Lichte daling in MKB-ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen is aan het begin van het derde kwartaal uitgekomen op 14,5. Daarmee ligt de stemmingsindicator voor MKB-ondernemers 1,1 punt lager dan een kwartaal eerder. Desondanks bevindt het vertrouwen zich nog op een hoog niveau.

Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven (15,0) is hoger dan in het gehele MKB en 0,8 punt hoger dan een kwartaal eerder. Die stijging komt dus voort uit positievere sentimenten in het grootbedrijf.

Tekort aan personeel steeds meer een belemmering

Ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven ondervinden in toenemende mate belemmeringen als gevolg van een tekort aan arbeidskrachten. Zowel in het MKB als het grootbedrijf worden meer ondernemers hierdoor belemmerd bij hun bedrijfsactiviteiten. In het middenbedrijf is de problematiek het grootst.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

In het tweede kwartaal was de gemiddelde bedrijfsleeftijd van failliete MKB-bedrijven tien jaar

De gemiddelde leeftijd van MKB-bedrijven die in het tweede kwartaal van dit jaar failliet zijn gegaan is 10 jaar. Kleinere MKB-bedrijven zijn op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken gemiddeld jonger dan grotere MKB-bedrijven. Dit blijkt uit de nieuwe tabel “Bedrijfsleeftijd bij uitgesproken faillissementen’ die vandaag voor het eerst wordt gepubliceerd in de Staat van het MKB.

Met een gemiddelde bedrijfsleeftijd van 8,5 jaar waren failliete ZZP’ers de jongste bedrijven die in het tweede kwartaal failliet gingen. Micro-bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen waren op het moment van faillissement gemiddeld 10,2 jaar oud en bedrijven uit het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) waren op de faillissementsdatum bijna 15 jaar oud. De middelgrote bedrijven (50 tot 250 werkzame personen) waren in het tweede kwartaal bij uitzondering niet de oudste bedrijven op het moment van faillissement: 11,9 jaar. In de periode 2011-2017 en in het eerste kwartaal van 2018 hadden de middelgrote bedrijven op het moment dat het faillissement werd uitgesproken meestal wel de hoogste bedrijfsleeftijd.

Bekijk de cijfers op MKB StatLine

Ruim 49 duizend MKB-bedrijven opgericht in tweede kwartaal

In het tweede kwartaal van 2018 steeg het aantal MKB-bedrijven: ruim 49 duizend bedrijven werden opgericht, terwijl er in deze periode bijna 24 duizend MKB-bedrijven werden opgeheven. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers op MKB-StatLine die vandaag zijn gepubliceerd.

In het tweede kwartaal van dit jaar openden 49220 MKB-bedrijven hun deuren. Dat is 10,2 procent meer dan een jaar eerder. Het meeste MKB-oprichtingen vonden plaats in de specialistische zakelijke dienstverlening (21,3 procent). De handel (11,5 procent) en de bouw (10,8 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal oprichtingen in het MKB in het tweede kwartaal.
Bijna 94 procent van de oprichtingen in het MKB in het tweede kwartaal betrof bedrijven met één werkzame persoon.
In het tweede kwartaal van dit jaar sloten 23830 MKB-bedrijven hun deuren. De bedrijfstakken die domineerden bij de MKB-oprichtingen in het tweede kwartaal, waren ook koploper bij het aantal opheffingen in het MKB in het tweede kwartaal. In de specialistische zakelijke dienstverlening werden 4 675 bedrijven opgeheven (19,6 procent van het totaal aantal opheffingen), in de handel 4285 bedrijven (18,0 procent) en in de bouw 1780 bedrijven (7,5 procent). Van de in het tweede kwartaal opgeheven bedrijven in het MKB behoorde 90 procent tot de categorie bedrijven met één werkzame persoon.

Bekijk de nieuwste cijfers op MKB-StatLine

Meeste MKB-faillissementen bij bedrijven die minstens tien jaar oud zijn.

In het tweede kwartaal van dit jaar zijn in het niet-financiële bedrijfsleven 692 MKB-bedrijven failliet verklaard, 1,4 procent minder dan in het eerste kwartaal. De meeste faillissementen vonden plaats onder bedrijven die op het moment van faillissement minstens tien jaar oud waren. Dit blijkt uit cijfers die vandaag op de Staat van het MKB zijn gepubliceerd.

Bijna een derde van de MKB-faillissementen in het tweede kwartaal betrof bedrijven die op het moment van faillissement tien jaar of ouder waren. Een kwart bestond op de faillissementsdatum nog geen drie jaar. In vergelijking met het eerste kwartaal gingen er 12 procent minder bedrijven jonger dan drie jaar failliet. Het aantal failliete bedrijven met een leeftijd van vijf tot tien jaar steeg in vergelijking met het eerste kwartaal met ruim 12 procent. Het aantal faillissementen onder bedrijven van tien jaar of ouder bleef stabiel op het niveau van het eerste kwartaal.

