Nederlands Comité voor Ondernemerschap pleit voor versterking eigen vermogen mkb via fonds

Een nieuw fonds kan in de kern gezonde ondernemers helpen om te investeren, onder meer in vernieuwing, verduurzaming en digitalisering. Het fonds kan gevuld worden door private (institutionele) investeerders. In de aanloopfase is een aanjagende rol en (co-)financiering vanuit de overheid nodig.

Dit schrijft het Nederlands Comité voor Ondernemerschap in een briefadvies aan de demissionaire ministers Blok (Economische Zaken en Klimaat) en Hoekstra (Financiën). Onderzoek bevestigt dat er een “gat” in de mkb-financieringsmarkt is, voor financieringsbedragen tussen 250.000 euro en 5 miljoen euro. De huidige markt biedt onvoldoende mogelijkheden voor bedrijven die een dergelijke financieringsbehoefte hebben.

Het onderzoek leidt tot het advies om te werken aan een gestandaardiseerd product met een marktconforme risico/rendement-verhouding, dat interessant is voor zowel ondernemers als investeerders. Daarbij dient er ook aandacht te zijn voor flankerend beleid ter versterking van het mkb-financieringsklimaat. De financiering kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met coaching.

Het Comité adviseert een stapsgewijze aanpak, waarbij bedrijven, investeerders, financiële instellingen en overheden samen het product verder ontwikkelen. Het is de bedoeling dat het fonds in een later stadium volledig door de markt wordt overgenomen.

Lees hier het volledige briefadvies van het Comité en het achterliggende onderzoeksrapport.

 

Afname faillissementen in het mkb zet door

In het derde kwartaal van 2021 zijn in totaal 294 mkb-bedrijven in de Business Economy failliet verklaard. Dat is slechts 39 procent van het aantal faillissementen voor de coronacrisis, het derde kwartaal van 2019. Toen werden er nog 751 mkb-bedrijven failliet verklaard. De failliet verklaarde bedrijven zijn nu jonger en het aantal betrokken personen (eigenaren en werknemers) is vier keer zo klein als twee jaar geleden. Dit meldt het CBS op het Staat van het mkb.

Vanaf het derde kwartaal 2020 neemt het aantal faillissementen ten opzichte van het voorgaande kwartaal af. Dit hangt mogelijk nauw samen met het noodpakket voor economie en banen, die het kabinet opzette om bedrijven tijdens de coronacrisis te ondersteunen. De sterkste daling vond plaats in het derde kwartaal van 2020, toen werden er 520 mkb-bedrijven failliet verklaard. Dat is een daling van 32 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal.

Het aantal faillissementen is in de huidige verslagperiode met 21 procent gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021. Daarmee staat het aantal faillissementen op een historisch laag niveau. Nooit eerder zijn er zo weinig faillissementen gemeten, dat is vanaf het eerste kwartaal van 2011, het begin van deze meting. Het merendeel van de faillissementen betrof een bedrijf met één werkzame persoon.

Relatief meer jonge bedrijven failliet verklaard

Hoewel het aantal failliet verklaarde bedrijven sterk is afgenomen, is het aandeel jonge bedrijven relatief gezien toegenomen. Voor de coronacrisis betrof 23 procent van de failliet verklaarde bedrijven een bedrijf jonger dan drie jaar. Twee jaar later, in het derde kwartaal van 2021, is het aandeel failliet verklaarde bedrijven met een bedrijfsleeftijd jonger dan drie jaar toegenomen tot bijna 32 procent. Deze stijging is terug te zien in de daling van de gemiddelde bedrijfsleeftijd van de failliet verklaarde bedrijven. Zo bedroeg de gemiddelde leeftijd van de failliet verklaarde bedrijven nog ruim 9 jaar in het derde kwartaal van 2019. In het derde kwartaal van 2021 is de bedrijfsleeftijd 8 jaar.

