Zeer sterke daling ondernemersvertrouwen MKB

Door de coronacrisis is het MKB-ondernemersvertrouwen sterk en abrupt gedaald van +7 in het eerste kwartaal van 2020 naar -31,3 in het tweede kwartaal. In alle sectoren zijn MKB-ondernemers negatief gestemd. In de horeca en vervoer en opslag was het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, het laagst.

Het ondernemersvertrouwen was in het tweede kwartaal 2020 voor het hele bedrijfsleven -37,2. Het verschil met het MKB komt dus voort uit minder optimistische sentimenten in het grootbedrijf. Het vertrouwen bij bedrijven tot 50 werkzame personen is met -32,8 iets kleiner dan in het hele MKB.

MKB-ondernemersvertrouwen het laagst in de horeca en vervoer en opslag

In het eerste kwartaal van 2020 waren enkel de MKB-sectoren horeca en vervoer en opslag negatief gestemd en was het vertrouwen in de overige sectoren nog positief. In het tweede kwartaal 2020 is in alle sectoren het vertrouwen van MKB-ondernemers sterk gedaald en negatief geworden.

Het MKB-ondernemersvertrouwen is het laagst in de horeca en vervoer en opslag. In beide sectoren was het vertrouwen in het eerste kwartaal -2,1. In het tweede kwartaal 2020 is dat verder gedaald naar -86,4 voor horeca en -46,7 voor vervoer en opslag.

De horeca is daarmee de sector met de sterkste daling van het MKB-vertrouwen (daling van ruim 84 punten), gevolgd door de zakelijke dienstverlening met een daling van ruim 50 punten. In het eerste kwartaal behoorde de zakelijke dienstverlening samen met de bouwnijverheid nog tot de twee sectoren waar MKB-ondernemers het meest positief waren. De bouwnijverheid is in het tweede kwartaal 2020 de minst negatief gestemde sector (-9,8).

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuurenquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Ruim 56 duizend oprichtingen en ruim 39 duizend opheffingen in eerste kwartaal 2020

In het eerste kwartaal van 2020 zijn 56,6 duizend MKB-bedrijven opgericht, bijna 13 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Ruim 92 procent van de MKB-oprichtingen betrof bedrijven met één werkzame persoon. In het eerste kwartaal van 2020 werden 39,5 duizend MKB-bedrijven opgeheven, ruim 13 procent meer dan dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt het CBS op de Staat van het MKB.

In het eerste kwartaal van 2020 werden de meeste MKB-bedrijven opgericht in de specialistische zakelijke dienstverlening (19,7 procent van het totaal aantal oprichtingen). De handel (15,0 procent) gevolgd door de bouwnijverheid (9,7 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal oprichtingen in het MKB in het eerste kwartaal van dit jaar.

Het aantal oprichtingen in het eerste kwartaal groeide in absolute aantallen het sterkst in de handel. In het eerste kwartaal 2020 vonden er in deze sector 2325 meer oprichtingen (+37,9 procent) plaats dan in het eerste kwartaal een jaar eerder. Ook in de specialistische zakelijke dienstverlening steeg het aantal oprichtingen in absolute aantallen sterk met 885 (+8,6 procent).

Meeste opheffingen in specialistische zakelijke dienstverlening

In het eerste kwartaal van 2020 werden in de specialistische zakelijke dienstverlening de meeste MKB-bedrijven opgeheven (21,9 procent van het totaal aantal MKB-opheffingen). De handel (16,7 procent) gevolgd door de bouwnijverheid (8,3 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal opheffingen in het MKB in het eerste kwartaal van dit jaar.

Het absolute aantal opheffingen in het eerste kwartaal groeide het sterkst in de specialistische zakelijke dienstverlening. In het eerste kwartaal 2020 vonden er in deze sector 1270 meer opheffingen (+17,2 procent) plaats dan in het eerste kwartaal een jaar eerder. Ook in de handel en de bouwnijverheid steeg het aantal opheffingen sterk. In eerste kwartaal 2020 vonden er 730 meer opheffingen (+12,4 procent) in de handel en 650 meer opheffingen (+24,8 procent) in de bouwnijverheid plaats dan een jaar eerder.

