Stijgend aantal vrouwelijke ondernemers in Nederland

Het is zondag 8 maart Internationale Vrouwendag. Een goede gelegenheid voor de Staat van het MKB om aandacht te besteden aan vrouwelijke ondernemers in Nederland. In 2018 waren in Nederland bijna 2 miljoen ondernemers actief, daarvan was 35 procent een vrouw. In absolute getallen zijn dat 672 380 vrouwelijke ondernemers, het hoogste aantal in vergelijking met voorafgaande jaren.

In de afgelopen jaren is het aantal vrouwelijke ondernemers in Nederland gestaag gestegen. In vergelijking met 2012 waren er in 2018 ruim 132 duizend meer vrouwelijke ondernemers een toename van 24,5 procent. De verhouding mannelijke en vrouwelijke ondernemers bleef gelijk. Zowel in 2012 als in 2017 was 1 op de 3 ondernemers een vrouw.

Voornamelijk bedrijven met één werkzame persoon

Het merendeel van de vrouwelijke ondernemers uit 2018 (ruim 67 procent) was ZZP’er (bedrijven met één werkzaam persoon). In vergelijking met 2012, is het aantal vrouwelijke ZZP’ers toegenomen met bijna 130 duizend. Een procentuele groei van 4 procent. In dezelfde periode nam het aantal mannelijke ZZP’ers toe met 2 procent.

Bijna 30 procent van de vrouwelijke ondernemers was eigenaar van een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen, een toename van meer dan 2 duizend vrouwelijke ondernemers in deze bedrijfsgrootte. In 2018 had ruim 2 procent een bedrijf met 10 tot 250 werkzame personen, binnen deze categorie nam enkel het aantal vrouwelijke ondernemers met een bedrijf van 50 tot 250 werkzame personen toe met 62 procent. Een klein gedeelte (130 vrouwen) van de vrouwelijke ondernemers had een bedrijf met 250 of meer werkzame personen in 2018. Bijna 1 op de 6 ondernemers met een bedrijf gelijk of meer dan 250 werkzame personen was een vrouw. In vergelijking met 2012 is het aantal vrouwelijke ondernemers met 250 of meer werkzame personen constant gebleven.

Vrouwelijke ondernemers actief in specialistische zakelijke diensten

Veel vrouwelijke ondernemers waren in 2018 actief in de specialistische zakelijke diensten (ruim 18 procent) en de gezondheids- en welzijnszorg (ruim 17 procent). Daarna volgen de handel (ruim 13 procent) en overige dienstverlening (ruim 11 procent). De overige dienstverlening omvat o.m. de activiteiten van belangenverenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen en veel andere activiteiten op het gebied van persoonlijke dienstverlening.


In de sectoren delfstoffenwinning, waterbedrijven en afvalbeheer,  energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten waren in 2018 minder dan 200 vrouwelijke ondernemers actief. Om deze reden zijn deze sectoren niet opgenomen in bovenstaande figuur.

Bekijk de cijfers op MKB statline

Openstaande vacatures in het MKB toegenomen

Aan het eind van het vierde kwartaal 2019 stonden er 147 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was 52 procent van alle openstaande vacatures op dat moment in Nederland. Het aantal openstaande vacatures binnen het MKB was bijna 8 procent hoger dan het vierde kwartaal in 2018. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

In het vierde kwartaal 2019 stonden bijna 98 duizend vacatures open bij bedrijven tot 50 werkzame personen. Dat is bijna 10 procent meer dan in het vierde kwartaal 2018. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures in deze periode met ruim 4 procent toe tot ruim 49 duizend. In het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden aan het einde van het vierde kwartaal ruim 134 duizend vacatures open, een stijging van 13 procent.
Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland uit op ruim 281 duizend, dat is meer dan 26 duizend extra openstaande vacatures dan het vierde kwartaal 2018.