Faillissementen bij kleinbedrijf gedaald en bij middelgrote bedrijven gestegen

Bij het kleinbedrijf daalde het aantal faillissementen in het tweede kwartaal vooral bij de bedrijven met 1 werkzame persoon (-2,5 procent) en 2 tot 10 werkzame personen (-1,6 procent). Bij de middelgrote bedrijven (50-250 werkzame personen) steeg het aantal faillissementen met 37,5 procent.

Bekijk hier de nieuwe cijfers

Meer dan 1,7 miljoen MKB-bedrijven

Aan het begin van het derde kwartaal telde Nederland ruim 1,7 miljoen MKB-bedrijven. Dit is een toename van 4,5 procent vergeleken met een jaar eerder. Het sterkst groeide het aantal eenmansbedrijven. Deze nieuwe bedrijfscijfers zijn vandaag op MKB-StatLine gepubliceerd.

Het totaal aantal bedrijven in Nederland bestond begin derde kwartaal voor 99,8 procent uit MKB-bedrijven. Bijna alle bedrijfsgroottes in het MKB namen vergeleken met het derde kwartaal vorig jaar in aantal toe. Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon steeg met 75 duizend. Alleen het aantal bedrijven met 2 tot 5 werkzame personen daalde met ruim 4 duizend.
Het totaal aantal grootbedrijven steeg vergeleken met het derde kwartaal van 2017 met 3,9 procent naar bijna 3200, bijna 0,2 procent van de totale bedrijfspopulatie in Nederland.

In absolute zin hoogste MKB-groei in specialistische zakelijke dienstverlening en bouw

In de specialistische zakelijke dienstverlening kwamen er in het derde kwartaal de meeste MKB-bedrijven bij: bijna 17 duizend, in de bouw ruim 10 duizend. Overigens groeide in bijna alle bedrijfstakken het aantal MKB-bedrijven. Het aantal MKB-bedrijven in de energievoorziening steeg relatief het sterkst (+11,1 procent). Alleen bij het openbaar bestuur en de overheidsdiensten daalde het aantal MKB-bedrijven (-4,4 procent).

Naar de nieuwe cijfers:
Aantal bedrijven naar bedrijfstak
Aantal bedrijven naar bedrijfsgrootte en rechtsvorm

Middelgrote bedrijven investeerden meer in 2016, kleine en grote bedrijven minder

Het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) heeft in 2016 voor 15 miljard euro in materiële vaste activa geïnvesteerd. Dit is een toename van 7,8 procent ten opzichte van 2015. Het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen) en vooral het grootbedrijf (vanaf 250 werkzame personen) investeerden in 2016 juist minder dan in 2015. Bij het grootbedrijf bedroeg de afname 10,7 procent en bij het kleinbedrijf 0,9 procent. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

In totaal investeerde het bedrijfsleven (excl. financiële instellingen) in 2016 voor 49 miljard in materiële vaste activa, 3,2 procent minder dan in 2015. Een kwart van de investeringen werd in 2016 gedaan door het kleinbedrijf, ruim 30 procent door het middenbedrijf en het grootbedrijf had met bijna 45 procent van de investeringen veruit het grootste aandeel.

Naar sectoren bezien was de industrie in 2016 de grootste investeerder in materiële vaste activa (8,0 miljard euro), op de voet gevolgd door de sectoren “Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke diensten” en “Vervoer en opslag” (beiden 7,1 miljard euro). Relatief klein waren in 2016 de investeringen in de horeca en de delfstoffenwinning (beiden 1,0 miljard euro).

Sectoren met opvallende stijging van de investeringen in 2016 zijn de informatie en communicatie (+36,3 procent) en de horeca (+20,7 procent). De sterkste daling van investeringen deed zich voor in de delfstoffenwinning (-65,1 procent) en bij de energievoorziening (-46,1 procent).

Bekijk de cijfers op MKB Statline

 

Economisch beeld MKB gewijzigd

Het economisch beeld voor het MKB is in het tweede kwartaal in vergelijking met het eerste kwartaal duidelijk veranderd. Stonden aan het begin van het eerste kwartaal nog alle twaalf beeldbepalende indicatoren in het groene kwadrant van de MKB-conjunctuurklok, aan het begin van het tweede kwartaal staat nog maar de helft in het groen en de andere helft in het oranje. Opvallend is dat de groene indicatoren vooral betrekking hebben op realisaties, terwijl nagenoeg alle indicatoren in het oranje verwachtings-/sentimentsindicatoren zijn.

Indicatoren die zich in het oranje of groene kwadrant bevinden hebben een ontwikkeling boven hun trendniveau waarbij groen vergeleken met het vorige kwartaal wijst op een toename en oranje op een afname van de indicator.

Laat de MKB-klok zelf lopen of filter op indicatoren

Reële indicatoren ontwikkelen zich positief

De meeste reële conjunctuurindicatoren in de MKB-conjunctuurklok hebben zich in het eerste kwartaal verbeterd en staan in het groene kwadrant. Het BBP laat een verbetering zien evenals de binnenlandse consumptie, de aankopen van duurzame goederen en de MKB-omzet. Verder is  het aantal vacatures in het MKB gegroeid. Het aantal MKB-faillissementen liet daarentegen een stijging zien in het eerste kwartaal en is daardoor de enige reële indicator in het oranje kwadrant.