Bekijk de cijfers over oprichtingen en opheffingen in het MKB

ICT-incidenten en veiligheidsmaatregelen in het MKB

In 2018 kreeg 30 procent van de bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen te maken met een ICT-veiligheidsincident. ICT-veiligheidsincidenten zijn zowel onbedoelde incidenten als incidenten door een aanval van kwaadwillenden. 11 procent van de bedrijven binnen het MKB kreeg te maken met kosten door uitval van ICT-diensten. In vergelijking met eerdere jaren veranderde het aandeel bedrijven met een ICT incident nauwelijks. In 2019 namen MKB-bedrijven verschillende maatregelen om de ICT veiligheid te waarborgen.

Het aandeel bedrijven dat te maken kreeg met een ICT-veiligheidsincident in 2018 was hoger bij het middenbedrijf dan bij het micro- en kleinbedrijf. Bij meer dan de helft van het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) trad in 2018 een ICT-veiligheidsincident op. Voor het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen) lag dit percentage op 25 procent en voor het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) op 43 procent.

Ook de kosten door uitval van ICT-diensten werden relatief vaker geregistreerd bij het middenbedrijf (26 procent) dan bij het kleinbedrijf (19 procent) en het microbedrijf (9 procent).

Veiligheidsmaatregelen om cyberweerbaarheid te verhogen

Om de ICT-veiligheid te waarborgen, namen bedrijven binnen het MKB in 2019 verschillende ICT-veiligheidsmaatregelen. De veiligheidsmaatregelen antivirussoftware (89 procent) en updaten van software/besturingssystemen (81 procent) werden het meest toegepast door de MKB-bedrijven. De veiligheidsmaatregelen risicoanalyses (31 procent) en methodes voor beoordelen van ICT-veiligheid (31 procent) werden het minst toegepast door het MKB .

Voor alle ICT-veiligheidsmaatregelen geldt dat deze relatief meer werden toegepast naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt. Zo bewaart 68 procent van het microbedrijf gegevens op een andere fysieke locatie. Voor het kleinbedrijf is dit 85 procent en voor het middenbedrijf 93 procent.

Bekijk de cijfers over ICT veiligheid op Statline.

Hoog aandeel omzetstijgers bij grote bedrijven in de detailhandel

De omzet van de detailhandel groeide in het vierde kwartaal 2019 met 3,9 procent vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2018. Deze ontwikkeling was het resultaat van een grote variatie aan omzetontwikkelingen. Zo steeg in het vierde kwartaal de omzet bij de helft van de detailhandelsbedrijven, terwijl 48 procent in deze periode juist omzetverlies leed en bij 2 procent de omzet stabiel bleef. Dit blijkt uit onlangs op MKB Statline gepubliceerde cijfers over omzetstijgers en omzetdalers.

Bij de grootste detailhandelsbedrijven kwamen relatief de meeste omzetstijgers en minste omzetdalers voor. Winkels in consumentenelektronica waren in het vierde kwartaal koploper wat betreft het aandeel omzetstijgers. 54 procent van de winkels in consumentenelektronica gaf een omzet stijging aan. 44 procent van de winkels in de consumentenelektronica gaf een omzetdaling aan, het laagste percentage in vergelijking met andere deelbranches.

Voorbeeld van afbeelding

Minste omzetstijgers bij markthandelaren.

De markthandel kwam met 47 procent omzetstijgers en 51 procent omzetdalers het minst positief uit de bus. De markthandel was tevens de enige deelbranche in de detailhandel met meer omzetdalers dan omzetstijgers in het vierde kwartaal in 2019. In de overige deelbranches van de detailhandel varieerde het aandeel omzetstijgers van 50 tot 52 procent en het aandeel omzetdalers van 45 tot 48 procent.

Forse verschillen tussen groot en klein bedrijven

Er waren in het vierde kwartaal forse verschillen tussen de verschillende grootteklassen in de detailhandel. Bij 50 procent van de kleinere bedrijven (tot 10 werkzame personen) steeg de omzet en bij 48 procent daalde de omzet. Bij de bedrijven met meer dan 250 werkzame personen steeg de omzet bij 67 procent van de bedrijven en bij 27 procent daalde de omzet.

