MKB-ondernemersvertrouwen licht gedaald

MKB-ondernemers zijn aan het begin van het eerste kwartaal iets minder positief gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, daalde voor het MKB van 11,8 naar 11,2. Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven daalde van 13,4 naar 10,6. Het verschil komt dus grotendeels voort uit minder optimistische sentimenten in het grootbedrijf.

Het MKB-ondernemersvertrouwen daalt nu voor het vierde kwartaal op rij. Het vertrouwen is gelijk aan het gemiddelde sinds de start van de meting in 2015. In het eerste kwartaal van 2015 bereikte het MKB-ondernemersvertrouwen de laagste waarde (3,7) tot nu toe en in het eerste kwartaal van 2018 werd de hoogste waarde bereikt: 19,6. Het vertrouwen in het kleinbedrijf is met 10,8 iets groter dan in het gehele bedrijfsleven.

Vertrouwen het grootst in het MKB van de bouw

In het MKB van de bouw is het vertrouwen het grootst van alle bedrijfstakken: 27,7. Ook in de horeca, informatie en communicatie en zakelijke dienstverlening is het vertrouwen van MKB-ers bovengemiddeld. In de handel is het MKB-ondernemersvertrouwen in het eerste kwartaal het meest gedaald ten opzichte van het vierde kwartaal van 2018.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Recordaantal mkb-oprichtingen in 2018

In 2018 zijn ruim 191 duizend mkb-bedrijven opgericht, vooral  eenmansbedrijven. In 2018 zijn ook veel mkb-bedrijven (bijna 107 duizend) opgeheven. Het saldo van oprichtingen en opheffingen is met bijna 85 duizend het hoogste sinds 2007. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers over bedrijfsoprichtingen en -opheffingen op MKB-Statline.

Van alle oprichtingen in 2018 bestond 94 procent uit eenmanszaken, vergeleken met 82 procent in 2007. Bij de opheffingen is dat 90 procent (72 procent in 2007). Van het saldo van oprichtingen en opheffingen is 98 procent een eenmansbedrijf. Dat was 92 procent in 2007.

In de afgelopen tien jaar is het aantal bedrijven met 52 procent toegenomen tot ruim 1,75 miljoen op 1 januari 2019, waarvan 80 procent eenmansbedrijven.

Grootste toename in mkb-bedrijven die onderwijs aanbieden

Onderwijs dat buiten scholen en universiteiten wordt gegeven is in opkomst. Per saldo kwamen er 6 980 bedrijven bij die onderwijs aanbieden. Het gaat dan met name om eenmansbedrijven op het gebied van studiebegeleiding, sportonderwijs en bedrijfsopleiding. Per saldo nam het aantal managementadviesbureaus toe met 6 415. In deze sector was zowel het aantal starters als het aantal stoppers het grootst.

Bedrijven in de algemene bouw zoals klusbedrijven kenden ook een flinke netto groei (plus 4 955). In 2018 nam ook het aantal kunstbedrijven (vooral eenpersoonsbedrijfjes in de podiumkunsten) sterk toe, net als het aantal webwinkels.

Bronnen

MKB-Statline: Bedrijven; oprichtingen, bedrijfsgrootte, rechtsvorm, bedrijfstak

MKB-Statline: Bedrijven; opheffingen, bedrijfsgrootte, rechtsvorm, bedrijfstak

Ruim 80 procent financieringsaanvragen MKB succesvol

Bijna een kwart van de MKB-bedrijven in de business economy had in de periode juli 2017 tot juli 2018 behoefte aan externe financiering. Van die groep bedrijven verkende 81 procent de mogelijkheden, waarna 66 procent besloot een financieringsaanvraag te doen. Daarvan was 84 procent geheel of gedeeltelijk succesvol. Dit blijkt uit de nieuwe Financieringsmonitor die het CBS op aanvraag van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft opgezet.

Bekijk het dashboard met de resultaten van de Financieringsmonitor.

Slagingskans neemt toe met bedrijfsomvang

De kans op een succesvolle aanvraag hangt vooral samen met de omvang en de financiële gezondheid van het bedrijf. Het grootbedrijf is het vaakst succesvol: 99 procent slaagt er in het bedrag (deels) te krijgen. In het microbedrijf is dat 80 procent. Financiering gaat vaker naar bedrijven die de financier voldoende zekerheden kunnen bieden.

