10 procent meer vacatures in MKB

Aan het einde van het derde kwartaal 2020 stonden er ruim 113 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was op dat moment iets meer dan de helft van het totaal aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures nam met 10 procent toe in vergelijking met een kwartaal eerder, toen stonden er ruim 103 duizend vacatures open in het MKB. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Zowel in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) als in het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures ten opzichte van het tweede kwartaal 2020 toe. In het middenbedrijf steeg het aantal vacatures het sterkst met ruim 12 procent. In het kleinbedrijf nam het aantal vacatures toe met ruim 9 procent tot 75 duizend vacatures. Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in het MKB aan het einde van het derde kwartaal uit op 113 duizend, 10 procent meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar (103 duizend). Daarmee heeft het aantal openstaande vacatures in het MKB zich weer hersteld na de dip in het tweede kwartaal. (108,5 duizend vacatures).

Grootste toename in aantal openstaande vacatures cultuur, recreatie en overige diensten

De toename van het aantal vacatures in het derde kwartaal van 2020 is zichtbaar in alle bedrijfstakken. In cultuur, recreatie en overige diensten, de bedrijfstak met de minste MKB-vacatures, nam het aantal vacatures procentueel het sterkst toe. In vergelijking met het tweede kwartaal 2020 nam het aantal openstaande vacatures in deze bedrijfstak met bijna 26 procent toe tot ruim 4 duizend openstaande vacatures. Ook in de bedrijfstak handel nam het aantal openstaande vacatures met ruim 14 procent sterk toe. In gezondheids-en welzijnszorg nam het aantal openstaande vacatures het minste toe. In deze bedrijfstak steeg het aantal openstaande vacatures met bijna 7 procent tot ruim 11 duizend openstaande vacatures. Hiermee laten de meeste bedrijfstakken in het derde kwartaal een herstel zien na de afname van het aantal vacatures in het tweede kwartaal 2020. Enkel in de gezondheids-en welzijnszorg nam het aantal openstaande vacatures in beide kwartalen toe.

Bekijk de nieuwste cijfers over vacatures in het MKB

Nieuwe tabel bedrijvendynamiek MKB

Deze maand is er op MKB-StatLine een nieuwe tabel verschenen met cijfers over de bedrijvendynamiek en overleving van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf en de werkgelegenheidseffecten daarvan.

In de nieuwe tabel is het mogelijk om de oprichtingen en opheffingen van bedrijven te relateren aan de totale bedrijvenpopulatie. Dit wordt de “Churn rate” genoemd of te wel de verversingsgraad van de bedrijvenpopulatie. Ook wordt de overleving van de pas opgerichte bedrijven in 3 en 5 jaar na oprichting weergegeven. De gegevens zijn beschikbaar vanaf 2011 en kunnen worden uitgesplitst naar bedrijfstakken.

Bekijk de nieuw tabel: Bedrijvendynamiek MKB; overleving, bedrijfstakken (SBI 2008)

Ondernemersvertrouwen MKB verbetert, maar nog steeds negatief

Het MKB-ondernemersvertrouwen voor het vierde kwartaal is voorafgaand aan de gedeeltelijke lockdown medio oktober, en na een toename in het derde kwartaal, verder teruggeveerd tot -5,1. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, is toegenomen door hogere omzetten en een gunstiger economisch klimaat in het derde kwartaal. Voor de verwachtingen voor het vierde kwartaal overheerst het pessimisme. De gegevens voor dit onderzoek zijn begin oktober 2020 verzameld, grotendeels voorafgaand aan de aangescherpte coronamaatregelen.

Het ondernemersvertrouwen aan het begin van het vierde kwartaal 2020 is beter dan in de twee voorgaande kwartalen. In het tweede kwartaal lag het vertrouwen onder MKB-ondernemers op het historisch lage niveau van -31,2. In het derde kwartaal verbeterde dit naar -15,3 en in het vierde kwartaal naar -5,1. Het vertrouwen bij bedrijven tot 50 werkzame personen ligt daar iets onder en verbetert van -18,0 in het derde kwartaal naar -7,7 in het vierde kwartaal.