Minder personen betrokken bij faillissement

Door de afname van de faillissementen zijn er logischerwijs minder werkzame personen betrokken bij een faillissement. In de huidige verslagperiode zijn er 870 werkzame personen betrokken bij een faillissement dat zijn maar liefst 2700 werkzame personen minder dan in hetzelfde kwartaal van 2019. Ook relatief gezien zijn er minder personen betrokken bij een faillissement. Zo waren in het derde kwartaal van 2019 gemiddeld bijna 5 werkzame personen betrokken bij één faillissement. Twee jaar later, zijn er bij één faillissement gemiddeld 3 personen betrokken.

Bekijk de cijfers over de uitgesproken faillissementen naar bedrijfsleeftijd, bedrijfstak, en bedrijfskenmerken.

Economisch beeld mkb boven trend

Aan het begin van het derde kwartaal 2021 presenteerden het merendeel van de indicatoren van de mkb-conjunctuurklok boven hun langjarige trend. Hierdoor was er voor het eerst sinds de coronacrisis sprake van hoogconjunctuur binnen het mkb. Alle twaalf de indicatoren lieten een verbetering zien. Een kwartaal eerder bevonden negen van de twaalf indicatoren zich nog onder hun langjarige trend. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de mkb-conjunctuurklok. 

 

 

De mkb-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het midden- en kleinbedrijf (mkb) kunnen worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Stemmingsindicatoren verbeterd

Alle zes de stemmingsindicatoren namen toe ten opzichte van het tweede kwartaal van 2021. Toen ontwikkelden de meeste stemmingsindicatoren zich ook al positief en daalde enkel de stemming over de economische ontwikkeling. De stemming over de consumptie lag aan het begin van het derde kwartaal 2021 ondanks de positieve ontwikkeling nog wel onder de trend.

Ook reële indicatoren namen toe

Ook de zes reële indicatoren namen in het derde kwartaal 2021 zonder uitzondering toe ten opzichte van het voorgaand kwartaal. De indicator gericht op consumptie van duurzame goederen liet toen nog een negatieve ontwikkeling zien, evenals het volume van de binnenlandse consumptie. Laatstgenoemde bevond zich aan het begin van het derde kwartaal als de enige indicator onder de trend. In het tweede kwartaal van 2021 gold dit nog voor vijf van de zes indicatoren en lag enkel het aantal faillissementen boven de trend.

mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De mkb-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het mkb in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de mkb-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het vierde kwartaal van 2021 wordt begin december 2021 verwacht.

Bronnen:

Staat van het MKB – Conjunctuurdashboard

 

Jaarcijfers tot 2019 over de werkgelegenheid en financiën van bedrijven

Eerder deze week zijn nieuwe jaarcijfers verschenen over de werkgelegenheid en financiën van de bedrijfstakken die behoren tot de Business Economy. Tot de Business Economy behoren de bedrijfstakken B tot en met N, exclusief K en inclusief 95, volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Jaarcijfers zijn bekend over 2011 tot en met 2019. In de tabel zijn uitkomsten te splitsen naar het totale bedrijfsleven, het groot bedrijf, het midden- en kleinbedrijf (mkb), middenbedrijf en kleinbedrijf.

Ga naar de tabel Bedrijven; arbeid, financiële gegevens, bedrijfsgrootte en bedrijfstak.

Recordaantal openstaande vacatures in het mkb

Aan het einde van het tweede kwartaal 2021 stonden er ruim 187 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Dit is het hoogste aantal openstaande vacatures sinds de start van de meting in 2011 en is toe te schrijven aan een recordgroei van het aantal openstaande vacatures in het mkb van ruim 50 duizend. Daarmee droeg het mkb voor meer dan de helft bij aan de recordgroei van het totaal aantal vacatures in Nederland. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op De Staat van het MKB.

In zowel het micro- en kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) als in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures ongeveer 37 procent toe ten opzichte van het tweede kwartaal 2021 naar respectievelijk 125,2 en 61,9 duizend vacatures. Hiermee kwam het totaal van het openstaande vacatures voor het mkb uit op een recordaantal van ruim 187 duizend vacatures. Hiermee droeg het mkb voor meer dan de helft bij het totale aantal vacatures in Nederland (zie: Meer vacatures dan werklozen in tweede kwartaal (cbs.nl)).

