Kostenstijgingen vaker doorberekend binnen mkb dan grootbedrijf

Het merendeel van de ondernemers binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb) berekent de stijgende grondstofkosten door aan klanten. Ondernemers binnen het grootbedrijf doen dit minder vaak. Op korte termijn verwachten ondernemers in het middenbedrijf het vaakst prijsstijgingen en voor 2023 voorzien zij een investeringstoename. Ondernemers binnen het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren komend jaar. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het Jaarbericht Staat van het mkb 2022. De gegevens zijn begin oktober verzameld door het CBS in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.

Om met de kostenstijgingen van grondstoffen, energie en bedrijfsmiddelen om te gaan berekent het merendeel van de ondernemers deze stijgingen door aan klanten. 60 procent van de mkb-ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit de belangrijkste manier was. Binnen het grootbedrijf (250 werkzame personen of meer) doet iets meer dan de helft van de ondernemers dit. Ook proberen ondernemers kosten te besparen, bijvoorbeeld door procesoptimalisatie. 21 procent van de mkb-ondernemers gaf dit aan als belangrijkste manier, tegenover 32 procent van de ondernemers in het grootbedrijf.

Bouwnijverheid verwacht het vaakst stijgende verkoopprijzen

Aan het begin van het vierde kwartaal 2022 verwachtte per saldo 47 procent van de ondernemers stijgende verkoopprijzen voor de komende drie maanden. Ondernemers binnen de bouwnijverheid verwachtten dit het vaakst; in het kleinbedrijf (5 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) ruim 70 procent en in het grootbedrijf 82 procent. Ook in de handel verwachtten ondernemers binnen alle grootteklassen dit relatief vaak. In de horeca is het verschil tussen grootteklassen het grootst; bij het kleinbedrijf voorzag per saldo 47 procent een stijging, voor het grootbedrijf was dit 20 procent. Ondernemers binnen de bedrijfstak verhuur en handel van
onroerend goed verwachtten het minst vaak een prijsstijging. Bij het kleinbedrijf werd per saldo zelfs een daling van de verkoopprijzen verwacht.

Ondernemers in kleinbedrijf voorzien investeringsafname in 2023

In het laatste kwartaal van elk jaar worden in de Conjunctuurenquête de verwachtingen van ondernemers voor komend jaar uitgevraagd. Van het totale niet-financiële bedrijfsleven verwacht per saldo 3 procent van de ondernemers meer te investeren in 2023 dan in het huidige jaar. Vooral in het grootbedrijf zijn ondernemers per saldo positief; 21 procent verwacht een toename, 8 procent verwacht een afname. Ook in het middenbedrijf zijn er meer ondernemers die een toename van de investeringen verwachten in 2023 dan een afname, per saldo 4 procent. Ondernemers in het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren; per saldo 5 procent voorziet een investeringsafname voor 2023.

Mkb-ondernemers investeren vooral in technologie voor toekomstbestendigheid

Om toekomstbestendig te blijven investeren mkb-ondernemers vooral in technologie, zoals automatisering en digitalisering. Bijna 29 procent van de ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit hun belangrijkste investering was om toekomstbestendig te blijven. Ook investeert bijna een kwart van de ondernemers hoofdzakelijk in hun personeel met het oog op de toekomst, voor duurzaamheid was dit iets minder dan een kwart.
Mkb-ondernemers investeren minder vaak om toekomstbestendig te blijven dan ondernemers binnen het grootbedrijf. 11 procent van de mkb’ers gaf aan helemaal niet te investeren met dit doeleinde, bij het grootbedrijf was dit slechts 3 procent. Vooral investeringen in duurzaamheid zijn binnen het grootbedrijf vaker de belangrijkste investering.

Middenbedrijf investeert vaker in technologie dan kleinbedrijf

Binnen het mkb investeert het middenbedrijf vaker dan het kleinbedrijf met het oog op de toekomst, 94 procent tegenover 86 procent. In beide grootteklassen investeren ondernemers het vaakst hoofdzakelijk in technologie. In het middenbedrijf investeren vooral ondernemers in de bedrijfstak vervoer en opslag in technologie, daar gaf bijna de helft van de ondernemers dit aan. Bij het kleinbedrijf investeren groothandelaren het vaakst in technologie. Horecaondernemers en bouwondernemers investeerden zowel bij het midden- als kleinbedrijf het minst vaak in technologie zoals automatisering of digitalisatie.