Voorbeeld van afbeelding

Bekijk de cijfers over omzetstijgers en -dalers (ook van andere sectoren) op MKB StatLine.

Economisch beeld MKB in eerste kwartaal 2020 verbeterd

Het economisch beeld van het MKB is in het eerste kwartaal van dit jaar in vergelijking met het laatste kwartaal vorig jaar verbeterd. Lieten in het vierde kwartaal vorig jaar nog alle twaalf conjunctuurindicatoren een verslechtering zien ten opzichte van het voorgaande kwartaal, begin eerste kwartaal van dit jaar waren vijf indicatoren alweer hersteld. Deze stonden er daardoor begin dit jaar weer positief bij.

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

Bekijk het conjunctuurdashboard

Helft stemmingsindicatoren MKB-conjunctuurklok weer positief

Begin eerste kwartaal dit jaar verbeterden drie van de zes MKB-stemmingsindicatoren. De stemming verbeterde vooral als gevolg verbeterde exportverwachtingen onder MKB’ers, een toegenomen ondernemersvertrouwen alsmede positievere verwachtingen over de ontwikkeling van het aantal vacatures. Negatief daarentegen ontwikkelde zich de door consumenten verwachte consumptie, het financieel vertrouwen onder MKB’ers en de door hen verwachte economische ontwikkeling.

Reële indicatoren MKB-conjunctuurklok blijven overwegend negatief

Begin eerste kwartaal van dit jaar zijn vier van de zes reële conjunctuurindicatoren vergeleken met het vierde kwartaal verder afgenomen. Twee consumptie-gerelateerde indicatoren ontwikkelden zich echter positief. Zo steeg het volume van de binnenlandse consumptie en de aankopen van duurzame goederen. Het BBP, de omzet van het MKB, het aantal MKB-faillissementen en MKB-vacatures lieten echter een verslechtering zien.

MKB-klok toegelicht

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het tweede kwartaal van 2020 wordt in juni 2020 verwacht.

Stijgend aantal vrouwelijke ondernemers in Nederland

Het is zondag 8 maart Internationale Vrouwendag. Een goede gelegenheid voor de Staat van het MKB om aandacht te besteden aan vrouwelijke ondernemers in Nederland. In 2018 waren in Nederland bijna 2 miljoen ondernemers actief, daarvan was 35 procent een vrouw. In absolute getallen zijn dat 672 380 vrouwelijke ondernemers, het hoogste aantal in vergelijking met voorafgaande jaren.

In de afgelopen jaren is het aantal vrouwelijke ondernemers in Nederland gestaag gestegen. In vergelijking met 2012 waren er in 2018 ruim 132 duizend meer vrouwelijke ondernemers een toename van 24,5 procent. De verhouding mannelijke en vrouwelijke ondernemers bleef gelijk. Zowel in 2012 als in 2017 was 1 op de 3 ondernemers een vrouw.

Voornamelijk bedrijven met één werkzame persoon

Het merendeel van de vrouwelijke ondernemers uit 2018 (ruim 67 procent) was ZZP’er (bedrijven met één werkzaam persoon). In vergelijking met 2012, is het aantal vrouwelijke ZZP’ers toegenomen met bijna 130 duizend. Een procentuele groei van 4 procent. In dezelfde periode nam het aantal mannelijke ZZP’ers toe met 2 procent.

Bijna 30 procent van de vrouwelijke ondernemers was eigenaar van een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen, een toename van meer dan 2 duizend vrouwelijke ondernemers in deze bedrijfsgrootte. In 2018 had ruim 2 procent een bedrijf met 10 tot 250 werkzame personen, binnen deze categorie nam enkel het aantal vrouwelijke ondernemers met een bedrijf van 50 tot 250 werkzame personen toe met 62 procent. Een klein gedeelte (130 vrouwen) van de vrouwelijke ondernemers had een bedrijf met 250 of meer werkzame personen in 2018. Bijna 1 op de 6 ondernemers met een bedrijf gelijk of meer dan 250 werkzame personen was een vrouw. In vergelijking met 2012 is het aantal vrouwelijke ondernemers met 250 of meer werkzame personen constant gebleven.