Grootste vacaturegroei in de cultuursector en de handel

In de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten nam het aantal openstaande vacatures toe met bijna 3 duizend naar ruim 8 duizend vacatures, een stijging van bijna 54 procent. In de handel nam het aantal openstaande vacatures toe met bijna 10 duizend vacatures (41,4 procent) naar bijna 34 duizend vacatures.

Bekijk hier de cijfers over de vacatures in het mkb.

Ondernemersvertrouwen mkb neemt verder toe

Het mkb-ondernemersvertrouwen nam aan het begin van het derde kwartaal 2021 verder toe en was voor het eerste sinds de coronacrisis binnen alle bedrijfstakken positief. Met name binnen de horeca steeg de stemmingsindicator van ondernemend Nederland fors. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

De gegevens voor dit onderzoek zijn begin juli 2021 verzameld. Vanaf 26 juni werden de coronamaatregelen versoepeld en golden nog weinig beperkingen. Op 10 juli werden de regels weer iets aangescherpt vanwege oplopende coronabesmettingen.

Het mkb-ondernemersvertrouwen kwam aan het begin van derde kwartaal 2021 uit op 15,2. Dit is een toename van bijna 11 punten ten opzichte van een kwartaal eerder, toen de stemmingsindicator voor het eerst sinds de coronacrisis weer positief was. In het tweede kwartaal van 2020 daalde de stemmingsindicator nog ongekend. Het sentiment herstelde zich in de volgende kwartalen grotendeels, maar was tot en met het eerste kwartaal 2021 negatief. Het ondernemersvertrouwen van het mkb lag begin juli 2021 meer dan 3 punten onder het ondernemersvertrouwen voor het totale bedrijfsleven. Dit komt doordat het sentiment binnen het grootbedrijf optimistischer was dan binnen het mkb.

Horecaondernemers voor het eerst weer optimistisch

Binnen alle bedrijfstakken waren mkb-ondernemers begin juli positief gestemd. Horecaondernemers waren in eerdere coronakwartalen nog zeer pessimistisch, maar dit sloeg om en het mkb-ondernemersvertrouwen onder horecaondernemers was begin juli zelfs het hoogst van alle bedrijfstakken. Ook binnen vrijwel alle andere bedrijfstakken nam de stemmingsindicator toe. De bouwnijverheid — waar het mkb-ondernemersvertrouwen sinds het laatste kwartaal van 2020 al positief is — was met een daling van een halve punt de enige uitzondering.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het ondernemersvertrouwen van het mkb geeft de stemming van Nederlandse mkb-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Meer oprichtingen dan opheffingen in het tweede kwartaal 2021

In het tweede kwartaal van 2021 werden ongeveer 61 duizend mkb-bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar met 14 procent toegenomen. Het aantal opheffingen is in vergelijking met een jaar eerder juist met ruim 26 procent afgenomen tot ongeveer 21 duizend in het tweede kwartaal van 2021. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

Zowel de oprichtingen als de opheffingen betroffen voornamelijk bedrijven met 1 werkzame persoon. In de bedrijfsgroottes tot 10 werkzame personen waren er meer oprichtingen dan opheffingen in het mkb. Maar in de bedrijfsgroottes van 10 en meer werkzame personen vonden er meer opheffingen (245) dan oprichtingen (160) plaats.

Grote verschillen tussen bedrijfstakken in toename aantal oprichtingen

In de specialistische zakelijke diensten werden de meest mkb-bedrijven opgericht. In het tweede kwartaal van 2021 waren dat bijna 12 duizend oprichtingen, een toename van 7 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het aantal oprichtingen nam met ongeveer 56 procent het sterkst toe in de handel. Er werden in het tweede kwartaal van 2021 in totaal ruim 11 duizend mkb-bedrijven in de handel opgericht.

Daarentegen nam het aantal oprichtingen in de cultuur, sport en recreatie af met 22 procent tot ruim 2 duizend in het tweede kwartaal 2021. Ook in de horeca en overige dienstverlening werden minder mkb-bedrijven opgericht dan een jaar eerder.

