Mkb bedrijven hebben 20 duizend meer openstaande vacatures dan het grootbedrijf

Aan het eind van het eerste kwartaal 2023 stonden er ruim zo’n 227 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Dat waren er op dat moment ruim 20 duizend meer dan in het grootbedrijf waar 206 duizend vacatures opstonden. Het aantal openstaande vacatures nam in het mkb met bijna 9 procent af ten opzichte van het eerste kwartaal in 2022. Terwijl in het grootbedrijf in dezelfde periode het aantal openstaande vacatures steeg met 3,5 procent. Dit meldt het CBS op De Staat van het MKB.

De afname was in het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) met ruim 3 procent het kleinst. In het microbedrijf (0-10 werkzame personen) was de daling 7,5 procent en in het kleinbedrijf (10-50 werkzame personen) was de afname groter met ruim 11 procent. Het grootbedrijf laat een stijging van het aantal openstaande vacatures zien van 3,5 procent gemeten over dezelfde periode van het voorgaande jaar. De stijging in het grootbedrijf komt voornamelijk omdat meer bedrijven in 2023, door personeelsgroei in grootteklasse zijn gestegen.

Afname van openstaande vacatures in mkb breed zichtbaar
Diverse sectoren laten in het eerste kwartaal van 2023 een daling van het aantal openstaande vacatures ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2022 zien. In de Business Economy zijn er bijna 24 duizend openstaande vacatures minder, welke onder te verdelen zijn in onder andere handel, vervoer en horeca (bijna 14 duizend), gevolgd door zakelijke dienstverlening (ruim 3 duizend) en nijverheid en energie (bijna 3 duizend).

Stijging vacatures in grootbedrijf gedreven door overheid en zorg
De stijging van het aantal openstaande vacatures in het grootbedrijf is vooral zichtbaar bij de overheid en de zorg waar de openstaande vacatures stegen met ruim 11 duizend. Het aantal openstaande vacatures in het grootbedrijf daalde juist in sommige andere sectoren, zoals handel (bijna 4 duizend) en cultuur, recreatie en overige diensten (0,1 duizend).

 

Bekijk hier de cijfers over de openstaande vacatures in het mkb.

Ondernemersvertrouwen mkb nagenoeg ongewijzigd

Het mkb-ondernemersvertrouwen was aan het begin van het tweede kwartaal 2023 nagenoeg gelijk aan een kwartaal eerder. Binnen de bedrijfstakken zijn wel verschillen te zien, zo nam het vertrouwen in de horeca toe terwijl het in de bouw juist afnam. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb. De gegevens voor dit onderzoek zijn begin april 2023 verzameld en beschikbaar via MKB-Statline.

  • Het mkb-ondernemersvertrouwen kwam aan het begin van het tweede kwartaal 2023 uit op 5,1. Dit is nagenoeg hetzelfde als een kwartaal eerder toen het cijfer op 5,0 uitkwam. Destijds was het vertrouwen weer positief nadat het eind 2022 licht negatief was geworden. Het ondernemersvertrouwen voor het mkb ligt iets lager dan het totale cijfer die dit kwartaal op 7,5 uitkwam.
  • Binnen de bedrijfstakken nam het mkb-ondernemersvertrouwen het sterkst toe bij de horeca. Ook bij de handel en verhuur en handel van onroerend goed nam het vertrouwen toe, al is het cijfer bij de laatstgenoemde nog wel negatief. Binnen de vervoer en opslag en de bouw nam het vertrouwen juist af ten opzichte van een kwartaal eerder.
  • Zowel voor het kleinbedrijf als het middenbedrijf zijn de verwachtingen van ondernemers over het economisch klimaat per saldo negatief. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder ligt het saldo voor het kleinbedrijf ongeveer op hetzelfde niveau. Bij het middenbedrijf is het saldo verbeterd maar nog wel steeds negatief.
  • Per saldo verwachten mkb-ondernemers nog steeds dat de prijzen de komende periode zullen stijgen. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder ligt het saldo wel een stuk lager. Destijds lag het saldo bijna op 50 procent, dit kwartaal ligt het saldo voor zowel het kleinbedrijf als het middenbedrijf net onder de 20 procent

