Meer samenwerking bij innoveren in het mkb

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over innovatie bij bedrijven over de periode 2018-2020. Het gaat om type innovatie en ontwikkeling van innovaties en over de samenwerking en belemmeringen bij innovatie. De mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen hebben de grootste groei in innovatie laten zien. De belemmeringen die invloed hebben gehad om innovatie activiteiten op te starten, lagen vooral in andere prioriteiten binnen het bedrijf

  • Van de bevraagde bedrijven in de business economy en landbouw waren er 23.525 bedrijven met een innovatie.
  • Procesinnovaties waren net zoals in de eerder gemeten periode de meest voorkomende innovaties.
  • 14.925 mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen, hadden procesinnovaties gerealiseerd. Dit zijn 2.760 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode van 2016-2018.
  • Van deze procesinnovaties waren de administratieve innovaties bij 8.400 bedrijven de meest voorkomende innovaties.
  • Er 8.375 mkb bedrijven die innovaties samen met andere bedrijven of instellingen hebben ontwikkeld. Dit zijn 2.380 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode. Het vaakst werd er samengewerkt met leveranciers.
  • Redenen voor belemmeringen van innovaties waren vooral andere prioriteiten binnen het bedrijf. En gebrek aan kapitaal en/of subsidies in combinatie met te hoge kosten voor het realiseren van innovaties. Dit beeld is niet veranderd ten opzichte van de eerder gemeten periode.

Bekijk hier de cijfers over innovatie bij bedrijven, type innovatie en samenwerking en belemmeringen bij innovatie

Meer opheffingen en minder oprichtingen onder mkb-bedrijven in het tweede kwartaal van 2022

In het tweede kwartaal van 2022 werden 60 duizend mkb-bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, met 58 duizend oprichtingen, afgenomen. Het aantal opheffingen nam ten opzichte van het tweede kwartaal 2021 toe met 45 procent tot ruim 30 duizend. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Zowel oprichtingen (ruim 55 duizend) als de opheffingen (25 duizend) in het tweede kwartaal van 2022 betroffen voornamelijk bedrijven met                  1 werkzame persoon.
  • In de bedrijfsgroottes 2 tot 10 werkzame personen waren er in het tweede kwartaal minder oprichtingen (4 duizend) dan opheffingen (5 duizend) in het mkb.
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (bijna 11 duizend). Dit een afname van 7 procent ten opzichte van een jaar eerder.
  • De meeste opheffingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak handel (bijna 6 duizend). Dit zijn 51 procent meer opheffingen dan een jaar eerder.

*op basis van voorlopige cijfers

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

 

Investeringen in mkb groeien in 2020

In 2020 investeerde het totale bedrijfsleven* ruim 62,7 miljard euro in materiële vaste activa. Dat is 4 procent minder dan een jaar eerder. De daling valt toe te schrijven aan het grootbedrijf, dat ruim 13 procent minder investeerde. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) investeerde juist meer dan in 2019 en was met 35,6 miljard euro goed voor meer dan de helft van de investeringen in 2020. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek  op de Staat van het mkb.

De investeringen van het mkb namen met 4 procent toe ten opzichte van 2019, toen werd er 34,2 miljard euro geïnvesteerd. Dit was het vierde jaar op rij waarin de mkb-investeringen toenamen. Het grootbedrijf kampte voor het eerst sinds 2016 met dalende investeringen. In 2019 investeerde het grootbedrijf nog bijna een kwart meer dan een jaar eerder.

Mkb investeert het meest in bedrijfsgebouwen

Het mkb investeerde in 2020 vooral meer in bedrijfsgebouwen. Deze investeringen namen met 1,8 miljard toe (+15 procent) en maakten in 2020 bijna 40 procent van de totale mkb-investeringen uit. Ook in machines en installaties en computers en randapparatuur investeerde het mkb meer dan in 2019. De investeringen in vervoermiddelen daalden daarentegen flink en maakten in 2020 ongeveer 20 procent uit van de totale mkb-investeringen. Een jaar eerder was dit nog ruim een kwart.