Vrouwelijke ondernemers actief in specialistische zakelijke diensten

Veel vrouwelijke ondernemers waren in 2018 actief in de specialistische zakelijke diensten (ruim 18 procent) en de gezondheids- en welzijnszorg (ruim 17 procent). Daarna volgen de handel (ruim 13 procent) en overige dienstverlening (ruim 11 procent). De overige dienstverlening omvat o.m. de activiteiten van belangenverenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen en veel andere activiteiten op het gebied van persoonlijke dienstverlening.


In de sectoren delfstoffenwinning, waterbedrijven en afvalbeheer,  energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten waren in 2018 minder dan 200 vrouwelijke ondernemers actief. Om deze reden zijn deze sectoren niet opgenomen in bovenstaande figuur.

Bekijk de cijfers op MKB statline

Openstaande vacatures in het MKB toegenomen

Aan het eind van het vierde kwartaal 2019 stonden er 147 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was 52 procent van alle openstaande vacatures op dat moment in Nederland. Het aantal openstaande vacatures binnen het MKB was bijna 8 procent hoger dan het vierde kwartaal in 2018. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

In het vierde kwartaal 2019 stonden bijna 98 duizend vacatures open bij bedrijven tot 50 werkzame personen. Dat is bijna 10 procent meer dan in het vierde kwartaal 2018. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures in deze periode met ruim 4 procent toe tot ruim 49 duizend. In het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden aan het einde van het vierde kwartaal ruim 134 duizend vacatures open, een stijging van 13 procent.
Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland uit op ruim 281 duizend, dat is meer dan 26 duizend extra openstaande vacatures dan het vierde kwartaal 2018.

Aantal MKB-vacatures groeit het hardst in cultuur, recreatie en overige diensten

De grootste vacaturegroei binnen het MKB was in de sector cultuur, recreatie en overige diensten. In deze sector stonden in het vierde kwartaal 7 duizend vacatures open, ruim 18 procent meer dan eind vierde kwartaal 2018. In vergelijking met het vierde kwartaal 2018 stegen het aantal openstaande vacatures ook sterk in de sector zakelijke dienstverlening (+15,6 procent) en gezondheids- en welzijnszorg (+12,1 procent). Alleen in de bouwnijverheid nam het aantal openstaande vacatures af met ruim 3 procent.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine

MKB-vertrouwen weer positiever in eerste kwartaal 2020

In vergelijking met het vierde kwartaal in 2019 zijn MKB-ondernemers aan het begin van 2020 positiever gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, steeg voor het MKB van 5,1 naar 7,0. Het ondernemersvertrouwen bij ondernemers met 5 tot 50 werkzame personen is iets lager: 6,3. Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven bleef met 6,4 nagenoeg gelijk aan een kwartaal eerder (6,6).

In het eerste kwartaal van 2015 bereikte het MKB-ondernemersvertrouwen de laagste waarde (3,7) tot nu toe en in het eerste kwartaal van 2018 werd de hoogste waarde bereikt: 19,6. Na drie kwartalen waarin het ondernemersvertrouwen daalde, stijgt het MKB-ondernemersvertrouwen in het eerste kwartaal 2020.

MKB-ondernemers binnen de bouwnijverheid hebben het meeste vertrouwen (14,9) gevolgd door MKB-ondernemers binnen de zakelijke dienstverlening (11,4) en informatie en communicatie (9,0). In de sector vervoer en opslag en horeca is het MKB-ondernemersvertrouwen het laagst. In vergelijking met het laatste kwartaal van 2019 is het vertrouwen binnen alle sectoren met uitzondering van de sector informatie en communicatie, toegenomen. Het vertrouwen steeg het sterkst binnen de sector verhuur en handel van ontroerend goed met ruim 7,2.