Record aantal bedrijfsoprichtingen eerste kwartaal 2023

In het eerste kwartaal van 2023 werden bijna 61 duizend mkb-bedrijven opgericht. Dit is het hoogst aantal oprichtingen sinds het begin van de meting in 2007. Er werden in het eerste kwartaal van 2023 ruim 28 duizend bedrijven opgeheven. Dit is een afname van 23 procent ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal in het voorgaande jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Het merendeel van de oprichtingen en opheffingen bestond uit bedrijven met 1 werkzame persoon. Van het totale aantal oprichtingen was dat 94 procent. Van het totale aantal opheffingen was 86 procent een bedrijf met    1 werkzame persoon
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (ruim 11 duizend). Ook in de bouwnijverheid werden er in het eerste kwartaal 2023 relatief veel bedrijven opgericht (ongeveer 7 duizend).
  • In de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten vonden de meeste opheffingen plaats (ruim 5.5 duizend). Vergeleken met het hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar is dit wel een daling van 33 procent.

*op basis van voorlopige cijfers

 

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

Faillissementen gestegen in het eerste kwartaal 2023

In het eerste kwartaal van 2023 werden 591 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen het niet-financiële bedrijfsleven. Daarmee is het aantal faillissementen gestegen met bijna 61 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar toen er 368 mkb-bedrijven failliet werden verklaard. Het aantal faillissementen was lager vergeleken met de periode voor het uitbreken van corona. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb en op MKB-Statline.

  • De meeste faillissementen vonden plaats bij bedrijven met 1 werkzame persoon, gevolgd door bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen. Bij bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen nam het aantal faillissementen in absolute zin het meeste toe ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
  • Relatief gezien was de stijging van het aantal faillissementen het hoogst bij bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen, van 1 faillissement in het eerste kwartaal van 2022 naar 10 faillissementen in het eerste kwartaal van 2023. Ook bij bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen steeg het aantal faillissementen relatief gezien sterk, van 28 naar 76.
  • 31 procent van de faillissementen in het eerste kwartaal van 2023 betrof een bedrijf tussen de 5 en 10 jaar oud, daar was de toename ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder ook het hoogst. Ruim 24 procent betrof een bedrijf jonger dan 3 jaar oud.

Meer samenwerking bij innoveren in het mkb

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over innovatie bij bedrijven over de periode 2018-2020. Het gaat om type innovatie en ontwikkeling van innovaties en over de samenwerking en belemmeringen bij innovatie. De mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen hebben de grootste groei in innovatie laten zien. De belemmeringen die invloed hebben gehad om innovatie activiteiten op te starten, lagen vooral in andere prioriteiten binnen het bedrijf

  • Van de bevraagde bedrijven in de business economy en landbouw waren er 23.525 bedrijven met een innovatie.
  • Procesinnovaties waren net zoals in de eerder gemeten periode de meest voorkomende innovaties.
  • 14.925 mkb bedrijven met 10-50 werkzame personen, hadden procesinnovaties gerealiseerd. Dit zijn 2.760 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode van 2016-2018.
  • Van deze procesinnovaties waren de administratieve innovaties bij 8.400 bedrijven de meest voorkomende innovaties.
  • Er 8.375 mkb bedrijven die innovaties samen met andere bedrijven of instellingen hebben ontwikkeld. Dit zijn 2.380 bedrijven meer dan de voorgaande gemeten periode. Het vaakst werd er samengewerkt met leveranciers.
  • Redenen voor belemmeringen van innovaties waren vooral andere prioriteiten binnen het bedrijf. En gebrek aan kapitaal en/of subsidies in combinatie met te hoge kosten voor het realiseren van innovaties. Dit beeld is niet veranderd ten opzichte van de eerder gemeten periode.

Bekijk hier de cijfers over innovatie bij bedrijven, type innovatie en samenwerking en belemmeringen bij innovatie

Economisch beeld MKB in het eerste kwartaal 2023 licht verbeterd

Het economisch beeld van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is aan het begin van het eerste kwartaal van 2023 licht verbeterd in vergelijking met het vierde kwartaal van 2022. Daarmee staat de mkb-barometer dit kwartaal op “zonnig”. In totaal lagen acht van de twaalf conjunctuurindicatoren boven de langjarige trend, in het voorgaande kwartaal waren dit er nog zeven. De meeste indicatoren lieten een verbetering zien ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de mkb-conjunctuurklok.