Mkb investeert meer dan grootbedrijf
In 2020 was het mkb goed voor 57 procent van de totale investeringen in materiële activa. Dit is meer dan een jaar eerder, toen lag dit percentage nog op 52 procent. In 2013 investeerde het grootbedrijf voor het laatst meer dan het mkb.

In bijna alle investeringsgroepen werd in 2020 meer geïnvesteerd door het mkb dan het grootbedrijf. Met name in bedrijfsgebouwen investeerde het mkb fors meer, namelijk 8,8 miljard euro meer dan in het grootbedrijf. Hiermee deed het mkb bijna driekwart van de totale investeringen in bedrijfsgebouwen. Voor grond-, water- en wegenbouwkundige werken waren de investeringen van het grootbedrijf juist hoger en lagen met 5,3 miljard euro bijna 7 keer hoger dan de mkb-investeringen. Een kwart van de totale investeringen van het grootbedrijf waren in computers en randapparatuur, dit was met 6,8 miljard euro de grootste investering van het grootbedrijf. Het mkb investeerde met 7,2 miljard euro wel meer.

Het kleinbedrijf was goed voor 48 procent van de totale mkb investeringen

In 2020 werd 52 procent van de mkb-investeringen gedaan door het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen), voor het kleinbedrijf (0 tot 50 werkzame personen) was dit 48 procent. Het middenbedrijf investeerde het meest in bedrijfsgebouwen, gevolgd door vervoermiddelen. Het kleinbedrijf deed vooral investeringen in bedrijfsgebouwen en computers en randapparatuur.

Bekijk de cijfers over investeringen op MKB-StatLine

*(excl. financiële instellingen, agrarische sector, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie.)

Economisch beeld mkb boven trend

Aan het begin van het derde kwartaal 2021 presenteerden het merendeel van de indicatoren van de mkb-conjunctuurklok boven hun langjarige trend. Hierdoor was er voor het eerst sinds de coronacrisis sprake van hoogconjunctuur binnen het mkb. Alle twaalf de indicatoren lieten een verbetering zien. Een kwartaal eerder bevonden negen van de twaalf indicatoren zich nog onder hun langjarige trend. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de mkb-conjunctuurklok. 

 

 

De mkb-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het midden- en kleinbedrijf (mkb) kunnen worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Stemmingsindicatoren verbeterd

Alle zes de stemmingsindicatoren namen toe ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021. Toen ontwikkelden de meeste stemmingsindicatoren zich ook al positief en daalde enkel de stemming over de economische ontwikkeling. De stemming over de consumptie lag aan het begin van het derde kwartaal 2021 ondanks de positieve ontwikkeling nog wel onder de trend.

Ook reële indicatoren namen toe

Ook de zes reële indicatoren namen in het derde kwartaal 2021 zonder uitzondering toe ten opzichte van het voorgaand kwartaal. De indicator gericht op consumptie van duurzame goederen liet toen nog een negatieve ontwikkeling zien, evenals het volume van de binnenlandse consumptie. Laatstgenoemde bevond zich aan het begin van het derde kwartaal als de enige indicator onder de trend. In het tweede kwartaal van 2021 gold dit nog voor vijf van de zes indicatoren en lag enkel het aantal faillissementen boven de trend.

mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De mkb-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het mkb in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de mkb-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het vierde kwartaal van 2021 wordt begin december 2021 verwacht.