Sterk wisselend sentiment binnen de horeca

Van 19 tot en met 24 september is het ‘Week van de horeca’. Tijdens deze week besteedt de redactie van de Staat van het mkb extra aandacht aan de horeca. Horecaondernemers kregen tijdens de coronacrisis te maken met beperkende maatregelen, waarbij zij regelmatig te deuren van hun bedrijf moesten sluiten. In dit artikel wordt teruggeblikt op deze periode en vooruitgekeken naar de nabije toekomst. Hoe ontwikkelde het ondernemersvertrouwen zich? En wat zijn de gevolgen van de prijsstijgingen en het personeelstekort?

Bijna alle horecabedrijven zijn een mkb-onderneming en in 2019 waren zij verantwoordelijk voor 80 procent van de totale horecaomzet. Aan het begin van derde kwartaal 2022 was het ondernemersvertrouwen binnen de horeca voor het tweede kwartaal op rij positief. Wel lag het vertrouwen een stuk lager dan een kwartaal eerder. Dit komt doordat horecaondernemers per saldo negatief gestemd zijn over de omzetverwachtingen voor het lopende kwartaal. De andere indicatoren waaruit het ondernemersvertrouwen in de horeca is opgebouwd, het economische klimaat en de omzet in het afgelopen kwartaal, waren positief.

Ondernemersvertrouwen in horeca hangt sterk samen met de coronamaatregelen

Het ondernemersvertrouwen binnen de horeca laat sinds de coronapandemie grote schommelingen zien, die sterk samenhangen met de dan of eerder geldende coronamaatregelen. Zo daalde het ondernemersvertrouwen aan het begin van het tweede kwartaal 2020, ten tijde van de eerste overheidsmaatregelen, ongekend hard tot het laagste niveau ooit gemeten in de COEN. In de daarop volgende kwartalen was de horeca steevast de bedrijfstak met het laagst scorende ondernemersvertrouwen. Met de opheffing van de overheidsmaatregelen steeg het ondernemersvertrouwen in de horeca naar 39,8 in het derde kwartaal van 2021. De horecaondernemers waren toen juist het meest positief gestemd van alle bedrijfstakken. Wegens de aangekondigde landelijke lockdown in december 2021 sloeg de positiviteit in de horeca begin 2022 volledig om naar pessimisme. Om het volgende kwartaal, met het versoepelen van de overheidsmaatregelen, te eindigen op bijna 41, de hoogste waarde ooit.

Ongekende prijsstijgingen in de horeca

Vanaf eind 2021/begin 2022 kregen horecaondernemers te maken met sterke prijsstijgingen. Zo stegen aan het begin van het derde kwartaal 2022 de prijzen van voedingsmiddelen met 13 procent ongekend hard ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Per saldo verwacht bijna 35 procent van de horecaondernemers dat de prijzen in het lopende kwartaal verder zullen toenemen. Wel geeft een groot gedeelte van de horecaondernemers begin derde kwartaal 2022 aan dat zij de kostenstijgingen als gevolg van onder andere prijsstijgingen deels kunnen doorberekenen. Een kleine groep ondernemers (2 procent) kan de volledige stijging doorberekenen aan de klant. Ongeveer 7 procent kan de stijging helemaal niet doorberekenen.

Horecaondernemers blijvend belemmerd door personeelstekort

Aan het begin van het derde kwartaal 2022 zag per saldo een kwart van de horecaondernemers hun personeelsbestand de afgelopen drie maanden toenemen. Dit percentage was niet eerder sinds de coronacrisis zo hoog. Toch gaf een recordpercentage van ruim 43 procent van de horecaondernemers aan tijdens de bedrijfsvoering vooral belemmerd te worden door personeelstekort. Dit percentage ligt sinds het derde kwartaal van 2021 een stuk hoger dan tijdens de eerdere kwartalen gedurende de coronapandemie. In het derde kwartaal van 2021 gaf 31 procent van de horecaondernemers aan belemmerd te worden door personeelstekort, een jaar eerder was dit nog slechts 6 procent.

Aan het begin van het derde kwartaal noemden horecaondernemers de verhoogde werkdruk als belangrijkst gevolg van de groeiende personeelstekorten. Daarnaast hadden horecaondernemers in vergelijking met andere bedrijfstakken relatief vaak te maken met gestegen arbeidskosten ten gevolge van het personeelstekort. Een kleine groep horecaondernemers (ruim 13 procent) kon door de groeiende personeelstekorten minder geschikt personeel aannemen.

Bronnen
CBS-artikelen

Ondernemers zien werkdruk toenemen als gevolg van personeelstekort.

Ondernemersvertrouwen daalt in derde kwartaal.

Statline tabellen

Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100

Ondernemersvertrouwen; bedrijfstakken (SBI 2008)

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, bedrijfstakken

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, SBI 2008, seizoengecorrigeerd