MKB-klok 3e kwartaal: alle indicatoren in het groen

In het derde kwartaal van 2017 is het conjunctuurbeeld van het MKB verder verbeterd. Alle twaalf indicatoren van de vandaag bijgewerkte MKB-conjunctuurklok liggen in het groene kwadrant. In januari 2017 was dit voor het eerst het geval sinds de crisis van 2009. Zowel in juni als in september is er per saldo sprake van een duidelijke verbetering in de huidige periode van hoogconjunctuur.

Realisatie- en snelle indicatoren

De zes conjunctuurindicatoren met reële uitkomsten zijn in september beter dan in juni. Zo verbeterde in het tweede kwartaal het bbp op kwartaalbasis aanzienlijk en groeide het volume van de totale binnenlandse consumptie en van de consumptie van duurzame goederen. Het aantal openstaande MKB vacatures nam toe, het aantal MKB faillissementen daalde en de MKB omzet liep verder op.

De zes snelle conjunctuurindicatoren, die zijn gebaseerd op conjunctuurpanelonderzoek onder producenten en consumenten, werden allemaal positiever in september. De MKB ondernemers zijn in september het meest positief over de exportontwikkeling. Van alle snelle conjunctuurindicatoren verbeterde het MKB ondernemersvertrouwen het minst. De snelle consumptie-indicator verbeterde ook.

Laat de MKB-klok zelf lopen en filter op indicatoren

MKB Ondernemerschap onder de loep

Over alle export gerelateerde indicatoren, de buitenlandse orders, omzet, concurrentiepositie en oordeel orderpositie waren MKB ondernemers in september positiever: vooral bij het middenbedrijf verbeterde het oordeel over de concurrentiepositie op de Europese markten en het oordeel over de buitenlandse orderpositie. Het percentage bedrijven met onvoldoende vraag naar goederen en diensten was in september kleiner dan in juni. Dat geldt ook voor het percentage bedrijven dat financiële belemmeringen meldden. Vergeleken met het tweede kwartaal waren de ondernemers echter minder positief over de te plaatsen inkooporders.

MKB ondernemers zagen hun winstgevendheid ook verbeteren; in dit geval meer bij het kleinbedrijf dan bij het middenbedrijf. De bereidheid tot het doen van investeringen dit jaar nam ook toe onder MKB ondernemers. De werkgelegenheid verbeterde, maar meer bedrijven, vooral in het kleinbedrijf, hebben moeite om aan werknemers te komen. Ondernemers zijn van plan meer personeel aan te trekken in de komende maanden.

Vergeleken met juni verwacht een grotere meerderheid van ondernemers dat de verkoopprijzen en tarieven zullen stijgen. Ook zag een grotere meerderheid van ondernemers dat de orderontvangsten verbeterden, voor de nabije toekomst verwacht een kleinere meerderheid meer orderontvangsten. Consumenten zijn aanhoudend positief over de huidige economische ontwikkeling.

 MKB-klok toegelicht

Het nieuwe conjunctuurinstrument voor het MKB is door het CBS in het kader van het programma De Staat van het MKB ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Begin mei werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update van de MKB-conjunctuurklok voor het vierde kwartaal wordt verwacht op 7 december.

Snel naar: de MKB-conjunctuurklok

Omzet transportsector stijgt met ruim 4 procent

De omzet van de transportsector is in het tweede kwartaal met 4,5 procent gestegen vergeleken met  dezelfde periode vorig jaar. In bijna alle branches groeide de omzet. Ook steeg het aantal bedrijven dat actief is in de transport en logistiek, vooral het aantal kleine bedrijven groeide sterk. Het ondernemersvertrouwen in de transportsector  bleef op hoog niveau. Dit meldt het CBS in de kwartaalmonitor transport en logistiek.

De omzet van de expediteurs groeide met ruim 7,5 procent het sterkst. Bij de koeriers, het goederenwegvervoer, de luchtvaart en de binnenvaart steeg de omzet met 5 procent of meer. De laad-, los- en overslagbedrijven waren de enige bedrijven binnen de transportsector die het zonder omzetgroei moesten doen.