Crowdfunding en business angels vooral belangrijk voor kleinere bedrijven

Bankleningen zijn nog steeds het belangrijkst, maar alternatieven komen steeds meer voor. Van de financiering die in de markt tot stand komt, wordt het aandeel van bancair krediet in het totaal aan bedrijfsfinanciering gestaag kleiner. Het vormt nog wel altijd het grootste onderdeel in de totale financiering. In het grootbedrijf en het grotere MKB is er een beweging zichtbaar richting financiering met obligaties. Kleinere ondernemingen doen het vaakst een beroep op alternatieven zoals crowdfunding en business angels. Crowdfunding heeft in een paar jaar tijd een enorme groei doorgemaakt, maar vult nog altijd maar een klein deel van de totale financieringsbehoefte in.
Onder meer door steeds verdergaande aanscherpingen van de acceptatiecriteria door banken, die vooral het MKB raken, doet het MKB steeds vaker een beroep op alternatieven. Naast crowdfunding en business angels vormen leasing, factoring en private equity een groot deel van de financiering buiten bankleningen.

Klik hier om het rapport te lezen.

Uitbreiding vaakst drijfveer voor externe financiering

Het MKB zoekt vooral externe financiering om uit te kunnen breiden: meer  dan een derde gebruikt het verkregen geld om bestaande activiteiten op een grotere schaal uit te kunnen voeren. Daarna volgen financiering van werkkapitaal (vooral voor kleinere bedrijven) en vernieuwing van het bedrijf door nieuwe activiteiten op te zetten.

Rentepercentage gunstiger voor grote bedrijven

Bedrijven in het MKB die er in de onderzoekperiode in slaagden financiering aan te trekken, betalen gemiddeld 3,5 procent aan vaste rente en 3,0 procent aan variabele rente. De rentepercentages variëren met de omvang van de bedrijven. Zo zijn deze het hoogst voor het microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen). Voor het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) zijn de rentes al snel een half procentpunt lager en het grootbedrijf betaalt een nog lagere rente.

Geen externe financieringsbehoefte bij driekwart MKB-bedrijven

Iets meer dan driekwart van het MKB in de business economy heeft geen behoefte aan externe middelen om hun activiteiten te financieren. Deze bedrijven financieren hun uitbreidingsplannen en werkkapitaalbehoefte in twee op de vijf gevallen vanuit interne middelen. Nog eens een kwart van de bedrijven zonder financieringsbehoefte heeft geen externe financiering nodig. Die ondernemingen verwachten niet te zullen groeien en zijn meer gericht op continuïteit.

Nieuwe Financieringsmonitor

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd een nieuwe Financieringsmonitor op te zetten. De monitor bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel is een verkenning van de vraagzijde van de markt voor financiering. Met een digitale enquête onder 5 200 ondernemingen is de gehele zoektocht naar financiering in beeld gebracht: van behoefte tot aan uitkomst. De uitkomsten gelden voor het MKB in de business economy in de periode juli 2017 tot juli 2018. Het tweede onderdeel is een schets van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt op basis van data van aanbieders van vijf vormen van financiering: bancair krediet, crowdfunding, factoring, leasing en private equity. De resultaten van de monitor zijn opgenomen in een onderzoeksrapport en ook te vinden in een online dashboard.

 

Ondernemersklimaat Nederland wederom uitstekend

Volgens de Global Entrepreneurship Monitor 2018/2019, het jaarlijkse rapport waarin van meer dan 50 landen de randvoorwaarden voor ondernemerschap onderzocht worden, behoort Nederland wederom tot de koplopers als het gaat om ondernemerschap. In de (NECI-)index, die aangeeft hoe ondernemersvriendelijk een land is, staat Nederland op de derde plek. Vorig jaar was Nederland ook al een van de koplopers.

Nederland scoort met name goed op het gebied van fysieke, commerciële en juridische infrastructuur. Daarnaast is het klimaat op het vlak van financiering en belasting en van samenwerking met universiteiten in Nederland uitstekend.