Lagere verwachtingen over omzetgroei

Ondernemers zijn minder positief over de omzet die zij in de komende 3 maanden verwachten te behalen in vergelijking met een jaar geleden. Per saldo verwachtte toen 9,3 procent van alle ondernemers met 5 of meer werkzame personen een omzetgroei. Nu is dat 2 procent. Het middenbedrijf is daarbij het meest optimistisch. Per saldo verwacht 9,6 procent een omzetgroei. Van de ondernemers met 5 tot 50 werkzame personen voorziet per saldo 2 procent een toename van de omzet. Het grootbedrijf laat zich negatief uit over de verwachte omzet. Per saldo voorziet 5,1 procent een daling van de omzet.

Bedrijfsleven voorziet minder grote toename personeel

Over de werkgelegenheid in het eerste kwartaal is het bedrijfsleven minder positief gestemd dan een jaar geleden. Van de bedrijven met meer dan 5 werkzame personen verwacht per saldo 9,4 procent het personeelsbestand in het eerste kwartaal uit te breiden. Een jaar geleden was dit 18,3 procent. Het aandeel ondernemers met vraag naar personeel is in het midden- en kleinbedrijf per saldo groter dan in het grootbedrijf. Het middenbedrijf is met 14,8 procent het positiefst.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Recordaantal nieuwe oprichtingen en hoog aantal opheffingen in 2019

In 2019 zijn ruim 207 duizend bedrijven opgericht. Het aantal oprichtingen is een record in vergelijking met de voorafgaande 10 jaren. Voor lange tijd vonden de meeste oprichtingen (ruim 188 duizend) in 2009 plaats, voor het eerst is dat nu meer. Alle oprichtingen betreffen het midden en kleinbedrijf. Ook het aantal opheffingen is hoog, er zijn 115 duizend MKB-bedrijven in 2019 opgeheven. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

Het aantal oprichtingen in 2019 steeg met 23,4 duizend ten opzichte van 2018. Vooral het aantal oprichtingen binnen de webwinkels is gestegen. In 2019 gingen er ruim 15 duizend nieuwe webwinkels online. Dat zijn er ongeveer 6 duizend meer dan in 2018.

Oprichtingen grotendeels bij bedrijven met één werkzaam persoon

Een groot gedeelte (91 procent) van de oprichtingen in 2019 bestond uit bedrijven met één werkzaam persoon. Bedrijven met twee tot tien werkzame personen waren goed voor ruim 8 procent van de oprichtingen. Er waren 440 oprichtingen van bedrijven met meer dan 10 werkzame personen. Ruim 5 procent daarvan betrof het middenbedrijf.

Meeste oprichtingen in specialistische zakelijke diensten

De meeste oprichtingen binnen het niet-financiële bedrijfsleven in 2019 vonden plaats in de sectoren specialistische zakelijke diensten (20 procent), handel (13 procent) en bouwnijverheid (11 procent). Oprichtingen binnen de specialistische zakelijke diensten betroffen voornamelijk holdings en managementadviesbureaus. Oprichtingen binnen de handel betroffen vooral webwinkels.

Op 2012 na het hoogste aantal opheffingen in 2019

In 2019 zijn 115 duizend bedrijven opgeheven. Alle opheffingen vonden plaats in het midden en kleinbedrijf. Het aantal opheffingen is op 2012 na het hoogst in de afgelopen tien jaar. De opheffingen in 2019 bestonden voornamelijk uit bedrijven met minder dan 10 werkzame personen (99 procent). Het grootste gedeelte (85 procent) bestond uit bedrijven met 1 werkzaam persoon.

Meeste opheffingen in specialistische zakelijke diensten

De meeste opheffingen binnen het niet-financiële bedrijfsleven in 2019 vonden plaats in de sectoren specialistische zakelijke diensten (20 procent), handel (ruim 16 procent) en bouwnijverheid (ruim 7 procent). Opheffingen binnen de specialistische zakelijke diensten bestonden grotendeels uit holdings en managementadviesbureaus. Opheffingen binnen de handel bestonden grotendeels uit webwinkels.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine: oprichtingen en opheffingen

Kleiner deel mkb heeft behoefte aan externe financiering

Van het midden- en kleinbedrijf (mkb) had 20 procent behoefte aan externe financiering in de periode van juli 2018 tot juli 2019. Dat is minder dan een jaar eerder. Toen gaf 24 procent aan een financieringsbehoefte te hebben. Van de mkb-bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kreeg 84 procent de financiering ook rond. Vrouwelijke ondernemers met een financieringsbehoefte weten die financiering uiteindelijk minder vaak aan te trekken. Dat meldt het CBS op basis van de tweede editie van de Financieringsmonitor.