Aantal kleine bedrijven stijgt, aantal middelgrote bedrijven daalt

Vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar is het aantal bedrijven in de transportsector in het tweede kwartaal met 4,8 procent gestegen. Aan het begin van het derde kwartaal waren er in totaal 40.075 bedrijven. In het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen), waar bijna 98 procent van de bedrijven zit,  groeide het aantal met 5 procent.  In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) daalde het aantal bedrijven met 2,1 procent.
De helft van het aantal bedrijven in de transportsector is actief in het vervoer over land. In het tweede kwartaal groeide het aantal bedrijven in deze branche met 9,7 procent. Bijna de hele groei kwam tot stand in het kleinbedrijf, het middenbedrijf daalde in aantal met 2,3 procent. Het aantal grote bedrijven (250 of meer werkzame personen) steeg met 7,7 procent. Bij het vervoer over water en bij de post- en koeriersbedrijven daalde het aantal bedrijven in het tweede kwartaal. In het vervoer over water  was de daling zowel in het klein- als in het middenbedrijf te zien. Bij de post- en koeriersbedrijven daalde vooral het aantal bedrijven in het kleinbedrijf.

Ondernemers transportsector blijven positief gestemd

Het ondernemersvertrouwen in de transportsector was met +7,5 aan het begin van het derde kwartaal nagenoeg even hoog als een kwartaal eerder. De sentimentsindicator staat nog steeds op een hoog niveau in vergelijking met voorgaande jaren.
De middelgrote bedrijven in de transportsector kijken het meest positief terug op  de omzetontwikkeling in het tweede kwartaal: bijna 28 procent gaf aan dat de omzet in het tweede kwartaal  is gestegen, in het kleinbedrijf meldde ruim 22 procent van de bedrijven een omzetgroei. Ook over de omzetverwachtingen voor het derde kwartaal  zijn de middelgrote bedrijven net iets positiever dan de kleine bedrijven: 11,6 procent van het middenbedrijf verwacht omzetgroei in het derde kwartaal tegenover 10,5 procent van het kleinbedrijf. Het  grootbedrijf is wat omzetverwachting  betreft het meest positief gestemd: bijna 30 procent denkt dat de  omzet in het derde kwartaal zal groeien.

Eén op de vijf bedrijven in midden- en kleinbedrijf verwacht personeelstekort

Zowel bij het klein- als het middenbedrijf in de transportsector denkt ruim 20 procent van de bedrijven dat een tekort aan personeel  de bedrijfsvoering in het derde kwartaal zal gaan belemmeren. In het grootbedrijf denkt nog geen 10 procent van de bedrijven hinder te gaan ondervinden van een tekort aan arbeidskrachten.

Lees de kwartaalmonitor transport op www.cbs.nl

Omzetgroei bij ruim helft horecabedrijven

In het tweede kwartaal van 2017 is bij 58 procent van de horecabedrijven de omzet toegenomen. Daartegenover staat dat bij 40 procent de omzet afnam. Voor 2 procent van de bedrijven in de horeca bleef de omzet gelijk. Het aantal bedrijven met een toename van de omzet is groter dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar, toen 51 procent van de horecaondernemingen een omzetstijging liet zien.

Bekijk hier de nieuwste cijfers over omzetstijgers en -dalers

Het percentage omzetstijgers was bij hotels het hoogst. Bij 65 procent van de hotels was in het tweede kwartaal een omzetstijging zichtbaar. Slechts een derde van de hotels had te maken met een afname van de omzet. Bij cafés, kantines en cateringbedrijven was het percentage omzetstijgers het laagst. Bij 54 procent van de cafés en eveneens 54 procent van de kantines en cateringbedrijven nam de omzet toe.

In de categorie 10 tot 50 werkzame personen nam bij 64 procent van de horecabedrijven de omzet toe. Bij horecabedrijven tot 10 werkzame personen groeide de omzet in 57 procent van de gevallen. Over de categorie met meer dan 50 werkzame personen is geen informatie beschikbaar.

Nieuwe cijfers stijger-dalers op MKB-Statline

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. De cijfers zijn nu up-to-date tot en met het tweede kwartaal van 2017. Er kan ingezoomd worden op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

 

Vacatures MKB met 34 procent gestegen

Aan het eind van het tweede kwartaal stonden er in Nederland 213 duizend vacatures open, waarvan 121 duizend in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Het aantal openstaande vacatures in het MKB is 34 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit meldt het CBS op De Staat van het MKB.

In het kleinbedrijf (minder dan vijftig werkzame personen) stonden aan het einde van het tweede kwartaal bijna 81 duizend vacatures open, waarvan 42 duizend bij de kleinste bedrijven (tot tien werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven steeg met 26 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2016. Het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) had eind tweede kwartaal 40 duizend vacatures open staan, 38 procent meer dan in 2016.