In alle bedrijfstakken minder opheffingen

In alle bedrijfstakken nam het aantal opheffingen ten opzichte van het tweede kwartaal 2020 af. Deze afname was procentueel het sterkst in de financiële dienstverlening (-57 procent). In absolute aantallen was de daling het grootst in de specialistische zakelijke diensten. In deze bedrijfstak werden ook de meeste mkb-bedrijven opgeheven. In totaal 4080 in het tweede kwartaal van 2021.

De opgeheven mkb-bedrijven in de specialistische zakelijke diensten betroffen vooral holdings en managementadviesbureau en design, fotografie en vertaalbureaus. Ook in de handel vonden relatief veel opheffingen plaats (3975 in het tweede kwartaal van 2021). Drie op de vier opheffingen in de handel was een mkb-bedrijf in de detailhandel.

Bekijk hier de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

Meeste faillissementen bij bedrijven met 1 werkzame persoon

In het tweede kwartaal van 2021 werden 366 mkb-bedrijven failliet verklaard. Dit is meer dan een halvering ten opzichte van dezelfde periode voorgaand jaar, toen werden er 770 bedrijven failliet verklaard. Ruim 62 procent van de faillissementen in het tweede kwartaal 2021 betrof een bedrijf met 1 werkzame persoon. Een jaar eerder maakte gefailleerde bedrijven met 1 werkzame persoon nog minder dan de helft van het totaal aantal mkb-faillissementen uit. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen nam in het tweede kwartaal van 2021 opnieuw af. Vanaf 2018 tot en met het tweede kwartaal van 2020 was het aantal faillissementen binnen het mkb redelijk stabiel met een licht stijgende trend over de jaren. Vanaf het derde kwartaal van 2020 daalde het aantal faillissementen en bereikte kwartaal op kwartaal een historisch laag niveau.

Meeste faillissementen binnen de handel

In het tweede kwartaal van 2021 waren de handel, bouwnijverheid en de sector specialistische zakelijke diensten samen goed voor het merendeel van de faillissementen binnen het mkb. De handel telde met een aandeel van ongeveer 22 procent de meeste faillissementen. Dit aandeel was voor de bouwnijverheid met 77 faillissementen bijna even groot. Binnen de sector specialistische zakelijke diensten gingen 46 mkb-bedrijven failliet. Deze sector omvat bedrijven zoals managementadviesbureaus en administratiekantoren en is uitgedrukt in het aantal bedrijven de grootste sector binnen Nederland. De handel en bouwnijverheid komen hierbij op de tweede en derde plaats.

Relatief veel werkzame personen betrokken bij faillissement industriebedrijven    

Voor veel sectoren gold in het tweede kwartaal van 2021 dat het aandeel in het totaal aantal faillissementen nagenoeg gelijk was aan het aandeel in het totaal aantal werkzame personen betrokken bij een faillissement. Zo was dit aandeel voor de handel in beide gevallen ongeveer 22 procent en ook voor de specialistische zakelijke diensten en de bouwnijverheid kwamen de verschillende aandelen nagenoeg overeen. De opvallendste uitzondering was de industrie. Bijna 17 procent van de werkzame personen betrokken bij een faillissement was werkzaam binnen de industrie, terwijl nog geen 7 procent van de faillissementen een industriebedrijf betrof. Hiermee was de industrie één van de drie sectoren met het hoogste aantal betrokken werkzame personen bij een faillissement binnen het mkb.

Meeste gefailleerde bedrijven hadden stabiel aantal werknemers

Ongeveer 42 procent van de gefailleerde mkb-bedrijven bestond nog geen drie jaar toen het failliet werd verklaard. Van de bedrijven die wel langer bestonden had bijna 54 procent de drie jaren voorafgaand aan het faillissement een stabiel aantal werknemers. Meer dan 23 procent van de gefailleerde mkb-bedrijven kende in deze periode juist een krimp van het aantal werknemers en bijna 15 procent was een groeiend bedrijf. Voor de overige bedrijven kon geen groeitype worden vastgesteld.