Nederland scoort het hoogst op het gemak om een bedrijf te starten, gemeten onder volwassenen. Driekwart van de volwassenen vindt het makkelijk om een bedrijf te starten in Nederland, vergeleken met 12% van de volwassenen in Griekenland. Ook starten ondernemers in Nederland vergeleken met andere landen relatief vaak met hun bedrijf vanuit het zien van kansen dan vanuit noodzaak. Volgens het rapport hebben inspanningen van de overheid in de afgelopen decennia om regelgeving te versoepelen en een gunstiger klimaat voor nieuwe ondernemers te scheppen, eraan bijgedragen dat de omstandigheden om een bedrijf te starten in Nederland relatief goed zijn.

Wat verder opvalt is dat 23% van de Nederlandse ondernemers hun bedrijf als eenmanszaak willen blijven runnen en dus niet de intentie hebben om personeel aan te nemen. Alleen in Brazilië (53%) en Madagaskar (30%) ligt dit percentage hoger.

Naar de Global Entrepreneurship Monitor 2018/2019

De Global Entrepreneurship Monitor is het grootste internationaal vergelijkende onderzoek naar ondernemerschap onder de beroepsbevolking. Alle fasen van de ondernemerschapscyclus worden behandeld: van de benodigde vaardigheden via de daadwerkelijke start tot aan het eigendom van een onderneming.

Bron: Global Entrepreneurship Monitor 2018/2019 – Global report

MKB groeit in tien jaar met 600 duizend bedrijven

Begin 2019 telde Nederland ruim 1,75 miljoen MKB-bedrijven. Dit is een toename van 600 duizend bedrijven (52,1 procent) vergeleken begin 2009. Het aantal eenmansbedrijven nam in tien jaar tijd met 77,8 procent toe tot 1,4 miljoen. Deze nieuwe bedrijfscijfers zijn vandaag op MKB-StatLine gepubliceerd.

Het totaal aantal bedrijven in Nederland bestond begin eerste kwartaal van dit jaar voor 99,8 procent uit MKB-bedrijven. Het aandeel van het kleinbedrijf stond op 99,2 procent, het middenbedrijf op 0,7 procent. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2018 is het aantal MKB-bedrijven begin 2019 met 89 duizend gestegen.

Het totaal aantal grootbedrijven steeg vergeleken met het eerste kwartaal van 2018 met 1,8 procent naar bijna 3200, bijna 0,2 procent van de totale bedrijfspopulatie in Nederland. In tien jaar tijd is het aantal grootbedrijven met 3,6 procent toegenomen.

Bedrijfssectoren met bovengemiddelde groei

De sectoren met de hoogste groei van het aantal MKB-bedrijven in de afgelopen tien jaar zijn de gezondheids- en welzijnszorg (+199,7 procent) en het onderwijs (+177,7 procent). Eveneens bovengemiddeld groeide het aantal MKB-bedrijven in de specialistische zakelijke dienstverlening (+70,4 procent), de informatie- en communicatiesector (+69,2 procent) en de verhuur en overige zakelijke diensten (+59,8 procent).

Naar de nieuwe cijfers:
Aantal bedrijven naar bedrijfstak
Aantal bedrijven naar bedrijfsgrootte en rechtsvorm

Aantal MKB-faillissementen in 2018 verder gedaald

In 2018 zijn er in het MKB 2818 bedrijven failliet verklaard. Dit is 6,6 procent minder dan in 2017 toen 3018 bedrijven failliet gingen. In 2013, tijdens de financieel-economische crisis, bereikte het aantal faillissementen in het MKB een recordniveau. In dat jaar gingen 7825 bedrijven failliet.

De helft van het aantal MKB-faillissementen in 2018 betrof bedrijven met één werkzame persoon. Het aandeel van bedrijven met twee tot tien werkzame personen bedroeg 38 procent. Het laagst (1,5 procent) was het aandeel van het middenbedrijf (50-250 werkzame personen). Het middenbedrijf was overigens wel de enige subgroep waar het aantal faillissementen in 2018 hoger was dan in 2017 (+21 procent).

Gemiddelde bedrijfsleeftijd bij MKB-faillissementen afgenomen

De gemiddelde leeftijd van de in 2018 failliet verklaarde MKB-bedrijven was 9,5 jaar. In 2013 toen een recordaantal MKB-bedrijven failliet ging, was de gemiddelde leeftijd op de datum van faillissement 12 jaar.