Bij het grootbedrijf (meer dan 250 werkzame personen) stonden in het tweede kwartaal 2017 ruim 92 duizend vacatures open, bijna 28 procent meer dan een jaar eerder. Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland aan het einde van het tweede kwartaal uit op 213 duizend.

Grootste toename MKB-vacatures in bouw

De openstaande vacatures in het MKB zijn in het tweede kwartaal van 2017 met 31 duizend toegenomen ten opzicht van hetzelfde kwartaal in 2016. Net als in het eerste kwartaal is de toename van openstaande MKB-vacatures het grootst in de bouw (bijna 4 duizend). De sterkste groei is hier bij bedrijven met 10 tot 50 werknemers, waar er zelfs sprake is van een verdubbeling van het aantal openstaande vacatures (bijna 2 duizend). Voor het totale MKB in de bouw kwam de vacaturegroei uit op bijna 70 procent.
Bezien naar samengestelde bedrijfstakken nam het aantal vacatures in de nijverheid en energie (inclusief de bouw) met 46 procent het meest toe, gevolgd door handel, vervoer en horeca met een toename van 40 procent.

Naar MKB StatLine – Vacatures

 

MKB-ondernemersvertrouwen blijft hoog

Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf zijn aan het begin van het derde kwartaal, net als drie maanden geleden, zeer positief gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator, nam heel licht af van 16,2 in het tweede kwartaal naar 15,9 in het derde kwartaal.

Het ondernemersvertrouwen in het MKB is met 15,9 precies even groot als in het totale bedrijfsleven. Het vertrouwen in het kleinbedrijf is met 16,4 iets groter dan in het gehele MKB en het gehele bedrijfsleven.

Hoogste ondernemersvertrouwen in de bouw

MKB-ondernemers in de bouwsector zijn het meest positief gestemd van alle sectoren. Het ondernemersvertrouwen in de bouw staat op 35,8, dat is een fractie hoger dan drie maanden geleden. Met een vertrouwen van 20,1 zijn MKB-ondernemers in de sector informatie en communicatie ook positief gestemd. De indicator staat in deze sector echter 6,4 punten lager dan in het afgelopen kwartaal.

In de zakelijke dienstverlening nam het vertrouwen toe van 16,1 in het tweede kwartaal naar 19,0 in het derde kwartaal. De sector met het laagste ondernemersvertrouwen is vervoer en opslag. Voor deze sector bleef de indicator onveranderd op een niveau van 5,5.

Personeelstekort

Met de verbetering van het ondernemersvertrouwen neemt de vraag naar personeel toe. Het aantal bedrijven dat last heeft van een personeelstekort, groeit dan ook snel. Het middenbedrijf (50-250 werkzame personen) heeft hier het meeste last van: 19,6 procent van de ondernemers in het middenbedrijf kampt met een tekort aan personeel. In het grootbedrijf is het aantal percentage bedrijven met deze belemmering minder groot: 12,9 procent.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

 

Meer scale-ups

Het aantal snelgroeiende bedrijven is in 2016 verder toegenomen. Vooral in de bouw en de horeca steeg het aantal bedrijven dat hun personeelsbestand snel uitbreidde. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over het Nederlandse bedrijfsleven op CBS.nl. 

Direct naar het scale-up nieuwsbericht op CBS.nl

In totaal telde het bedrijfsleven vorig jaar bijna 7 300 bedrijven die als ‘snelle groeier’ kunnen worden aangemerkt. Dat is het hoogste aantal sinds de start van de metingen in 2010. Ook op jaarbasis steeg het aantal snelle groeiers: in 2015 waren er nog 6 200.

Een bedrijf (met tien of meer werknemers aan het begin van de groeiperiode) groeit snel als het aantal werknemers er in drie achtereenvolgende jaren gemiddeld met minstens 10 procent toeneemt. Dat kan door overname van een ander bedrijf, of door het aannemen van nieuwe mensen. Bij de snelgroeiende bedrijven uit 2016 kwamen er in drie jaar tijd ruim 365 duizend werknemers bij. Een op de zes snelle groeiers groeide (mede) na een overname.

Starters 3 jaar later

Gisteren berichtte Staat van het MKB ook over hoe het met de start-ups uit 2013 3 jaar later ging. 7 Procent hiervan had in 2016 ten opzichte van de oprichting meer personeel in dienst.

