na de eenmanszaak is de besloten vennootschap (BV) met 375 duizend bedrijven het populairst.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen worden bijgesteld.

Bekijk de cijfers hier en hier op MKB-StatLine

Hoogste aantal bedrijfsoprichtingen sinds 2011

In 2022 werden bijna 95 duizend bedrijven opgeheven en bijna 160 duizend bedrijven opgericht. Met een totaal van ruim 1,5 miljoen bedrijven in de Business Economy komt dit op een churnrate van ongeveer 16,5 procent. De churnrate geeft een beeld van de verversingsgraad van de bedrijvenpopulatie en is gelijk aan de som van het  aantal oprichtingen en aantal opheffingen gedeeld door de totale bedrijvenpopulatie.
Dat meldt het CBS op de staat van het mkb.

  • De churnrate was in 2022 het hoogst in de bedrijfstakken verhuur en overige zakelijke diensten (bijna 23 procent), vervoer en opslag ( ruim 21 procent) en delfstoffenwinning (bijna 21 procent).
  • De grootste groei in churnrate is te zien bij de branche delfstoffenwinning. Dit is met bijna 6 procentpunt toegenomen ten opzichten van 2021.
  • In de branche specialistische zakelijke diensten is het hoogst aantal bedrijven opgericht ( bijna 42 duizend)
  • Daar staat tegenover dat ook het aantal opheffingen in de branche specialistische zakelijke diensten het hoogst zijn (bijna 26 duizend)

 Bekijk de cijfers over bedrijvendynamiek MKB en overleving

Record aantal bedrijfsoprichtingen tweede kwartaal 2023

In het tweede kwartaal van 2023 werden bijna 6 duizend mkb-bedrijven opgericht. Dit is het hoogst aantal oprichtingen sinds het begin van de meting in 2007. Er werden in het tweede kwartaal van 2023 ruim 29 duizend bedrijven opgeheven. Dit is een lichte toename van 355 opgeheven bedrijven ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal in het voorgaande jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Het merendeel van de oprichtingen en opheffingen bestond uit bedrijven met 1 werkzame persoon. Van het totale aantal oprichtingen was dat 93 procent. Van het totale aantal opheffingen was 86 procent een bedrijf met 1 werkzame persoon
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (bijna 13 duizend). Ook in de handel werden er in het tweede kwartaal 2023 relatief veel bedrijven opgericht (ongeveer 8.5 duizend).
  • In de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten vonden de meeste opheffingen plaats (ruim 5 duizend). Vergeleken met het hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar is dit een lichte daling van 1 procent.

*op basis van voorlopige cijfers

 

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

 

Record aantal bedrijfsoprichtingen eerste kwartaal 2023

In het eerste kwartaal van 2023 werden bijna 61 duizend mkb-bedrijven opgericht. Dit is het hoogst aantal oprichtingen sinds het begin van de meting in 2007. Er werden in het eerste kwartaal van 2023 ruim 28 duizend bedrijven opgeheven. Dit is een afname van 23 procent ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal in het voorgaande jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Het merendeel van de oprichtingen en opheffingen bestond uit bedrijven met 1 werkzame persoon. Van het totale aantal oprichtingen was dat 94 procent. Van het totale aantal opheffingen was 86 procent een bedrijf met    1 werkzame persoon
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (ruim 11 duizend). Ook in de bouwnijverheid werden er in het eerste kwartaal 2023 relatief veel bedrijven opgericht (ongeveer 7 duizend).
  • In de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten vonden de meeste opheffingen plaats (ruim 5.5 duizend). Vergeleken met het hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar is dit wel een daling van 33 procent.

*op basis van voorlopige cijfers

 

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

Meer samenwerking bij innoveren in het mkb

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over innovatie bij bedrijven over de periode 2018-2020. Het gaat om type innovatie en ontwikkeling van innovaties en over de samenwerking en belemmeringen bij innovatie. De mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen hebben de grootste groei in innovatie laten zien. De belemmeringen die invloed hebben gehad om innovatie activiteiten op te starten, lagen vooral in andere prioriteiten binnen het bedrijf