Aantal MKB-vacatures groeit het hardst in cultuur, recreatie en overige diensten

De grootste vacaturegroei binnen het MKB was in de sector cultuur, recreatie en overige diensten. In deze sector stonden in het vierde kwartaal 7 duizend vacatures open, ruim 18 procent meer dan eind vierde kwartaal 2018. In vergelijking met het vierde kwartaal 2018 stegen het aantal openstaande vacatures ook sterk in de sector zakelijke dienstverlening (+15,6 procent) en gezondheids- en welzijnszorg (+12,1 procent). Alleen in de bouwnijverheid nam het aantal openstaande vacatures af met ruim 3 procent.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine

MKB-vertrouwen weer positiever in eerste kwartaal 2020

In vergelijking met het vierde kwartaal in 2019 zijn MKB-ondernemers aan het begin van 2020 positiever gestemd. Het ondernemersvertrouwen, de stemmingsindicator van ondernemend Nederland, steeg voor het MKB van 5,1 naar 7,0. Het ondernemersvertrouwen bij ondernemers met 5 tot 50 werkzame personen is iets lager: 6,3. Het ondernemersvertrouwen in het gehele bedrijfsleven bleef met 6,4 nagenoeg gelijk aan een kwartaal eerder (6,6).

In het eerste kwartaal van 2015 bereikte het MKB-ondernemersvertrouwen de laagste waarde (3,7) tot nu toe en in het eerste kwartaal van 2018 werd de hoogste waarde bereikt: 19,6. Na drie kwartalen waarin het ondernemersvertrouwen daalde, stijgt het MKB-ondernemersvertrouwen in het eerste kwartaal 2020.

MKB-ondernemers binnen de bouwnijverheid hebben het meeste vertrouwen (14,9) gevolgd door MKB-ondernemers binnen de zakelijke dienstverlening (11,4) en informatie en communicatie (9,0). In de sector vervoer en opslag en horeca is het MKB-ondernemersvertrouwen het laagst. In vergelijking met het laatste kwartaal van 2019 is het vertrouwen binnen alle sectoren met uitzondering van de sector informatie en communicatie, toegenomen. Het vertrouwen steeg het sterkst binnen de sector verhuur en handel van ontroerend goed met ruim 7,2.

Lagere verwachtingen over omzetgroei

Ondernemers zijn minder positief over de omzet die zij in de komende 3 maanden verwachten te behalen in vergelijking met een jaar geleden. Per saldo verwachtte toen 9,3 procent van alle ondernemers met 5 of meer werkzame personen een omzetgroei. Nu is dat 2 procent. Het middenbedrijf is daarbij het meest optimistisch. Per saldo verwacht 9,6 procent een omzetgroei. Van de ondernemers met 5 tot 50 werkzame personen voorziet per saldo 2 procent een toename van de omzet. Het grootbedrijf laat zich negatief uit over de verwachte omzet. Per saldo voorziet 5,1 procent een daling van de omzet.

Bedrijfsleven voorziet minder grote toename personeel

Over de werkgelegenheid in het eerste kwartaal is het bedrijfsleven minder positief gestemd dan een jaar geleden. Van de bedrijven met meer dan 5 werkzame personen verwacht per saldo 9,4 procent het personeelsbestand in het eerste kwartaal uit te breiden. Een jaar geleden was dit 18,3 procent. Het aandeel ondernemers met vraag naar personeel is in het midden- en kleinbedrijf per saldo groter dan in het grootbedrijf. Het middenbedrijf is met 14,8 procent het positiefst.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Recordaantal nieuwe oprichtingen en hoog aantal opheffingen in 2019

In 2019 zijn ruim 207 duizend bedrijven opgericht. Het aantal oprichtingen is een record in vergelijking met de voorafgaande 10 jaren. Voor lange tijd vonden de meeste oprichtingen (ruim 188 duizend) in 2009 plaats, voor het eerst is dat nu meer. Alle oprichtingen betreffen het midden en kleinbedrijf. Ook het aantal opheffingen is hoog, er zijn 115 duizend MKB-bedrijven in 2019 opgeheven. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

Het aantal oprichtingen in 2019 steeg met 23,4 duizend ten opzichte van 2018. Vooral het aantal oprichtingen binnen de webwinkels is gestegen. In 2019 gingen er ruim 15 duizend nieuwe webwinkels online. Dat zijn er ongeveer 6 duizend meer dan in 2018.