Advies versterking eigen vermogen mkb van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap

Voor duurzame groei zijn investeringen cruciaal, maar het investeringsvermogen van het Nederlandse mkb is al jaren te laag. Structurele knelpunten op het gebied van mkb-financiering blijven een belemmerende factor. Dit is het moment voor structurele verbeteringen, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Dit schrijft het Nederlands Comité voor Ondernemerschap in een Comitéadvies. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap neemt het initiatief voor een nieuw privaat fonds ter versterking van het eigen vermogen. Het Comité richt zich op het brede mkb met een financieringsbehoefte waarin de markt nog niet of onvoldoende voorziet. De komende tijd wordt dit initiatief verder uitgewerkt, in samenwerking met vertegenwoordigers van bedrijven, financiers en overheid. Dit is te lezen in het Comitéadvies.

Lees hier het advies.

De ondernemers van 2020

In 2020 waren er 21,1 miljoen ondernemers actief in Nederland. Daarvan was meer dan de helft een man. In de periode 2015 tot en met 2020 is het totaal aantal ondernemers met 21 procent toegenomen. In dezelfde periode steeg het aantal vrouwelijke ondernemers met bijna 25 procent net iets harder, hierdoor bleef het aandeel vrouwelijke ondernemers (ongeveer 35 procent) in deze jaren gelijk. Vooral in de overige persoonlijke dienstverlening (84 procent) en welzijnszorg (80 procent) was het aandeel vrouwelijke ondernemers hoog. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb.

Helft van ondernemers is hoogopgeleid

Van de ondernemers waarvan het onderwijsniveau bekend was, had precies de helft een hbo of wo diploma op zak. Voor 38 procent van de ondernemers (waarvan onderwijsniveau bekend) betrof de hoogst genoten opleiding een mbo-2 tot mbo-4 opleiding of het havo/vwo. Het onderwijsniveau was voor 12 procent van de ondernemers in Nederland laag. Dit omvat het onderwijs op het niveau van basisonderwijs, vmbo, onderbouw havo/vwo of mbo-1.

Oudere ondernemers leiden relatief vaker grotere bedrijven

De meeste ondernemers waren in 2020 tussen de 45 en 65 jaar oud. Over het algemeen geldt dat grotere bedrijven relatief vaker worden geleid door ondernemers in deze leeftijdscategorie dan door jongere ondernemers. In bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen betrof 65 procent een ondernemer van 45 tot 65 jaar. Voor bedrijven groter dan het midden en kleinbedrijf (mkb) was dit 57 procent.

13 procent van het totaal aantal ondernemers behoorde tot de jong ondernemers, dat zijn de ondernemers tot 30 jaar. Jonge ondernemers behaalden het grootste aandeel in de branche film- en tv-productie (geluidsopname) met 33 procent. Ook in de sector post en koeriers en huishoudproductie voor eigen gebruik waren relatief veel jonge ondernemers actief, in beide sectoren 29 procent.

Een op de vier ondernemers in Nederland heeft een migratieachtergrond

Bijna een op de vier ondernemers had in 2020 een migratieachtergrond. In 2015 was dit nog net geen een op de vijf. Ook het totaal aantal ondernemers met migratieachtergrond is in de periode 2015 tot 2020 met 51 procent toegenomen. Van de ondernemers met migratieachtergrond in 2020 had iets meer dan de helft een niet-westerse achtergrond.

Ondernemers met een migratieachtergrond zijn relatief vaker vertegenwoordigd bij de kleine bedrijven. Zo had een op de vier ondernemers werkzaam bij een bedrijf met één werkzaam persoon een migratieachtergrond. Bij ondernemers werkzaam bij een bedrijf met 50 tot 250 werkzame personen had ongeveer een op de acht ondernemers een migratieachtergrond.

In de branche post en koeriers waren relatief de meeste ondernemers met een migratieachtergrond. In 2020 was dit 64 procent. Ook in de sanering en overige afvalbeheer, vervoer over land en beveiliging- en opsporingsdiensten waren relatief veel ondernemers met een migratieachtergrond. In 2020 was dit voor al deze branches iets meer dan de helft van ondernemers.

Bekijk de cijfers over ondernemerskenmerken.