  • Van de bevraagde bedrijven in de business economy en landbouw waren er 23.525 bedrijven met een innovatie.
  • Procesinnovaties waren net zoals in de eerder gemeten periode de meest voorkomende innovaties.
  • 14.925 mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen, hadden procesinnovaties gerealiseerd. Dit zijn 2.760 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode van 2016-2018.
  • Van deze procesinnovaties waren de administratieve innovaties bij 8.400 bedrijven de meest voorkomende innovaties.
  • Er 8.375 mkb bedrijven die innovaties samen met andere bedrijven of instellingen hebben ontwikkeld. Dit zijn 2.380 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode. Het vaakst werd er samengewerkt met leveranciers.
  • Redenen voor belemmeringen van innovaties waren vooral andere prioriteiten binnen het bedrijf. En gebrek aan kapitaal en/of subsidies in combinatie met te hoge kosten voor het realiseren van innovaties. Dit beeld is niet veranderd ten opzichte van de eerder gemeten periode.

Bekijk hier de cijfers over innovatie bij bedrijven, type innovatie en samenwerking en belemmeringen bij innovatie

Bedrijven met gestegen kosten hebben meer behoefte aan externe financiering

Voor bijna 6 op de 10 bedrijven vormden de bedrijfskosten een (zeer) belemmerende factor voor de bedrijfsvoering in de periode van 1 juli 2021 tot 1 juli 2022. Dat waren er meer dan een jaar eerder, en deze bedrijven gaven ook vaker aan behoefte te hebben aan externe financiering. Binnen het totale mkb is het aantal bedrijven met behoefte aan financiering licht afgenomen. Dit blijkt uit de Financieringsmonitor, die jaarlijks door het CBS wordt gemaakt in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Voor dit onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven in de business economy met twee of meer werkzame personen.
Bekijk het dashboard van de financieringsmonitor

Meer bedrijven belemmerd door hoge kosten

Meer bedrijven dan in voorgaande jaren gaven in 2022 aan dat de bedrijfskosten een (zeer) belemmerende factor vormden. 57 procent van de bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb) gaf dit aan. In 2021 was dit 39 procent. Bij middelgrote bedrijven steeg dit percentage van 43 naar 68. Onder alle grootteklassen is het aandeel bedrijven dat de huidige bedrijfskosten als zeer belemmerend ervaart, relatief sterk toegenomen. Van de bedrijven in het mkb die de huidige bedrijfskosten als (zeer) belemmerend ervaren, heeft 22 procent een externe financieringsbehoefte. Voor bedrijven die hoge kosten niet als belemmerend ervaren is dit 6 procent.

Start en uitbreiding meest genoemde financieringsdoel

De inzet van externe financiering is samen te vatten in drie hoofddoelen: start en uitbreiding, continuering en nieuwe activiteiten. Bedrijven kunnen behoefte hebben aan externe financiering voor meerdere van deze doelen. De meeste bedrijven met financieringsbehoefte hadden het geld nodig voor start en uitbreiding (78 procent). Bij 69 procent was continuering het hoofddoel en bij 58 procent nieuwe activiteiten. Onder de hoofddoelen vallen meerdere subdoelen. Het meest voorkomende financieringsdoel onder start en uitbreiding is uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten. In het geval van het hoofddoel continuering is het meest voorkomende subdoel de financiering van voorraden en werkkapitaal (43 procent), en bij nieuwe activiteiten de financiering voor personeelskosten (21 procent).

Verwachte financieringsbehoefte kleine en middelgrote bedrijven gestegen

Met ruim 2 op de 10 middelgrote en kleine bedrijven die externe financiering verwachtten nodig te hebben, was de behoefte in deze grootteklassen in 2022 het grootst. Een jaar eerder was de verwachte financieringsbehoefte van deze bedrijven juist relatief klein. Onder grote en microbedrijven nam de verwachte financieringsbehoefte licht af. Dat geldt ook voor het totale mkb, met een afname van 13 procent in 2021 naar 12 procent in 2022.

bron: www.cbs.nl

Kostenstijgingen vaker doorberekend binnen mkb dan grootbedrijf

Het merendeel van de ondernemers binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb) berekent de stijgende grondstofkosten door aan klanten. Ondernemers binnen het grootbedrijf doen dit minder vaak. Op korte termijn verwachten ondernemers in het middenbedrijf het vaakst prijsstijgingen en voor 2023 voorzien zij een investeringstoename. Ondernemers binnen het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren komend jaar. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het Jaarbericht Staat van het mkb 2022. De gegevens zijn begin oktober verzameld door het CBS in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.