Bronnen:

Staat van het MKB – Conjunctuurdashboard

 

Behoefte mkb aan nieuwe externe financiering blijft op hetzelfde niveau

Tussen juli 2019 en juli 2020 had 22 procent van alle mkb-bedrijven behoefte aan nieuwe externe financiering. Zowel dit aandeel als de slaagkans van een financieringsaanvraag waren vergelijkbaar met een jaar eerder. Het bedrag van de aanvraag was evenwel een stuk lager. Vier op de vijf bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kregen de financiering (deels) toegekend. Bij ruim 17 procent van de bedrijven die in deze periode een financiering kregen toegekend, was deze bedoeld voor overbrugging van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Dat meldt het CBS in de derde editie van de Financieringsmonitor. In dit bericht blijft het gebruik van financiële coronaregelingen van de overheid buiten beschouwing.

Voor dit onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen in de business economy1 over nieuwe externe financiering2 in de periode juli 2019 tot juli 2020. Van deze bedrijven ervoer 57 procent belemmeringen in hun bedrijfsvoering vanwege het coronavirus. In die groep had 29 procent behoefte aan nieuwe externe financiering. Cijfers over de financieringsbehoefte vanaf juli 2020 zijn nog niet beschikbaar.

Van de bedrijven met een financieringsbehoefte verkende 80 procent de mogelijkheden, voor 8 procent van de bedrijven waren de financieringsmogelijkheden al bekend. Van al deze bedrijven deed 59 procent daadwerkelijk een financieringsaanvraag. Daarvan was 79 procent succesvol. Dit betekent dat 23,8 duizend bedrijven het aangevraagde bedrag geheel of ten dele kregen.

Onroerend goed en overbrugging coronavirus belangrijkste financieringsdoelen

Van de bedrijven met een (deels) succesvolle aanvraag wilde één op de vijf onroerend goed financieren. Van de succesvolle financieringsaanvragen in de periode juli 2019­–juli 2020 was 17 procent gericht op het overbruggen van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Met name in de handel, vervoer en horeca was dit een veel voorkomend financieringsdoel. Tegelijkertijd is het coronavirus voor sommige bedrijven juist aanleiding om af te zien van nieuwe externe financiering. Vanwege de onzekerheid rondom het coronavirus lijkt het erop dat bedrijven huiverig zijn om nieuwe verplichtingen aan te gaan of mogelijk denken de financiering niet rond te krijgen. Belemmeringen als gevolg van het coronavirus spelen overigens pas vanaf 2020. Bij 15 procent van de geslaagde aanvragen was bedrijfsuitbreiding het financieringsdoel. Dit speelt vooral bij middenbedrijf en grootbedrijf.

Bedrijven zoeken lager financieringsbedrag

Het doorsnee bedrag aan nieuwe externe financiering dat mkb-bedrijven aanvroegen, was 100 duizend euro, dat is duidelijk lager dan in de periode van juli 2018 tot juli 2019. Dat bedrag was toen 173 duizend euro. Doorsnee wil zeggen dat de helft van de bedrijven een lager bedrag zocht en de andere helft een hoger bedrag. Deze afname wordt veroorzaakt door microbedrijven3. Het bedrag dat zij zochten is gehalveerd.

Gemiddelde slaagkans laagst bij ICT-sector

De slaagkans voor een financieringsaanvraag hangt samen met de omvang en de leeftijd van een bedrijf. Zo was de slaagkans in het microbedrijf 77 procent, en dit loopt op tot 88 procent voor het middenbedrijf. In de ICT-sector had slechts 55 procent van de bedrijven een (deels) succesvolle financieringsaanvraag. Bedrijven in ICT of zakelijke dienstverlening kunnen financiers minder onderpand bieden dan bijvoorbeeld bouw- of onroerend goedbedrijven. Oudere bedrijven hebben meestal een reputatie en middelen opgebouwd, waardoor het verstrekken van financiering minder risicovol is.

De Financieringsmonitor

De Financieringsmonitor wordt bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor nieuwe externe financiering van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Daarvoor zijn bedrijven geënquêteerd over hun zoektocht naar financiering en wordt een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse externe financieringsmarkt. In deze derde editie van de Financieringsmonitor is ook stilgestaan bij de gevolgen van het coronavirus voor bedrijven, en in het bijzonder voor de externe financiering.