De mkb-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het mkb worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Bijna alle stemmingsindicatoren verbeterden

Begin eerste kwartaal van 2023 verbeterden vijf van de zes stemmingsindicatoren. Enkel de indicator over de consumptieontwikkeling daalde ten opzichte van het voorgaande kwartaal, de stemming hierover was opnieuw het meest negatief. De stemmingsindicatoren over het financiële vertrouwen, de exportontwikkeling en het ondernemersvertrouwen stegen en lagen boven de langjarige trend. De stemmingsindicator over de economische ontwikkeling bleef, ondanks de stijging, onder de langjarige trend.

Helft van reële indicatoren verbeterden

De consumptie-gerelateerde indicatoren ontwikkelden zich positief, zo verbeterden het consumptievolume en de aankopen van duurzame goederen. Ook de mkb-omzet liet een verbetering zien aan het begin van het eerste kwartaal van 2023. De indicatoren over de mkb-vacatures en de mkb-faillissementen verslechterden juist. Zo zakte de indicator over mkb-vacatures aan het begin van het eerste kwartaal van 2023 onder de langjarige trend. Ook de indicator over duurzame consumptie lag, ondanks de verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal, onder de langjarige trend.

Mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

Bekijk het Conjunctuurdashboard

Meerderheid bedrijven heeft groeiende omzet in het vierde kwartaal 2022

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet gepubliceerd. Deze zijn nu up-to-date tot en met het vierde kwartaal van 2022. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, dan wel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Er kan worden ingezoomd op verschillende grootteklassen en branches binnen het MKB.

  • Een meerderheid van de bedrijven zag de omzet stijgen in het vierde kwartaal van 2022 ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In de horeca lag dat percentage het hoogst met 79 procent, waarvan 62 procent een snelle stijger was. Een snelle stijger of daler is een bedrijf met meer dan 20 procent omzetgroei of –krimp. Het vierde kwartaal van 2021 was daarbij nog een kwartaal met beperkende coronamaatregelen voor de horeca.
  • Het percentage bedrijven met een snelle omzetstijging lag bijna voor elke bedrijfstak en grootteklasse hoger dan het percentage bedrijven dat de omzet snel zag dalen. Het percentage bedrijven met een snelle stijging lag met 29 procent het hoogst bij de groothandel en handelsbemiddeling met 1 werkzame persoon. In de horeca met 100 tot 250 werkzame personen lag het percentage snelle stijgers het hoogst met 82 procent.
  • Een kwart van de bedrijven in de informatie en communicatie had een snelle daling van de omzet in het vierde kwartaal van 2022. Dat percentage lag in deze bedrijfstak het hoogst. Ook in de groothandel en handelsbemiddeling en bouwnijverheid had 24 procent van de bedrijven een snelle daling van de omzet.

Aantal openstaande vacatures gegroeid

Aan het eind van het vierde kwartaal 2022 stonden er ruim 215 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Dat was op dat moment iets meer dan de helft van het totale aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures nam in het mkb toe met bijna 7 procent ten opzichte van het vierde kwartaal in 2021. De bouwnijverheid kende echter een afname van het aantal openstaande vacatures. Dit meldt het CBS op Staat van het MKB.

In het laatste kwartaal van 2022 is zowel in het mkb als het grootbedrijf het aantal openstaande vacatures gestegen ten opzichte van een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) was deze stijging met bijna 5 procent het kleinst. In het microbedrijf (0-10 werkzame personen) en kleinbedrijf (10-50 werkzame personen) was de stijging iets groter, respectievelijk 5,5 en 9,5 procent. In het grootbedrijf was de stijging van de openstaande vacatures ten opzichte van 2021 het grootst met bijna 17 procent.

Toename van openstaande vacatures in alle bedrijfstakken mkb behalve bouwnijverheid en industrie

In de meeste bedrijfstakken binnen het mkb groeide het aantal openstaande vacatures ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2021. De meeste vacatures (11 duizend) in het mkb kwamen erbij in de zakelijke dienstverlening, waar in totaal ook de meeste vacatures in het mkb open stonden. Dit ging om een stijging van 11 procent ten opzichte van eind 2021.