Om met de kostenstijgingen van grondstoffen, energie en bedrijfsmiddelen om te gaan berekent het merendeel van de ondernemers deze stijgingen door aan klanten. 60 procent van de mkb-ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit de belangrijkste manier was. Binnen het grootbedrijf (250 werkzame personen of meer) doet iets meer dan de helft van de ondernemers dit. Ook proberen ondernemers kosten te besparen, bijvoorbeeld door procesoptimalisatie. 21 procent van de mkb-ondernemers gaf dit aan als belangrijkste manier, tegenover 32 procent van de ondernemers in het grootbedrijf.

Bouwnijverheid verwacht het vaakst stijgende verkoopprijzen

Aan het begin van het vierde kwartaal 2022 verwachtte per saldo 47 procent van de ondernemers stijgende verkoopprijzen voor de komende drie maanden. Ondernemers binnen de bouwnijverheid verwachtten dit het vaakst; in het kleinbedrijf (5 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) ruim 70 procent en in het grootbedrijf 82 procent. Ook in de handel verwachtten ondernemers binnen alle grootteklassen dit relatief vaak. In de horeca is het verschil tussen grootteklassen het grootst; bij het kleinbedrijf voorzag per saldo 47 procent een stijging, voor het grootbedrijf was dit 20 procent. Ondernemers binnen de bedrijfstak verhuur en handel van
onroerend goed verwachtten het minst vaak een prijsstijging. Bij het kleinbedrijf werd per saldo zelfs een daling van de verkoopprijzen verwacht.

Ondernemers in kleinbedrijf voorzien investeringsafname in 2023

In het laatste kwartaal van elk jaar worden in de Conjunctuurenquête de verwachtingen van ondernemers voor komend jaar uitgevraagd. Van het totale niet-financiële bedrijfsleven verwacht per saldo 3 procent van de ondernemers meer te investeren in 2023 dan in het huidige jaar. Vooral in het grootbedrijf zijn ondernemers per saldo positief; 21 procent verwacht een toename, 8 procent verwacht een afname. Ook in het middenbedrijf zijn er meer ondernemers die een toename van de investeringen verwachten in 2023 dan een afname, per saldo 4 procent. Ondernemers in het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren; per saldo 5 procent voorziet een investeringsafname voor 2023.

Mkb-ondernemers investeren vooral in technologie voor toekomstbestendigheid

Om toekomstbestendig te blijven investeren mkb-ondernemers vooral in technologie, zoals automatisering en digitalisering. Bijna 29 procent van de ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit hun belangrijkste investering was om toekomstbestendig te blijven. Ook investeert bijna een kwart van de ondernemers hoofdzakelijk in hun personeel met het oog op de toekomst, voor duurzaamheid was dit iets minder dan een kwart.
Mkb-ondernemers investeren minder vaak om toekomstbestendig te blijven dan ondernemers binnen het grootbedrijf. 11 procent van de mkb’ers gaf aan helemaal niet te investeren met dit doeleinde, bij het grootbedrijf was dit slechts 3 procent. Vooral investeringen in duurzaamheid zijn binnen het grootbedrijf vaker de belangrijkste investering.

Middenbedrijf investeert vaker in technologie dan kleinbedrijf

Binnen het mkb investeert het middenbedrijf vaker dan het kleinbedrijf met het oog op de toekomst, 94 procent tegenover 86 procent. In beide grootteklassen investeren ondernemers het vaakst hoofdzakelijk in technologie. In het middenbedrijf investeren vooral ondernemers in de bedrijfstak vervoer en opslag in technologie, daar gaf bijna de helft van de ondernemers dit aan. Bij het kleinbedrijf investeren groothandelaren het vaakst in technologie. Horecaondernemers en bouwondernemers investeerden zowel bij het midden- als kleinbedrijf het minst vaak in technologie zoals automatisering of digitalisatie.