MKB-ondernemersvertrouwen het laagst in de horeca

In het vierde kwartaal van 2020 zijn enkel de MKB-sectoren bouwnijverheid en handel positief gestemd. In de overige sectoren is het vertrouwen negatief. Dit is een verbetering ten opzichte van het derde kwartaal toen in alle sectoren het vertrouwen van MKB-ondernemers negatief was.

Het positieve MKB-ondernemersvertrouwen in de bouwnijverheid en handel komt door het middenbedrijf. Het vertrouwen bij bedrijven tot 50 werkzame personen is in de bouwnijverheid en handel nog wel negatief.

Het MKB-ondernemersvertrouwen is net als in het derde kwartaal het laagst in de horeca. In het vierde kwartaal 2020 is dat -32,1. In het derde kwartaal was dit nog -51,1.Vooral een sterk verbeterde omzetrealisatie en economisch klimaat liggen hieraan ten grondslag. Een meerderheid van de ondernemers verwacht echter voor het vierde kwartaal een omzetdaling.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

16 procent minder bedrijven opgericht in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2020 zijn 16 procent minder bedrijven opgericht dan in het derde kwartaal van 2019. Dat is grootste daling in acht jaar tijd. In de horeca was de afname 35 procent. Er werden wel 47 procent meer webwinkels opgericht. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Het aantal oprichtingen kwam in het derde kwartaal van 2020 uit op 46,0 duizend. Dat is 16 procent minder dan in het derde kwartaal van 2019 (54,6 duizend). In het tweede kwartaal van 2020 was het aantal oprichtingen 4 procent lager dan in 2019. In het eerste kwartaal van 2020 was nog sprake van een toename van het aantal oprichtingen met 13 procent.

Sterke toename nieuwe webwinkels

Behalve in de horeca daalde het aantal bedrijfsoprichtingen ook fors in de sector cultuur, sport en recreatie (34 procent), het onderwijs (31 procent) en de bouw en de gezondheids- en welzijnszorg (elk 24 procent). In de landbouw, bosbouw en visserij groeide het aantal nieuwe bedrijven met 1 procent, in de handel met 20 procent. In de handel waren de oprichtingen vooral webwinkels. In het derde kwartaal van 2020 stegen de webwinkeloprichtingen met 2 060 in vergelijking met 2019, een toename van 47 procent.

Met de sterke groei van het aantal oprichtingen in de handel (van 7,7 duizend tot 9,2 duizend in het derde kwartaal van 2020) is de handel nu voor het eerst de sector met de meeste bedrijfsoprichtingen in Nederland. In de specialistische zakelijke dienstverlening nam het aantal bedrijfsoprichtingen in het derde kwartaal van 2020 af met 2 020, in de bouw met 1 540. Daarna volgen de zorg (1 200 minder oprichtingen), het onderwijs (1 170 minder), cultuur, sport en recreatie (1 045) en de horeca (785).

Veel minder oprichtingen in de reisbranche

In de reisbranche viel het aantal bedrijfsoprichtingen sterk terug in het derde kwartaal van 2020. Het aantal nieuw opgerichte reisbureaus en reisorganisatiebureaus kromp met 46 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2019, het aantal nieuwe reisinformatie- en reserveerbureaus daalde zelfs met 65 procent. Ook in het personenvervoer over de weg daalden de bedrijfsoprichtingen aanzienlijk (61 procent). Daaronder vallen bijvoorbeeld het busvervoer en taxibedrijven.

Binnen de horeca ontstonden 45 procent minder nieuwe cafés en 35 procent minder restaurants en andere eetgelegenheden. In de sportsector daalde het aantal bedrijfsoprichtingen met 44 procent. Daarbinnen nam het aantal nieuwe fitnesscentra af met 33 procent, het aantal bedrijfsoprichtingen in de binnensport daalde met 43 procent.