De Financieringsmonitor toont onder andere de resultaten van een digitale enquête die is uitgezet onder bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen in de business economy. Met de resultaten van de enquête wordt de zoektocht van het mkb naar externe financiering van begin tot eind in kaart gebracht. De enquête had betrekking op de periode van juli 2018 tot juli 2019. De vorige editie van de financieringsmonitor ging over de periode van juli 2017 tot juli 2018.

Van de bedrijven die aangeven een financieringsbehoefte te hebben, verkent 83 procent de mogelijkheden. Ruim twee derde van deze laatste groep doet vervolgens daadwerkelijk een aanvraag voor financiering. Hiervan wordt 84 procent toegekend.

Vergeleken met een jaar eerder hadden minder bedrijven een financieringsbehoefte, maar het verlangde bedrag was groter. In het mkb in de business economy was het gewenste bedrag aan externe financiering tussen juli 2018 en juli 2019 in doorsnee 175 duizend euro. Dat wil zeggen dat de helft een lager bedrag zocht en de andere helft een hoger bedrag. Een jaar eerder was dit 105 duizend euro. Dit hangt samen met een afname van de financieringsbehoefte, die het sterkst zichtbaar is bij de kleinste bedrijven.

Bekijk het dashboard van de financieringsmonitor

Gemiddelde slaagkans laagst bij kleinste mkb’ers

Het gemiddelde slagingspercentage varieert tussen 81 procent voor de groep microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) tot 96 procent voor middenbedrijven (50-250 werkzame personen). Dit is lager dan bij het grootbedrijf, waar 98 procent van de aanvragen leidt tot financiering. Naast bedrijfsgrootte dragen ook financiële gezondheid en de beschikbaarheid van veel onderpand bij aan de slaagkans. De handel en de zakelijke dienstverlening zijn bedrijfstakken binnen het mkb waar een aanvraag het minst vaak leidt tot financiering. Bedrijven in deze bedrijfstakken kunnen financiers minder onderpand, en dus minder zekerheden bieden.

Financieringsbehoefte van vrouwelijke ondernemers uiteindelijk minder vaak ingevuld

Bedrijven van teams geleid door overwegend vrouwelijke ondernemers vallen in de zoektocht naar financiering vaker af dan bedrijven met mannelijke ondernemers. Zij hebben minder vaak behoefte aan externe financiering, verkennen de mogelijkheden minder vaak en doen minder vaak een aanvraag. Bijvoorbeeld omdat ze vaker dan mannelijke ondernemers verwachten de gezochte financiering niet te zullen krijgen of dat deze te duur zal zijn. Die verschillen zijn significant, ook na correctie voor verschillen in kenmerken van de bedrijven, zoals sector en grootteklasse. Maar áls bedrijven van vrouwelijke ondernemers uiteindelijk een externe financieringsaanvraag doen, hebben zij dezelfde slaagkans als mannelijke ondernemers.

Dat betekent uiteindelijk dat vrouwelijke ondernemers met een externe financieringsbehoefte er minder vaak in slagen in die behoefte te voorzien dan mannelijke ondernemers: 37 versus 52 procent. Voor deze analyse zijn twee jaargangen van de Financieringsmonitor gecombineerd. De uitkomsten hebben dus betrekking op de periode van juli 2017 tot juli 2019.

De Financieringsmonitor

De Financieringsmonitor wordt bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor externe financiering voor bedrijven in het mkb. Daarvoor wordt de zoektocht naar financiering van ondernemers gevolgd en een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt. Deze tweede editie van de monitor heeft betrekking op de periode die loopt van 1 juli 2018 tot 1 juli 2019.

Lees het onderzoeksrapport.