Faillissementen gestegen in het derde kwartaal 2022

In het derde kwartaal van 2022 werden 387 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen de business economy. Daarmee is het aantal faillissementen met bijna 32% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, het aantal faillissementen lag toen met 294 historisch laag voor een derde kwartaal. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

  • De meeste faillissementen vonden plaats binnen de handel, gevolgd door de bouwnijverheid. Deze branches waren samen goed voor bijna de helft van het totaal aantal faillissementen.
  • Bijna 45 procent van de faillissementen in het derde kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met één werkzame persoon. Ruim 43 procent betrof een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen.
  • Er waren in totaal 1961 werkzame personen betrokken bij een faillissement in het derde kwartaal van 2022. Niet eerder steeg het aantal betrokken personen bij een faillissement zo hard.
  • Het hoogste aantal uitgesproken faillissementen vonden plaats bij bedrijven jonger dan drie jaar. Bij de bedrijven vanaf drie jaar en ouder nemen de faillissementen toe ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar.

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

 

 

Nederland een exportland: mkb-uitvoer van goederen in 2020

Dat Nederland sterk gericht is op de internationale handel blijkt onder andere uit de exportcijfers. Vanaf 2015 tot 2019 nam de exportwaarde van goederen jaar op jaar toe. Met een exportwaarde van ruim 515 miljard euro behaalde Nederland in 2019 een exportrecord.* In 2020 kregen exporteurs echter te maken met handelsbeperkende maatregelen om de verspreiding van corona tegen te gaan. In deze periode schaalden ook buitenlandse afnemers sterk af of gingen in lockdown. Hierdoor zakte de exportwaarde van goederen tot bijna 483 miljard euro. Het huidige onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) op de Staat van het mkb (svhmkb) geeft een beeld van de goederenuitvoer en –exporteurs binnen het mkb in dit atypische jaar.

In 2020 exporteerden ruim 112 duizend Nederlandse bedrijven goederen vanuit Nederland naar het buitenland. Dit is zes procent minder dan een jaar eerder, toen waren er bijna 120 duizend exporteurs. De Nederlandse exporteurs waren in 2020 goed voor ongeveer 70 procent van de exportwaarde van goederen uit Nederland, dat is ongeveer 344 miljard euro. Daarmee daalde de uitvoerwaarde met vier procent ten opzichte van 2019.

Het overige gedeelte van de exportwaarde van goederen uit Nederland betrof die van buitenlandse bedrijven die via Nederland goederen doorvoerden naar andere landen. Die exportwaarde daalde tijdens het eerste coronajaar harder dan de goederenexport van Nederlandse bedrijven, waardoor de totale exportwaarde van goederen uit Nederland met meer dan zes procent daalde.

Grootste daling exportwaarde bij grootbedrijf

Het gros van de Nederlandse goederenexporteurs in 2020 betrof het midden- en kleinbedrijf (mkb). Deze bedrijven zorgden dan ook voor de daling van het totaalaantal goederexporteurs in 2020; het aantal grootbedrijven (250 of meer werkzame personen) dat goederen exporteerde nam juist licht toe ten opzichte van 2019. Ondanks deze toename zag het grootbedrijf de uitvoerwaarde van goederen dalen met bijna 8 miljard euro (-6 procent). De goederenexportwaarde van het mkb daalde met drie procent minder hard en bedroeg ruim 216 miljard euro in 2020. Dat is 63 procent van de totale uitvoer door Nederlandse bedrijven. In 2020 golden er diverse handelsbeperkende maatregelen in het kader van corona en de Brexit.

Binnen mkb vooral middenbedrijf getroffen door handelsbeperkingen

Met slechts 5 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) goed voor meer dan de helft van de goederenuitvoerwaarde van het mkb in 2020. Wel drukte de handelsbeperkte maatregelen de exportwaarde van het middenbedrijf; deze daalde met ruim 9 miljard euro ten opzichte van 2019, een daling van 8 procent. Zowel het microbedrijf (tot 10 werkzame personen) als het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) zag de uitvoer juist met drie procent toenemen tijdens het eerste coronajaar. Van de mkb-bedrijven die goederen exporteerde in 2020 was 80 procent een microbedrijf en 15 procent een kleinbedrijf.

Duitsland grootste afnemer van Nederlandse mkb

Van de totale uitvoer door Nederlandse mkb-bedrijven in 2020 werd bijna 23 procent geëxporteerd naar Duitsland. Hiermee was Duitsland de grootste buitenlandse afnemer van het Nederlandse mkb. Ook België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten waren respectievelijk grote afnemers; zij maakten samen bijna 30 procent van de mkb-goederenexport uit.