 

Bekijk de cijfers op MKBStatLine

Recordaantal startende ondernemers in 2018

Het aantal startende ondernemers is in de afgelopen jaren nog niet eerder zo hoog geweest als in 2018.* Het merendeel van de startende ondernemers in 2018 was jonger dan 45 jaar en een man. De bedrijfstak specialistische zakelijke diensten, bestaande uit advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening had de meeste startende ondernemers in 2018. Dat meldt het CBS op de Staat van het MKB.

In 2018 startten maar liefst 176 duizend ondernemers in Nederland een eigen onderneming. In vergelijking met de voorliggende jaren een record aantal. Eerder stond het record aantal op bijna 168 duizend, dat is het aantal startende ondernemers in 2012. In 2013 startten slechts 147 duizend ondernemers een eigen onderneming.

Merendeel startende ondernemers is jonger dan 45 jaar

Maar liefst 72 procent van de startende ondernemers in 2018 is jonger dan 45 jaar. Het hoogste aantal ondernemers (37 procent van het totaal aantal ondernemers in 2018) valt in de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar gevolgd door de leeftijdscategorie 0 tot 30 jaar. Slechts 3 procent van de ondernemers in 2018 is ouder dan 65 jaar. Toch betekent dit dat er in 2018 bijna 5 duizend ondernemers ouder dan 65 jaar een eigen onderneming opzette.

De verdeling startende ondernemers naar leeftijd zier er al jaren ongeveer hetzelfde uit, zie het onderstaande figuur. In alle jaren vanaf 2010 bestaat het grootste gedeelte ondernemers uit ondernemers jonger dan 30 jaar. Wel neemt het aandeel ondernemers van 0 tot 30 toe; in 2010 was nog 26 procent van de ondernemers jonger dan 30 jaar. In 2018 is dit aandeel toegenomen tot 35 procent.

Ondernemers starten vooral in de specialistische zakelijke diensten

In 2018 had de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten de meeste startende ondernemers, namelijk meer dan 36 duizend. Daarvan betrof bijna 14 duizend een holding of managementadviesbureau en bijna 13 duizend een design, fotografie of vertaalbureau. Ook in de bedrijfstakken handel (22 duizend) en bouwnijverheid (meer dan 19 duizend) startten in 2018 veel nieuwe ondernemers.

De bedrijfstak verhuur en handel van onroerend goed had de minste startende ondernemers (bijna 2 duizend in 2018). Hierbij zijn de bedrijfstakken waterbedrijven en afvalbeheer, delfstoffenwinning, energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten niet meegenomen. Deze bedrijfstakken hadden bijna geen startende ondernemers in 2018.

2 op de 3 startende ondernemers is een man

De verdeling man en vrouw laat al jaren ongeveer hetzelfde beeld zien: 2 op de 3 ondernemers is een man. Ook in 2018 was meer dan de helft (62 procent) van alle startende ondernemers een man. Het overige gedeelte (38 procent) was een vrouw. In absolute aantallen waren dat bijna 67 duizend vrouwelijke ondernemers en meer dan 109 duizend mannelijke ondernemers in 2018.

De verhouding man en vrouw is per bedrijfstak heel verschillend. Zo is maar liefst 98 procent van de startende ondernemers in de bouwnijverheid een man. Ook in de vervoer en opslag bestaat het overgrote gedeelte van de startende ondernemers uit mannen (92 procent). Daarentegen is het merendeel van de startende ondernemers in de bedrijfstakken overige dienstverlening (80 procent) en gezonds- en welzijnszorg (74 procent) een vrouw. In de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie is de verdeling man en vrouw het meest evenredig: 55 procent is man en 45 procent is vrouw.

*Cijfers over 2018 zijn voorlopig

Bekijk de cijfers over startende ondernemers.