Oprichtingen grotendeels bij bedrijven met één werkzaam persoon

Een groot gedeelte (91 procent) van de oprichtingen in 2019 bestond uit bedrijven met één werkzaam persoon. Bedrijven met twee tot tien werkzame personen waren goed voor ruim 8 procent van de oprichtingen. Er waren 440 oprichtingen van bedrijven met meer dan 10 werkzame personen. Ruim 5 procent daarvan betrof het middenbedrijf.

Meeste oprichtingen in specialistische zakelijke diensten

De meeste oprichtingen binnen het niet-financiële bedrijfsleven in 2019 vonden plaats in de sectoren specialistische zakelijke diensten (20 procent), handel (13 procent) en bouwnijverheid (11 procent). Oprichtingen binnen de specialistische zakelijke diensten betroffen voornamelijk holdings en managementadviesbureaus. Oprichtingen binnen de handel betroffen vooral webwinkels.

Op 2012 na het hoogste aantal opheffingen in 2019

In 2019 zijn 115 duizend bedrijven opgeheven. Alle opheffingen vonden plaats in het midden en kleinbedrijf. Het aantal opheffingen is op 2012 na het hoogst in de afgelopen tien jaar. De opheffingen in 2019 bestonden voornamelijk uit bedrijven met minder dan 10 werkzame personen (99 procent). Het grootste gedeelte (85 procent) bestond uit bedrijven met 1 werkzaam persoon.

Meeste opheffingen in specialistische zakelijke diensten

De meeste opheffingen binnen het niet-financiële bedrijfsleven in 2019 vonden plaats in de sectoren specialistische zakelijke diensten (20 procent), handel (ruim 16 procent) en bouwnijverheid (ruim 7 procent). Opheffingen binnen de specialistische zakelijke diensten bestonden grotendeels uit holdings en managementadviesbureaus. Opheffingen binnen de handel bestonden grotendeels uit webwinkels.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine: oprichtingen en opheffingen

Kleiner deel mkb heeft behoefte aan externe financiering

Van het midden- en kleinbedrijf (mkb) had 20 procent behoefte aan externe financiering in de periode van juli 2018 tot juli 2019. Dat is minder dan een jaar eerder. Toen gaf 24 procent aan een financieringsbehoefte te hebben. Van de mkb-bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kreeg 84 procent de financiering ook rond. Vrouwelijke ondernemers met een financieringsbehoefte weten die financiering uiteindelijk minder vaak aan te trekken. Dat meldt het CBS op basis van de tweede editie van de Financieringsmonitor.

De Financieringsmonitor toont onder andere de resultaten van een digitale enquête die is uitgezet onder bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen in de business economy. Met de resultaten van de enquête wordt de zoektocht van het mkb naar externe financiering van begin tot eind in kaart gebracht. De enquête had betrekking op de periode van juli 2018 tot juli 2019. De vorige editie van de financieringsmonitor ging over de periode van juli 2017 tot juli 2018.

Van de bedrijven die aangeven een financieringsbehoefte te hebben, verkent 83 procent de mogelijkheden. Ruim twee derde van deze laatste groep doet vervolgens daadwerkelijk een aanvraag voor financiering. Hiervan wordt 84 procent toegekend.

Vergeleken met een jaar eerder hadden minder bedrijven een financieringsbehoefte, maar het verlangde bedrag was groter. In het mkb in de business economy was het gewenste bedrag aan externe financiering tussen juli 2018 en juli 2019 in doorsnee 175 duizend euro. Dat wil zeggen dat de helft een lager bedrag zocht en de andere helft een hoger bedrag. Een jaar eerder was dit 105 duizend euro. Dit hangt samen met een afname van de financieringsbehoefte, die het sterkst zichtbaar is bij de kleinste bedrijven.