Kleinere MKB-bedrijven gingen in 2018 op gemiddeld jongere leeftijd failliet dan grotere  MKB-bedrijven. Failliete bedrijven met 1 werkzame persoon waren in 2018 gemiddeld 8,3 jaar oud en bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen waren op het moment van faillissement ruim twee keer zo oud: 18,7 jaar. In 2018 gingen 863 MKB-bedrijven van tien jaar of ouder failliet, ruim 30 procent van het totaal aantal MKB-faillissementen in dat jaar. Bedrijven van drie tot vijf jaar oud vormden in 2018 de kleinste groep van failliete bedrijven (18,9 procent).

Aantal werkzame personen betrokken bij faillissement gestegen

Bij de MKB-bedrijven in de business economy die in 2018 failliet gingen werkten in totaal ruim 15 duizend personen. Vergeleken met 2017 steeg hiermee het aantal werkzame personen dat betrokken is bij een faillissement met 6,4 procent.

De cijfers in dit bericht zijn voorlopig en kunnen nog worden bijgesteld.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine

Zelfstandig MKB verwerft minder zeggenschap in buitenland dan grootbedrijf

In 2015 kende Nederland ongeveer 14 duizend ondernemingen met deelnemingen in het buitenland. Bijna 80 procent van deze ondernemingen behoorde tot het zelfstandig MKB en ongeveer 20 procent tot het grootbedrijf. Dit meldt het CBS in de Internationaliseringsmonitor over financiële globalisering.

Het zelfstandig MKB en het grootbedrijf waren beiden in 2015 goed voor ongeveer de helft van de in totaal 44 duizend deelnemingen in het buitenland.
Zelfstandig mkb’ers verwierven in 2015 over het algemeen minder zeggenschap over de buitenlandse bedrijven waarin zij participeerden dan de grote bedrijven. Ruim 30 procent van de deelnemingen van het zelfstandig MKB betrof minderheidsbelangen, tegenover 15 procent bij het grootbedrijf. Meerderheidsbelangen met deelnemingspercentages boven de 75 procent, voerden echter de boventoon bij zowel het MKB (ruim 60 procent) als het grootbedrijf(ruim 80 procent).

Bekijk hier de nieuwste Internationaliseringsmonitor

 

Ruim veertig procent MKB-bedrijven is tien jaar of ouder

Het aantal MKB-bedrijven in de business economy (bedrijfsleven, exclusief financiële instellingen) dat op 1 januari van dit jaar 10 jaar of ouder was, is 446 duizend. Dit is 41,4 procent van het totaal aantal MKB-bedrijven op deze peildatum. Op basis van leeftijd vormen MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder daarmee veruit de grootste groepering MKB-bedrijven. De categorie MKB-bedrijven van 3 tot 5 jaar oud was op 1 januari van dit jaar met bijna 15 procent van het totaal aantal MKB-bedrijven de kleinste groepering. Dit blijkt uit cijfers van de nieuwe MKB-tabel “Bedrijven; bedrijfstak, grootteklasse, leeftijd” die op 30 november jl. in de Staat van het MKB op MKB-Statline is gepubliceerd. Op dezelfde datum werd de eveneens nieuwe tabel “Bedrijven; bedrijfstak, groeicategorie, leeftijd” gepubliceerd. In deze laatste tabel worden bedrijven ingedeeld in groeicategorieën (sterke/ matige groei/krimp) gebaseerd op de ontwikkeling van het gemiddeld aantal werknemers in een jaar in vergelijking met 3 jaar eerder.

Ruim 90 procent middenbedrijf is 5 jaar of ouder

In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) van de business-economy maakten de  jongere bedrijven op 1 januari van dit jaar nog geen 10 procent uit van het totaal aantal middelgrote bedrijven (8895). Bijna 4 procent van het middenbedrijf bestond op dat moment nog geen 3 jaar en bijna 5 procent zat in de leeftijdscategorie 3 tot 5 jaar oud. Ruim 90 procent van het middenbedrijf was op 1 januari dit jaar 5 jaar of ouder. De middelgrote bedrijven van 10 jaar of ouder vormden met bijna 80 procent van de bedrijven duidelijk de hoofdmoot.