Aantal faillissementen in derde kwartaal 2020 laagst in 10 jaar

In het derde kwartaal van 2020 zijn in totaal 520 bedrijven failliet verklaard. Dat zijn 231 faillissementen minder dan in dezelfde periode van vorig jaar. Bij de faillissementen in het derde kwartaal van 2020 waren 3 576 werkzame personen betrokken. Bijna 27 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen per kwartaal was in de laatste 10 jaar niet eerder zo laag. In het tweede kwartaal van 2013 gingen de meeste MKB-failliet, namelijk 2 080. In de kwartalen daarop daalde het aantal faillissementen gestaag tot 686 in het vierde kwartaal van 2017. Daarna schommelde het aantal faillissementen, maar kwam niet boven de 800 uit. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven met 1 werkzaam persoon

Bijna 54 procent van de faillissementen (279) in het derde kwartaal van 2020 betrof een bedrijf met 1 werkzaam persoon. Van de bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen werden 169 bedrijven failliet verklaard. Verder gingen er 55 bedrijven in de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 17 bedrijven in de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet. In totaal werkten er 3 576 werkzame personen bij de failliet verklaarde bedrijven.

Meeste faillissementen in de handel

Van alle onderscheiden branches vielen de meeste faillissementen (137) in het derde kwartaal van 2020, net als het kwartaal daarvoor, in de handel. Daarvan betroffen 63 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s) en 58 een bedrijf in de groothandel.

Ook in de bouwnijverheid vielen net als vorig kwartaal relatief veel faillissementen. In het derde kwartaal van 2020 waren dat er 93 tegen 117 het kwartaal ervoor. In de horeca vielen er in totaal 47 faillissementen. Dat is minder dan de helft van de 111 faillissementen die in het tweede kwartaal in die branche vielen.

Bijna 27 procent failliete bedrijven bestond al langer dan 10 jaar

Van de failliet verklaarde bedrijven bestond bijna 27 procent al langer dan 10 jaar. Dat waren 140 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het derde kwartaal van 2020 failliet gingen, was 9,5 jaar.

Van de bedrijven jonger dan 3 jaar gingen er 137 failliet in het derde kwartaal van 2020. Dat is ruim 26 procent van het totaal aantal faillissementen in het derde kwartaal. Van de bedrijven tussen de 3 en 5 jaar gingen er 102 failliet en van de bedrijven tussen de 5 en 10 jaar 101.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijdbedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven

Economisch beeld MKB iets positiever

In vergelijking met het tweede kwartaal van 2020 ziet het economisch beeld van het MKB er in het derde kwartaal iets positiever uit. In het tweede kwartaal lieten nog 11 indicatoren een verslechtering zien ten opzichte van het voorgaande kwartaal, in het huidige kwartaal daalde dit aantal naar 8. Het financiële vertrouwen, het ondernemersvertrouwen en de verwachtingen over de exportontwikkeling en het aantal vacatures verbeterden van negatief in het tweede kwartaal naar positief in het derde kwartaal van 2020. Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde MKB-conjunctuurklok.

Vier stemmingsindicatoren verbeterd

Begin derde kwartaal van dit jaar verbeterden vier van de zes MKB-stemmingsindicatoren. Daarmee sloeg de stemming over het financiële vertrouwen, export-ontwikkeling, ondernemersvertrouwen en vacatures positief om. Bij de overige twee stemmingsindicatoren verslechterde de stemming in vergelijking met het vorige kwartaal. De verwachting over de consumptie-ontwikkeling nam het sterkst af. In mindere mate nam ook de verwachting over de economische ontwikkeling af, wel bleef deze indicator dit kwartaal boven de trend.

Reële indicatoren verslechterd

Alle zes de reële conjunctuurindicatoren zijn in het derde kwartaal van 2020 verslechterd in vergelijking met het tweede kwartaal van dit jaar. De indicatoren voor het volume van binnenlandse consumptie en het BBP ontwikkelden zich het sterkst in negatieve richting. Verder verslechterden ook de indicatoren voor duurzame consumptie, MKB-omzet en MKB-vacatures.