Bekijk het dashboard van de financieringsmonitor

Gemiddelde slaagkans laagst bij kleinste mkb’ers

Het gemiddelde slagingspercentage varieert tussen 81 procent voor de groep microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) tot 96 procent voor middenbedrijven (50-250 werkzame personen). Dit is lager dan bij het grootbedrijf, waar 98 procent van de aanvragen leidt tot financiering. Naast bedrijfsgrootte dragen ook financiële gezondheid en de beschikbaarheid van veel onderpand bij aan de slaagkans. De handel en de zakelijke dienstverlening zijn bedrijfstakken binnen het mkb waar een aanvraag het minst vaak leidt tot financiering. Bedrijven in deze bedrijfstakken kunnen financiers minder onderpand, en dus minder zekerheden bieden.

Financieringsbehoefte van vrouwelijke ondernemers uiteindelijk minder vaak ingevuld

Bedrijven van teams geleid door overwegend vrouwelijke ondernemers vallen in de zoektocht naar financiering vaker af dan bedrijven met mannelijke ondernemers. Zij hebben minder vaak behoefte aan externe financiering, verkennen de mogelijkheden minder vaak en doen minder vaak een aanvraag. Bijvoorbeeld omdat ze vaker dan mannelijke ondernemers verwachten de gezochte financiering niet te zullen krijgen of dat deze te duur zal zijn. Die verschillen zijn significant, ook na correctie voor verschillen in kenmerken van de bedrijven, zoals sector en grootteklasse. Maar áls bedrijven van vrouwelijke ondernemers uiteindelijk een externe financieringsaanvraag doen, hebben zij dezelfde slaagkans als mannelijke ondernemers.

Dat betekent uiteindelijk dat vrouwelijke ondernemers met een externe financieringsbehoefte er minder vaak in slagen in die behoefte te voorzien dan mannelijke ondernemers: 37 versus 52 procent. Voor deze analyse zijn twee jaargangen van de Financieringsmonitor gecombineerd. De uitkomsten hebben dus betrekking op de periode van juli 2017 tot juli 2019.

De Financieringsmonitor

De Financieringsmonitor wordt bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor externe financiering voor bedrijven in het mkb. Daarvoor wordt de zoektocht naar financiering van ondernemers gevolgd en een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse financieringsmarkt. Deze tweede editie van de monitor heeft betrekking op de periode die loopt van 1 juli 2018 tot 1 juli 2019.

Lees het onderzoeksrapport.

Economisch beeld MKB: zon uit zicht verdwenen

Het economisch beeld van het MKB is in het vierde kwartaal van dit jaar in vergelijking met het derde kwartaal minder positief geworden. Stonden in het derde kwartaal nog drie van de twaalf indicatoren er uitgesproken positief bij, in het vierde kwartaal was dit bij geen enkele indicator meer het geval. Alle indicatoren geven nu een afname aan ten opzichte van het voorgaande kwartaal.

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

Laat de MKB-klok zelf lopen en filter op indicatoren.

Stemmingsindicatoren conjunctuurklok: licht bewolkt

Alle zes stemmingsindicatoren in de MKB-conjunctuurklok lieten begin vierde kwartaal een daling zien en staan er daardoor net als in het derde kwartaal halfbewolkt bij. De stemmingsindicatoren die vergeleken met het vorige kwartaal de grootste daling vertoonden zijn de door MKB-ondernemers verwachte exportontwikkeling en verwachte economische ontwikkeling.

Reële indicatoren MKB-conjunctuurklok ook allemaal afgenomen

Begin vierde kwartaal zijn alle reële conjunctuurindicatoren vergeleken met het derde kwartaal afgenomen. In het derde kwartaal steeg het BBP nog evenals het volume van de binnenlandse consumptie en de aankopen van duurzame goederen.