7 procent start-ups na 3 jaar meer personeel in dienst

Van de ruim 156 duizend bedrijven en organisaties die in 2013 van start gingen, had 7 procent drie jaar later (2016) meer werknemers in dienst en 2,6 procent minder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS, vandaag gepubliceerd voor De Staat van het MKB.

Aandeel groeiers en krimpers het hoogst bij grotere bedrijven

Hoe groter het bedrijf in het jaar van start hoe hoger het aantal bedrijven met personeelsgroei. Van de bedrijven die in 2013 met minstens 10 werkzame personen startten, had bijna 47 procent drie jaar later meer werknemers. Deze groep bedrijven kende met een kwart relatief ook de meeste “krimpers”: van de in 2013 gestarte bedrijven met 1 werkzame persoon had ruim 5 procent drie jaar later meer personeel en 1,7 procent minder. Gestarte bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen zitten in de middenmoot: in 2016 bedroeg het aantal bedrijven met personeelsgroei hier bijna 23 procent en bij 11,8 procent was het aantal werknemers gedaald.

Meeste groeiers bij starters in horeca

Van de 4710 bedrijven die in 2013 in de horeca van start gingen, had ruim 22 procent drie jaar later, meer werknemers in dienst. Naar bedrijfstak bezien het hoogste percentage groeiers. De horeca scoort ook het hoogste bij het aantal bedrijven dat drie jaar na de start het werknemersaantal zag krimpen: 12 procent. Van de 90 horecabedrijven die in 2013 met 10 of meer werkzame personen van start gingen had de helft drie jaar later meer werknemers en ruim 22 procent minder. Van de 3210 gestarte horeca startups met 1 werkzame persoon had in 2016 ruim 16 procent meer personeel en 8 procent minder.

Specialistische zakelijke dienstverlening heeft minste krimpers

In de specialistische zakelijke dienstverlening gingen in 2013 ruim 35 duizend bedrijven van start: het hoogste aantal van alle bedrijfstakken. Bij 1 op de 20 groeide de werkgelegenheid in drie jaar en bij slechts 1,6 procent, het laagste van alle bedrijfstakken, daalde de werkgelegenheid. De detailhandel en bouw kwamen wat betreft het aantal starters in 2013 op respectievelijk de tweede en derde plaats.

Drie jaar later lag het percentage van deze bedrijven met personeelsgroei in de op 7,5 procent en bij de nieuwe bouwers op 5,3 procent. Afname van het werknemersaantal deed zich relatief meer voor in de detailhandel (3,5 procent) dan in de bouw (2,0 procent).

Ontwikkelingen bij exporteurs en werkgevers ook beschikbaar

Naast de ontwikkelingen bij de starters uit 2013 is vandaag ook nieuwe data gepubliceerd over hoe het exporteurs en werkgevers drie jaar later is vergaan.

Links naar MKB-StatLine-tabellen:

Bedrijvendynamiek; startende bedrijven

Bedrijvendynamiek; exporteurs en exportontwikkeling

Bedrijvendynamiek; werkgevers

Bedrijven zetten 1,4 biljoen euro om, één derde bij kleinbedrijf

In Nederland gevestigde bedrijven, in het niet-financiële bedrijfsleven, hebben in 2015 1,4 biljoen euro omgezet, nagenoeg evenveel als in 2011 (lopende prijzen). Daarvan was het totale MKB goed voor 62,2 procent, ruim 871 miljoen euro. Het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen) dat in 2015 een derde van de omzet voor zijn rekening nam, zag zijn opbrengsten uit verkopen, in vergelijking met 2011, met 4,3 procent afnemen. Bij het middenbedrijf (50-250 werkzame personen) goed voor een omzetaandeel van bijna 29 procent, steeg de omzet vergeleken met 2011 met 1,1 procent. De grootste omzetgroei (+3,2 procent) realiseerde het grootbedrijf, dat in 2015 ook het grootste omzetaandeel had: 37,8 procent. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB. De cijfers zijn afkomstig uit de Productiestatistieken, die jaarlijks over de diverse bedrijfstakken worden samengesteld.