De Financieringsmonitor bestaat uit drie onderdelen. De voornaamste uitkomsten worden beschreven in het onderzoeksrapport. Het dashboard geeft op interactieve wijze meer detailinformatie. Ten slotte worden de analysedata die voortkomen uit de monitor beschikbaar gesteld aan gebruikers van de microdatafaciliteit van het CBS. Deze gebruikers kunnen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gepseudonimiseerde gegevens op persoons- of bedrijfsniveau. Zo kunnen ook anderen onderzoek doen naar de financierbaarheid van het midden- en kleinbedrijf.

Toelichting

1)      Business economy

De term business economy wordt internationaal het meest gebruikt om het mkb af te bakenen. De business economy telt de overheidssector niet mee. Ook de agrarische sector, financiële dienstverlening, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie, belangen- en hobby-verenigingen en overige persoonlijke dienstverlening worden niet tot de business economy gerekend.

Midden- en kleinbedrijf (mkb)

Tot het mkb behoren ondernemingen met minder dan 250 werkzame personen. In de Financieringsmonitor wordt ook een ondergrens gehanteerd van 2 werkzame personen. Binnen het mkb wordt een onderverdeling gemaakt naar drie onderliggende grootteklassen: het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen), kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

2)      Financiering

Het gaat hierbij om vreemd vermogen of om eigen vermogen dat buiten het bedrijf, of buiten het eigen geld van de ondernemer, wordt gezocht.

3)      Omdat het microbedrijf ruim vier vijfde van het mkb in de business economy beslaat, zijn de resultaten in de monitor sterk beïnvloed door de uitkomsten voor deze grootteklasse.

Bronnen

Rapport Financieringsmonitor 2020

Dashboard Financieringsmonitor 2020

Relevante links

Nieuwsbericht

Vragen en antwoorden coronacrisis

Microdatafaciliteit CBS 

 

 

Recordaantal opheffingen en oprichtingen in het MKB in 2020

In 2020 zijn er ruim 208 duizend bedrijven opgericht. Hiermee is het recordaantal opgerichte bedrijven (sinds het begin van de meetmethode in 2007) van 2019 verbroken. Toen waren er ruim 207 duizend oprichtingen. Tegenover het hoogste aantal oprichtingen staat ook het hoogste aantal opheffingen. Voor lange tijd vonden de meeste opheffingen plaats in 2012 (ongeveer 127 duizend). Met ruim 140 duizend opheffingen zijn dit er voor het eerst sinds 2012 nu meer. Alle oprichtingen en opheffingen betroffen MKB-bedrijven. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

Grootste toename oprichtingen binnen detailhandel

In 2020 werden er fors meer detailhandelsbedrijven opgericht dan in 2019, ruim 7 duizend meer. Dit betrof met name webwinkels. Binnen de meeste bedrijfstakken werden juist minder bedrijven werden opgericht; in zowel de bouwnijverheid als de gezondheids- en welzijnszorg zelfs zo’n 1000 bedrijven minder. Ook bedrijfstakken waar het aantal oprichtingen veel lager ligt laten forse afnames zien. Zo werden er bijna de helft minder waterbedrijven en afvalbeheerbedrijven opgericht en ongeveer 29 procent minder bedrijven binnen de tak openbaar bestuur en overheidsdiensten.

Hoogste aantal opheffingen ooit in 2020

In 2020 werden ruim 140 duizend bedrijven opgeheven. Dit zijn ruim 25 duizend opheffingen meer dan in 2019 en bovendien het hoogste aantal opheffingen sinds het begin van de meetmethode in 2007. Bijna de helft van deze toename valt te wijten aan een stijging van het aantal opheffingen binnen de sector specialistische zakelijke diensten. Ook binnen de handelssector en de informatie- en communicatiesector nam het aantal opheffingen ten opzichte van 2019 toe. De meeste bedrijven werden opgeheven in de sector specialistische zakelijke diensten (24%) en de handelssector (16%).