Waar de indicator over het aantal MKB-faillissementen tot het tweede kwartaal nog een verbetering liet zien, is deze indicator (tot het derde kwartaal) nu ook verslechterd. Onderdeel van de coronamaatregelen zijn de noodpakketten van de overheid om faillissementen te voorkomen.

Bekijk het Conjunctuurdashboard

MKB-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het vierde kwartaal van 2020 wordt begin december 2020 verwacht.

5 procent minder vacatures in MKB

Aan het einde van het tweede kwartaal 2020 stonden er ruim 103 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was op dat moment iets meer dan de helft van het totaal aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures daalde met 5 procent in vergelijking met een kwartaal eerder, toen stonden er ruim 108 duizend vacatures open in het MKB. In de gezondheids-en welzijnszorg nam het aantal openstaande vacatures echter met ruim 10 procent toe. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna 10 procent af tot net iets minder dan 34 duizend eind tweede kwartaal 2020. In het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) stonden aan het einde van het tweede kwartaal 69 duizend vacatures open, waarvan ruim 33 duizend bij de kleinste bedrijven (tot 10 werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven daalde met 4 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020. Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in het MKB aan het einde van het tweede kwartaal uit op 103 duizend, 36 procent minder dan in het tweede kwartaal van vorig jaar (161 duizend).

Meeste vacatures in de zakelijke dienstverlening

In het tweede kwartaal 2020 stond het grootste aantal vacatures in het MKB (21 duizend) open in de zakelijke dienstverlening. Gevolgd door handel met 19 duizend openstaande vacatures. In de sector cultuur, recreatie en overige diensten stonden in het tweede kwartaal de minste MKB-vacatures open (ruim 3 duizend).

Sterkste daling openstaande vacatures in cultuur, recreatie en overige diensten

In cultuur, recreatie en overige diensten, de sector met de minste MKB-vacatures, daalde het aantal vacatures procentueel het sterkst. In vergelijking met het eerste kwartaal 2020 daalde het aantal openstaande vacatures in deze sector met ruim 18 procent.

Toename openstaande vacatures in gezondheids-en welzijnszorg

Hoewel voor de meeste sectoren het aantal openstaande vacatures daalde, steeg deze voor de gezondheids- en welzijnszorg in het MKB. Het aantal vacatures nam hier met ruim 10 procent toe naar ruim 10 duizend openstaande vacatures.

Bekijk de nieuwste cijfers over vacatures in het MKB 

Comité presenteert investeringspakket voor herstel en groei mkb

Om banen te creëren en het Nederlandse bedrijfsleven te versterken is een ‘Herstel- en groeiplan mkb’ nodig. “Het mkb is de motor van de economie en is nu hard geraakt. Er is een gericht pakket nodig om het tij te keren”, aldus Harold Goddijn, de voorzitter van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. “Dit pakket helpt ons om versneld uit de crisis te komen.”

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap pleit bij het kabinet voor een samenhangend pakket van maatregelen, die bijdragen aan investeringen in innovatie en groei, een ondernemende arbeidsmarkt en een productiviteitssprong van ondernemers. Na de massieve steunmaatregelen moet worden gewerkt aan herstel van vertrouwen en (nieuwe) groei van het mkb. Het ‘Herstel- en groeiplan mkb’ beschrijft tien gerichte maatregelen, die rekening houden met de fase van herstel waarin een bedrijf zich bevindt en met de verschillen tussen bedrijven.

Financiering van het plan kost naar schatting 8 tot 12 miljard euro. Het Comité verwacht dat deze investering zichzelf terugverdient via een versneld economisch herstel. Vanaf 2025 kan het plan jaarlijks een extra toegevoegde waarde opleveren van naar schatting 20 tot 30 miljard. De schatkist zou daarvan met 10 tot 15 miljard per jaar profiteren.