In de industrie en bouwnijverheid nam het aantal openstaande vacatures in het mkb ten opzichte van eind 2021 af. Deze afname was het grootst in de bouwnijverheid. Daar ging het om een afname van ruim 10 procent (bijna 2 duizend banen). Dit gaat vooral om een afname in het micro- en kleinbedrijf waar in vergelijking tot dezelfde periode van het voorgaande jaar 2,5 duizend minder vacatures open stonden. Dit is een grotere afname dan in de rest van het mkb. Het midden- en grootbedrijf kenden een toename van respectievelijk 0,5 duizend en 1,0 duizend vacatures.

De afname in de industrie werd vooral veroorzaakt door de afname in het klein- en middenbedrijf waar de openstaande vacatures afnamen met respectievelijk 1,0 duizend en 0,5 duizend. In het microbedrijf nam het aantal vacatures met ruim 0,5 duizend vacatures toe net als in het grootbedrijf waar een toename was van 2 duizend vacatures ten opzichte van een jaar eerder.

Bekijk de vacaturecijfers op MKB StatLine

 

Zuid-Holland exporteert weer meeste goederen

Zuid-Holland exporteerde in 2021 de meeste goederen naar het buitenland, met een waarde van 100 miljard euro. In 2020 was Noord-Brabant nog de grootste goederenexporteur; de export vanuit  Zuid-Holland was in dat jaar met 10 procent gekrompen. De goederenexport groeide in 2021 het sterkst in Groningen, gevolgd door Zuid-Holland. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

De aanleiding voor deze cijfers is een onderzoek op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, waarin op bedrijfs- en vestigingsniveau is gekeken naar de regionale verdeling van zowel de goederen- als de dienstenhandel. Verschillen in internationale handel tussen provincies of andere regionale indelingen worden deels bepaald door verschillen in de omvang van de economie, het aantal bedrijven, de samenstelling van bedrijfstakken en de nabijheid van het buitenland.

Minste groei in Overijssel

De kleinste exportgroei was te zien in Overijssel (7 procent). Drenthe exporteerde in 2021 de minste goederen, maar had wel een groei van 25 procent ten opzichte van 2020. Dat de waarde van de goederenexport in 2021 in alle provincies toenam, komt deels door een stijging van de exportprijzen.

Groningen kende de grootste exportgroei. De Groningse uitvoer van goederen was in 2021 twee derde groter dan een jaar eerder. Die toename bestond voor 43 procent uit export naar Duitsland en werd voor 85 procent gedreven door de export van vestigingen met 250 of meer werkzame personen.

Na Groningen had Zuid-Holland in 2021 de sterkste groei van de goederenexport (39 procent). Die toename bestond voor 44 procent uit de export van minerale brandstoffen en voor 23 procent uit chemische producten. Dit zijn tevens de twee grootste productgroepen die deze provincie exporteert.

Hoeveel er wordt geëxporteerd verschilt ook per vestigingsgrootte. Bedrijfsvestigingen met minder dan 50 werkzame personen nemen ongeveer 35 procent van de Nederlandse goederenexport voor hun rekening. Vestigingen met 250 of meer werkzame personen zijn goed voor 31 procent. Vooral in Groningen is het aandeel in de goederenexport van deze groep relatief groot (60 procent).

Relatief veel goederenhandelaren in Limburg en Zeeland

Niet alle bedrijven drijven handel met het buitenland. In 2021 behoorden ruim 230 duizend vestigingen tot een bedrijf dat voor minimaal 5 duizend euro aan goederen importeerde of exporteerde, ofwel 9 procent van het totaal aantal vestigingen. Limburg had met bijna 19 duizend vestigingen het grootste aandeel goederenhandelaren (14,2 procent), gevolgd door Zeeland (13,1 procent). Utrecht en Noord-Holland kennen met 7,3 procent het kleinste aandeel internationale goederenhandelaren.