Aantal MKB-bedrijven stijgt in alle leeftijdscategorieën

In het MKB is het aantal bedrijven in 2018 in alle leeftijdscategorieën hoger dan in 2014. Het aantal MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder steeg het hardst (+30,3 procent). Het kleinst was de toename bij de MKB-bedrijven van 5 tot 10 jaar (+2,2 procent). Het aantal MKB-bedrijven jonger dan 3 jaar steeg in deze periode met 10,2 procent.

Landbouw telt meeste oudere MKB-bedrijven, Informatie en communicatie de minste

De landbouw kent relatief de meeste MKB-bedrijven van tien jaar of ouder. Op 1 januari dit jaar was bijna 58 procent van de bijna 74 duizend MKB-bedrijven in deze sector minstens 10 jaar oud en 6,9 procent jonger dan 3 jaar. De informatie en communicatiesector had op 1 januari met 33 procent de minste MKB-bedrijven van 10 jaar of ouder. Ruim 22 procent van de MKB-bedrijven was hier jonger dan 3 jaar.

Economisch beeld MKB duidelijk verslechterd

Het economisch beeld van het MKB is in het vierde kwartaal in vergelijking met het derde kwartaal duidelijk verslechterd. Aan het begin van het vierde kwartaal zijn tien van de twaalf beeldbepalende indicatoren afgenomen en staan in het oranje kwadrant van de MKB-conjunctuurklok, terwijl slechts twee indicatoren zich positief ontwikkelden en in het groene kwadrant staan. Aan het begin van het derde kwartaal stond de meerderheid van de indicatoren (zeven) nog in het groene kwadrant.

Indicatoren die zich in het oranje of groene kwadrant bevinden hebben een ontwikkeling boven hun trendniveau waarbij groen vergeleken met het vorige kwartaal wijst op een toename en oranje op een afname van de indicator.

Laat de MKB-klok zelf lopen of filter op indicatoren

Alle MKB-stemmingsindicatoren lager

Alle stemmingsindicatoren in de MKB-conjunctuurklok zijn afgenomen in het vierde kwartaal en staan daardoor in het oranje kwadrant. In het derde kwartaal waren nog twee stemmingsindicatoren positief: de MKB-exportindicator en de MKB-vacature indicator. In het vierde kwartaal daalde de positieve stemming m.b.t. deze twee indicatoren echter en zijn ze in het oranje kwadrant beland. De overige vier stemmingsindicatoren (economische ontwikkeling, financiële vertrouwen, MKB-ondernemersvertrouwen en de onder consumenten gemeten consumptie-indicator) namen in het vierde kwartaal verder af en bleven in het oranje kwadrant.

Meerderheid reële indicatoren verslechterd

De meeste reële conjunctuurindicatoren in de MKB-conjunctuurklok hebben zich in het derde kwartaal verslechterd en staan daardoor begin vierde kwartaal in het oranje kwadrant. Verslechtering trad op bij het BBP, aankopen van duurzame goederen, MKB-omzet en het aantal faillissementen onder het MKB. De enige twee reële indicatoren die zich positief ontwikkelden in het derde kwartaal waren het aantal vacatures in het MKB en de binnenlandse consumptie. Dit zijn nog de enige overgebleven indicatoren in het groene kwadrant van de conjunctuurklok.

MKB-klok toegelicht

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het eerste kwartaal van 2019 wordt begin maart 2019 verwacht.

Update cijfers omzetstijgers en -dalers

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu bijgewerkt tot en met het derde kwartaal van 2018. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, danwel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

Enkele opvallende branches hierin zijn de vervoer en opslag, de bouwnijverheid en de horeca. In de branche vervoer en opslag is bij 56 procent van de bedrijven de omzet toegenomen. Daartegenover staat 42 procent van de ondernemingen waar de omzet is afgenomen. Het verschil tussen stijgers en daler is hier dus 14 procentpunt. In het tweede kwartaal van 2018 was dit verschil in de branche vervoer en opslag met 16 procentpunt nog groter. Ook in de bouwnijverheid is dit verschil groot met eveneens 56 procent van de bedrijven waarbij de omzet toenam tegenover 43 procent van de ondernemingen met een krimpende omzet. Ook in de horeca is het verschil tussen omzetstijgers en –dalers groot. Bij 55 procent van de horecaondernemingen nam de omzet toe, terwijl deze bij 42 procent afnam.

Zie MKB StatLine voor meer cijfers over dit onderwerp.