In het jaar voorafgaand aan de coronapandemie steeg de export door mkb-bedrijven naar de meeste landen licht. Deze toename sloeg in 2020 voor veel exportbestemmingen volledig om. Mede door de effecten van de Brexit nam de goederenexport door mkb-bedrijven naar het Verenigd Koninkrijk in 2020 het sterkst af met ruim twee miljard euro, een daling van 12 procent. Ook de goederenexport naar Duitsland nam met één miljard euro fors af (-2 procent) ten opzichte van 2019. De uitvoer door mkb-bedrijven naar België en Verenigde Staten nam juist licht toe.

Starters exporteren vooral naar Duitsland en België

In 2020 waren er ruim 21 duizend goederenexportstarters binnen het mkb, een afname ten opzichte van 2019. Toen waren er ruim 26 duizend mkb-starters op de goederenexportmarkt, een recordaantal in vergelijking met eerdere jaren. Exportstarters zijn bedrijven die in een bepaald jaar wel exporteerden, maar in de voorgaande twee jaren nog niet.

Vooral veel mkb-exporteurs in de handel

42 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was actief in de bedrijfstak handel, veruit het meest van alle bedrijfstakken. Het merendeel hiervan was een groothandelaar. De mkb-handelaren waren goed voor een uitvoerwaarde van 119 miljard, dat is 55 procent van de totale exporthandel van Nederlandse bedrijven. Ook binnen de industrie en specialistische zakelijke dienstverlening exporteerden relatief veel mkb-bedrijven goederen.

*Cijfers zijn bekend vanaf 2012, betreft cijfers over goederen.

Bekijk hier de cijfers over de internationale handel van het mkb.

Lees meer over internationale handel:

Zelfstandig mkb vooral indirect van belang voor export

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2021

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2020

Recordaantal openstaande mkb-vacatures in eerste kwartaal 2022

Aan het einde van het eerste kwartaal 2022 stond er een recordaantal van 249 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Tijdens het begin van de coronapandemie nam het aantal openstaande vacatures af, maar sinds het tweede kwartaal van 2021 werden recordhoogtes bereikt. Eerder piekte het aantal openstaande vacatures in het eerste kwartaal nog op 157 duizend in 2019. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

Het aantal openstaande vacatures steeg begin 2022 harder binnen het mkb dan het grootbedrijf; het aantal mkb-vacatures nam met 82 procent toe en voor het grootbedrijf was de stijging 78 procent ten opzichte een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2021 nam het aantal mkb-vacatures ook al flink toe, terwijl dit aantal binnen het grootbedrijf juist daalde ten opzichte van een jaar eerder. Begin 2020 zat Nederland in de eerste lockdown vanwege de coronapandemie en nam met name het aantal mkb-vacatures fors af.

In het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) namen de openstaande vacatures relatief het meeste toe ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 en verdubbelde bijna tot ruim 91 duizend vacatures. Ook in het microbedrijf (0 tot 10 werkzame personen) en middenbedrijf  (50 tot 250 werkzame personen) was de stijging fors met respectievelijk ruim 67 en 81 procent.

Ruime verdubbeling mkb-vacatures in handel, vervoer en horeca

In alle bedrijfstakken binnen het mkb groeide het aantal openstaande vacatures ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2021 en 2020. Daarmee zijn het aantal openstaande vacatures nu in alle sectoren ruim boven de aantallen van het eerste kwartaal van 2019, voor de coronamaatregelen. Binnen de handel, vervoer en horeca was de toename het grootst en nam het aantal vacatures ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 met 51 duizend vacatures ruim 125 procent toe. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 gaat dit met bijna 38 duizend vacatures om een toename van ruim 73 procent.

090

Vacaturegroei in gezondheids- en welzijnszorg relatief groter in mkb

In de meeste bedrijfstakken was de relatieve groei van het aantal openstaande vacatures ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 kleiner in het mkb dan in het grootbedrijf. In de gezondheids- en welzijnszorg was de toename van het aantal openstaande mkb-vacatures juist groter, bijna 70 procent tegenover ruim 50 procent voor het grootbedrijf. In absolute aantallen was de groei wel hoger in het grootbedrijf; daar steeg het aantal vacatures met bijna 15 duizend, terwijl de toename binnen het mkb bijna 8 duizend was.

Bekijk hier de cijfers over de vacatures in het mkb.