Helft goederenexport Utrecht is wederuitvoer

Een deel van de Nederlandse export is wederuitvoer. Dat is uitvoer van eerder ingevoerde goederen die via Nederland vervoerd worden en daarbij (tijdelijk) eigendom worden van een Nederlandse ingezetene, zonder dat er een significante bewerking plaatsvindt. In Utrecht en Noord-Holland bestaat ongeveer de helft van de goederenexport uit wederuitvoer. Dit hangt samen met het grote aandeel van de groothandel in de goederenexport daar. De Zeeuwse goederenexport heeft het kleinste aandeel wederuitvoer. Daarvan bestaat 83 procent uit producten van Nederlandse makelij.

De internationale handel is in dit bericht voor zover mogelijk gekoppeld aan in Nederland gevestigde bedrijven. De handel van buitenlandse bedrijven en/of bedrijven die zich niet in het Algemeen Bedrijvenregister (ABR) bevinden is buiten beschouwing gelaten. Exporttotalen verschillen om die reden met de randtotalen op StatLine.

Bronnen:

Regionaal-Economische Kengetallen MKB 2022

Aantal bedrijven blijft toenemen

Aan het begin van 2023 waren er ruim 2,1 miljoen bedrijven, 79 duizend meer dan een jaar eerder. Het gaat vooral om bedrijven met 1 werkzame persoon. Het aantal bedrijven in Nederland groeit al vele jaren. In 2008 kwam het aantal bedrijven voor het eerst boven de 1 miljoen uit. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Het aantal bedrijven met 2 of meer werkzame personen is iets afgenomen, naar bijna 427 duizend. Dat is minder dan 20 procent van alle bedrijven.

Er werden in 2022 ruim 136 duizend bedrijven opgeheven en ruim 240 duizend opgericht. De groei van het aantal bedrijven was in 2022 kleiner dan in 2021. De grootste bedrijfstak is de specialistische zakelijke dienstverlening, met bijna 413 duizend bedrijven, gevolgd door de handel (271 duizend) en de bouwnijverheid (bijna 243 duizend).

Meeste oprichtingen in de bouw

De algemene bouw kende met 11,1 duizend de meeste oprichtingen van nieuwe bedrijven. Het overgrote deel hiervan had 1 werkzame persoon (10,7 duizend). Er startten ook  veel organisatieadviesbureaus (ruim 8 duizend), paramedische praktijken en financiële holdings (beiden ongeveer 7 duizend). Verder werden er veel nieuwe bedrijven opgericht in de studiebegeleiding, eventcatering en de thuiszorg.

Ook onder de opgeheven bedrijven waren in 2022 veel organisatieadviesbureaus (ruim 6 duizend) en  algemene bouwbedrijven (bijna 5 duizend). Andere branches met veel bedrijven die stopten waren webwinkels in kleding, softwareontwikkelaars en paramedische praktijken.

Netto kwamen de meeste bedrijven erbij in de algemene bouw (bijna 6,2 duizend), bij de paramedische praktijken (bijna 4,8 duizend) en in de eventcatering (4,4 duizend).

Veel webwinkels met meer dan 1 persoon opgericht en opgeheven

Bedrijven met meer dan 1 werkzame persoon vormden een kleinere groep, maar zijn doorgaans van groter belang voor de economie. Bij deze groep kwamen er ongeveer 17 duizend bedrijven bij en verdwenen ongeveer 21 duizend bedrijven. Binnen deze groep werden in 2022 ook meer webwinkels opgeheven dan opgericht, 3,3 duizend tegen 3,0 duizend. Bij de eet- en drinkgelegenheden met meer dan 1 werkzame persoon was er een soortgelijke ontwikkeling.

De meeste oprichtingen waren in deze groep bedrijven bij webwinkels in huis- en tuinartikelen (675), webwinkels in kleding (655) en webwinkels in een algemeen assortiment (535). Ook bij de bedrijven met meerdere werkzame personen was er een toename in de algemene bouw. Het aantal PR-bureaus steeg netto het meest, met 150, gevolgd door webwinkels in huis- en tuinartikelen (110) en bedrijven in de algemene bouw en arbeidsbemiddeling (beiden 65).

Bronnen:

MKB StatLine – Bedrijven; bedrijfstak

MKB StatLine – Bedrijven; oprichtingen

MKB StatLine – Bedrijven; opheffingen