1,4 biljoen omzet van de gezamenlijke bedrijven in 2015 resulteerde een productiewaarde van 885 miljard euro (63,2 procent van de omzet). Na aftrek van verbruikte goederen en diensten kwam de toegevoegde waarde van de bedrijvensector in 2015 uit op 330,4 miljard euro (23,6 procent van de omzet), 5,1 procent meer dan in 2011. Het kleinbedrijf zorgde voor 39,1 procent van de totale toegevoegde waarde, het middenbedrijf voor 23,2 procent en het grootbedrijf voor 37,7 procent.

In het niet-financiële bedrijfsleven waren in 2015 5,7 miljoen personen werkzaam. Gezamenlijk waren zij goed voor een volume van 4,3 miljoen voltijds-equivalenten. Ruim 52 procent van zowel de werkzame personen als de voltijdsbanen kwam in 2015 uit het kleinbedrijf, 18 tot 19 procent uit het middenbedrijf. Bij het grootbedrijf werkte bijna 30 procent van de werkzame personen.

Meer dan helft omzet komt van groothandel en industrie, meeste personen werken in detailhandel

Wat betreft omzet waren groothandel en industrie in 2015 de grootste bedrijfstakken. In de groothandel werd 420 miljard euro omzet gerealiseerd (30 procent) en in de industrie 329 miljard (23,5 procent). Beide bedrijfstakken zijn minder dominant in de geboden werkgelegenheid. De groothandel levert met ruim 600 duizend werkzame personen 10 procent van de totale werkgelegenheid in de bedrijvensector en de industrie met bijna 875 duizend werkzame personen 15 procent. De hoogste toegevoegde waarde werd in 2015 door de industrie gerealiseerd. In totaal bedroeg de toegevoegde waarde 65,7 miljard euro, 19,9 procent van het totaal. Het industriële kleinbedrijf droeg bij aan 23 procent van de toegevoegde waarde, het middenbedrijf 28,3 procent en het grootbedrijf bijna de helft: 48,7 procent. Door veel parttimers werkt het grootste aantal personen in de detailhandel: in 2015 907 duizend, 15,7 procent van het totaal. Het aandeel in de toegevoegde waarde ligt een stuk lager 6,2 procent.

Naar de datasetpagina over deze nieuwe cijfers

 

Meer MKB-bedrijven in tweede kwartaal

In het tweede kwartaal van 2017 steeg het aantal MKB-bedrijven: bijna 45 duizend bedrijven werden opgericht tegenover bijna 23 duizend opheffingen. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers op MKB-StatLine die vandaag zijn gepubliceerd.

 

In het tweede kwartaal 2017 openden 44 635 mkb-bedrijven hun deuren. Dat is 7 procent minder dan een jaar eerder. Ook lag het aantal van 22 930 opheffingen 4 procent lager dan een jaar eerder.
De populairste sectoren voor startende ondernemers waren management advisering en overig onderwijs. Daaronder vallen afstandsonderwijs, studiebegeleiding en bedrijfsopleidingen.

 

Links:

Oprichtingen

Opheffingen

Fusies en overnames

Meer bedrijfsopleidingen in het MKB

In 2015 boden meer bedrijven in het MKB cursussen of andere bedrijfsopleidingen aan dan vijf jaar eerder. Bij het midden- en kleinbedrijf gaan mannen meer op cursus dan vrouwen. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit het Onderzoek Bedrijfsopleidingen.

Van de kleine bedrijven bood 82 procent een bedrijfsopleidingen aan in 2015. Vijf jaar eerder was dat nog 76 procent. Ondanks de toename ligt het aandeel onder kleine bedrijven wel lager dan het aandeel van 95 procent van middelgrote bedrijven.
Bij bedrijfsopleidingen gaat het in verreweg de meeste gevallen om cursussen. Andere vormen zijn bijvoorbeeld begeleide training op de werkplek of bezoek aan conferenties, workshops, lezingen en seminars.

Beduidend minder vrouwen op cursus dan mannen
Zowel in het midden als kleinbedrijf nemen vrouwen minder vaak deel aan cursussen dan mannen. Met het toenemen van de bedrijfsomvang neemt dit verschil echter af. Bij kleine bedrijven volgde 38 procent van de vrouwen in 2015 een cursus tegenover 58 procent van de mannen. In het middelgrote bedrijven was dat 42 tegenover 56 procent. Binnen grote bedrijven – van 250 of meer medewerkers – gaan vrouwen evenveel op cursus als hun mannelijke collega’s (beide 56 procent).

Links:
Meer bedrijven met bedrijfsopleidingen