De maatregelen van het ‘Herstel- en groeiplan mkb’ zijn verwerkt in drie programma’s:

  1.  Investeren in innovatie en groei: Om investeringen in innovatie en groei structureel te stimuleren moet het eigen vermogen worden versterkt, het aantrekken van (non-bancair) vermogen worden vergemakkelijkt en de toepassing van innovatie gestimuleerd. Op korte termijn kunnen gerichte verlichting van schulden en een (fiscale) investeringskorting helpen om de schuldenlast te verminderen en investeringen aan te jagen.
  2. Ondernemende arbeidsmarkt: Voor een wendbaar en weerbaar mkb is een wendbare en weerbare arbeidsmarkt nodig. Dit vraagt om een goed evenwicht in regelgeving, met oog voor de belangen van zowel werkgevers/opdrachtgevers als werkenden. Een nationaal omscholingsprogramma kan een oplossing bieden voor de zogenaamde “tekortberoepen” en om werknemers in de meest hard geraakte sectoren van werk naar werk te helpen. Een persoonlijk ontwikkelbudget stimuleert werknemers en ondernemers om zich te (blijven) ontwikkelen.
  3. Productiviteitssprong ondernemers: Ondernemers zelf moeten ondersteund worden om hun bedrijf weerbaarder en productiever te maken. Een zelfhulptool (“mkb-hulplijn”) en coaches kunnen hen bijstaan om beter inzicht te krijgen in de staat van hun bedrijf in vergelijking tot andere bedrijven in dezelfde branche. Ook kunnen ondernemers zo informatie krijgen over de ontwikkelingsmogelijkheden en best practices waarvan zij kunnen leren. Verder kan opschaling van digitalisering in het bedrijf bijdragen aan een productiviteitssprong. Tot slot zou herstarten of eventueel stoppen gemakkelijker gemaakt moeten worden.

Het Comité wil met dit advies aan het kabinet een bijdrage leveren aan de maatregelen die de komende tijd moeten worden genomen. Een aantal van de voorgestelde maatregelen kan op korte termijn worden ingevoerd, andere maatregelen vragen meer voorbereiding. Het Comité bepleit een strakke regie in de invoering en uitvoering van het pakket, met betrokkenheid van zowel uitvoeringsorganisaties als sociale partners en marktpartijen.

Lees ook de bijbehorende notitie.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is ingesteld door het ministerie van EZK en zet zich in voor duurzame groei van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Tot de taken behoren het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen. Eind juni verscheen een Tussenbericht naar aanleiding van de coronacrisis. Het Comité staat onder voorzitterschap van Harold Goddijn en bestaat verder uit Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Diederik Laman Trip, Meiny Prins en Occo Roelofsen.

MKB-ondernemers minder negatief

De stemming onder MKB-ondernemers is aan het begin van het derde kwartaal 2020 -15,3. Dit is een verbetering ten opzichte van het vorige kwartaal. Toen bereikte het MKB-ondernemersvertrouwen door de coronacrisis een ongekend laag niveau van -31,3.

Het ondernemersvertrouwen was in het derde kwartaal 2020 voor het hele bedrijfsleven -19,3. In het MKB zijn ondernemers dus minder negatief gestemd dan in het grootbedrijf. Het vertrouwen bij bedrijven tot 50 werkzame personen is met -18 minder dan in het hele MKB.

MKB-ondernemers in de horeca meest negatief

In alle sectoren zijn MKB-ondernemers negatief gestemd. Onder MKB-ondernemers in de horecasector was begin derde kwartaal het vertrouwen het laagst: -51,1. Aan het begin van het tweede kwartaal was in deze sector het vertrouwen ook al het laagst, namelijk -86,4. Deze sector is tevens de sector die de grootste verbetering in ondernemersvertrouwen laat zien, met 35,3 punten.

Het minst negatief zijn MKB-ondernemers in de bouwnijverheid (-4,4). De kleinste verbetering in ondernemersvertrouwen vond plaats in de informatie en communicatiesector. Het ondernemersvertrouwen verbeterde in die sector met 3,9 punten naar -17,7.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.