Stemmingsindicatoren overwegend lager

Vergeleken met het eerste kwartaal zijn begin tweede kwartaal 2018 alle bij MKB-ondernemers gemeten stemmingsindicatoren minder positief geworden en in het oranje kwadrant terecht gekomen. Zo zijn de economische ontwikkeling zoals MKB-ondernemers die ervaren en hun financiële vertrouwen minder positief geworden. Ook de MKB-exportindicator is gedaald. De exportindicator van het MKB is gebaseerd op onder andere oordelen van ondernemers over hun buitenlandse order- en concurrentiepositie.
Verder daalde de MKB vacature-indicator en het MKB-ondernemersvertrouwen. De onder consumenten gemeten consumptie-indicator is de enige verwachtingsindicator in de MKB-conjunctuurklok die zich in vergelijking met het eerste kwartaal heeft verbeterd en in het groene kwadrant is gebleven.

MKB-klok toegelicht

Het nieuwe conjunctuurinstrument voor het MKB is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het derde kwartaal van 2018 wordt begin september verwacht.

Direct naar: MKB-conjunctuurklok

Meer omzetstijgers dan omzetdalers in alle bedrijfstakken

Het aantal bedrijven dat in het eerste kwartaal van 2018 vergeleken met hetzelfde kwartaal van 2017 een omzetstijging liet zien was in alle bedrijfstakken hoger dan het aantal bedrijven dat in deze periode zijn omzet zag dalen.

De verschillen per bedrijfstak zijn niet groot: in de bouw steeg de omzet in het eerste kwartaal bij 57 procent van de bedrijven en in de handel en in de informatie en communicatiesector bij 52 procent van de bedrijven. Het aantal omzetdalers varieerde van 46 procent van de bedrijven in de handel en in de informatie en communicatiesector tot 42 procent van de bedrijven in de bouw en in vervoer- en opslag. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

In de bouw en de industrie was het aandeel omzetstijgers het hoogst bij bedrijven met 100 tot 250 werkzame personen. In de handel waren de meeste omzetstijgers te vinden bij bedrijven met 250 of meer werkzame personen. In de horeca waren er zowel wat betreft omzetstijgers als omzetdalers nauwelijks verschillen naar grootte van bedrijven. Het percentage stijgers schommelde in alle gevallen rond het gemiddelde van 55 procent voor de omzetstijgers en van 43 procent voor de omzetdalers.

Bekijk de nieuwste cijfers over stijgers en dalers op MKB StatLine

Kwart meer vacatures in MKB

Aan het eind van het eerste kwartaal dit jaar stonden er 133 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was bijna 56 procent van alle openstaande vacatures op dat moment in Nederland. Het aantal openstaande vacatures in het MKB is 26 procent hoger dan eind eerste kwartaal 2017. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden in het eerste kwartaal 2018 bijna 105 duizend vacatures open, 27 procent meer dan een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna 30 procent toe tot 46 duizend eind eerste kwartaal. In het kleinbedrijf (minder dan vijftig werkzame personen) stonden aan het einde van het eerste kwartaal 87 duizend vacatures open, waarvan 44 duizend bij de kleinste bedrijven (tot tien werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven steeg met 20 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017.

Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland aan het einde van het eerste  kwartaal uit op bijna 238 duizend, ruim 49 duizend meer dan het eerste kwartaal van vorig jaar.

Grootste vacaturegroei in de bouw

In de bouw stonden er eind eerste kwartaal van dit jaar 16 duizend vacatures open, 63 procent meer dan eind eerste kwartaal 2017. In geen enkele andere bedrijfstak groeide het aantal vacatures in deze periode zo sterk. Klein-, midden- en grootbedrijf in de bouw blonken allen uit wat betreft de vacaturegroei. In het kleinbedrijf bedroeg de stijging 63 procent, in het middenbedrijf 55 procent en absolute koploper was het grootbedrijf in de bouw waar het aantal vacatures met 75 procent steeg.

MKB-ondernemersvertrouwen iets minder hoog

MKB-ondernemers zijn aan het begin van het tweede kwartaal iets minder positief gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, daalde en kwam voor het MKB uit op 15,6.

Desondanks bevindt het vertrouwen zich nog op een historisch hoog niveau.
Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven is met 14,2 iets lager dan in het gehele MKB. Ook het vertrouwen in het kleinbedrijf is met 14,8 lager.

Het MKB-ondernemersvertrouwen in de bouw (nu 31,3) is al zeven kwartalen op rij het hoogst. In veel sectoren is het MKB-ondernemersvertrouwen gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal. De indicator staat alleen voor de sector informatie en communicatie hoger (5,6 punten) dan in het afgelopen kwartaal.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.