Oprichtingen en opheffingen met name bedrijven met één werkzaam persoon

In 2020 betrof 92 procent van de oprichtingen een bedrijf met één werkzaam persoon. De overige oprichtingen waren bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen. Ook de opheffingen betroffen met name bedrijven met 1 werkzaam persoon (bijna 89 procent). Ruim 10 procent betrof bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen en minder dan 1 procent betrof bedrijven met 10 tot 250 werkzame personen.

Bekijk hier de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

Aantal faillissementen in tweede kwartaal stijgt gestaag

In het tweede kwartaal van 2020 zijn in totaal 770 bedrijven failliet verklaard, dat zijn 20 faillissementen meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Alle faillissementen betrof het midden- en kleinbedrijf (MKB) en in totaal waren hierbij 4 698 werkzame personen betrokken. Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen neemt gestaag toe. In het eerste kwartaal van 2020 werden nog 759 bedrijven failliet verklaard, dat zijn er 11 minder dan in het tweede kwartaal van 2020. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven tot 10 werkzame personen

Het merendeel van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2020 betrof een bedrijf tot 10 werkzame personen. In totaal werden er 335 bedrijven met 1 werkzaam persoon en 314 bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen failliet verklaard. Verder werden nog 110 bedrijven met de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 11 bedrijven met de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet verklaard.

Meeste faillissementen in de handel

In de handel vielen de meeste faillissementen met 221 in het tweede kwartaal van 2020. Daarvan betroffen 109 faillissementen een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling en 96 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s).

Ook in de bouwnijverheid en de horeca vielen relatief veel faillissementen. In het tweede kwartaal van 2020 waren dat 117 bouwbedrijven, dat zijn 3 bouwbedrijven meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. In de horeca vielen er in totaal 111 faillissementen, dat zijn 42 faillissementen meer dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 betrof ruim 82 procent van de faillissementen in de horeca een eet- en drinkgelegenheid.

Bijna 30 procent bestond al langer dan 10 jaar

Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond al langer dan 10 jaar, dat zijn in totaal 228 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het tweede kwartaal van 2020 failliet gingen, was dan ook 9,5 jaar.

189 faillissementen betrof een bedrijf met een leeftijd van jonger dan 3 jaar, dat is bijna 25 procent van het totaal aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. Het overige aantal (332 faillissementen) betrof een bedrijf met een leeftijd tussen de 3 jaar en de 10 jaar.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven

Aantal MKB-bedrijven met bijna 6 procent toegenomen

Nederland telde bijna 1,9 miljoen MKB-bedrijven in het derde kwartaal 2020. Dit is een toename van 6,5 procent vergeleken met een jaar eerder. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die op MKB-StatLine zijn gepubliceerd.

Bijna alle bedrijfsgroottes namen in aantal toe. Alleen het aantal bedrijven met 5 tot 10 werkzame personen daalde licht. Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon steeg met bijna 98 duizend naar het hoogste aantal tot nu toe, een stijging van 7,1 procent ten opzicht van een jaar eerder.

Groei in bijna alle bedrijfstakken

In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal MKB-bedrijven toe. De bedrijfstak specialistische zakelijke diensten nam met ruim 18 duizend het meest toe, gevolgd door bouwnijverheid (ruim 15 duizend). De toename in deze bedrijfstakken kwam voornamelijk voor rekening van bedrijven met 1 werkzame persoon. Procentueel groeide het aantal MKB-bedrijven het sterkst in de horeca (9,2 procent, ruim 5 duizend nieuwe bedrijven).

Klik hier om naar de nieuwe cijfers te gaan over het aantal bedrijven naar bedrijfstak, bedrijfsgrootte en rechtsvorm