MKB-klok toegelicht

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het eerste kwartaal van 2020 wordt begin maart 2020 verwacht.

 

Omzetstijging in bouw vaker bij grote bedrijven

Vandaag zijn op MKB StatLine de cijfers over omzetstijgers en –dalers in het derde kwartaal van 2019 gepubliceerd. In de bouwnijverheid is in het derde kwartaal bij 54 procent van de bedrijven de omzet gestegen ten opzichte van het derde kwartaal van 2018. 45 procent van de bouwbedrijven kreeg te maken met een omzetdaling en bij 1 procent bleef de omzet nagenoeg gelijk. Omzetstijging vindt vaker plaats bij grote dan bij kleine bouwbedrijven.

Dit is het dertiende kwartaal op rij waarbij het aantal bouwbedrijven met een omzetstijging groter is dan het aantal met een omzetdaling. In het tweede kwartaal van 2018 was bij 58 procent van de bouwbedrijven sprake van een omzetstijging en bij 41 procent van een omzetdaling. Sindsdien is het aantal bouwbedrijven met een omzetstijging gestaag gedaald tot het huidige niveau.

Bekijk alle cijfers over omzetstijgers en -dalers (ook van andere sectoren) op MKB StatLine.

Er zijn forse verschillen tussen de verschillende grootteklassen in de bouw. Bij de categorie bedrijven met meer dan 100 werkzame personen ligt het aandeel bedrijven met een omzetstijging fors hoger dan bij kleinere bedrijven. In de groep bedrijven met 100 tot 250 werkzame personen heeft 69 procent te maken met een omzetstijging.

Ruim 8 procent meer vacatures in het MKB

Aan het eind van het derde kwartaal dit jaar stonden er 154 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was 54,3 procent van alle openstaande vacatures op dat moment in Nederland. Het aantal openstaande vacatures in het MKB was eind derde kwartaal ruim 8 procent hoger dan eind derde kwartaal 2018. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het kleinbedrijf (tot 50 werkzame personen) stonden in het derde kwartaal 2019 ruim 102 duizend vacatures open, 8,8 procent meer dan een jaar eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures in deze periode met 7,5 procent toe tot ruim 51 duizend. In het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden aan het einde van het derde kwartaal bijna 130 duizend vacatures open, een stijging van 11,7 procent.
Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in Nederland aan het einde van het derde kwartaal uit op bijna 284 duizend, 26 duizend meer dan eind derde kwartaal vorig jaar.

Groei MKB-vacatures vooral in zakelijke dienstverlening

In het MKB van de zakelijke dienstverlening nam het aantal openstaande vacatures in het derde kwartaal vergeleken met hetzelfde kwartaal vorig jaar het meest toe (+ 4,2 duizend). Het MKB in de handel neemt met een groei van 1,2 duizend vacatures de tweede plaats in. Het MKB in de gezondheids- en welzijnszorg en het MKB in de cultuur, recreatie en overige diensten volgen op de voet met een vacaturegroei van elk 1,1 duizend. In de bouw kwamen er in derde kwartaal 0,5 duizend vacatures bij.

Bekijk de nieuwste cijfers op MKB StatLine

Vertrouwen onder MKB-ondernemers fors afgenomen

De ondernemersvertrouwen in het MKB is aan het begin van het vierde kwartaal gedaald van 9,2 naar 5,1. Na de piek van het vertrouwen van MKB-ondernemers in het eerste kwartaal van 2018 op 19,6 is dit voortdurend afgenomen. In drie sectoren is het MKB-ondernemersvertrouwen inmiddels zelfs negatief geworden.

Stemming MKB-bouwondernemers nog relatief hoog ondanks stevige daling

In alle deelsectoren van het MKB daalde begin vierde kwartaal het vertrouwen van ondernemers. De sterkste dalingen deden zich voor in de sector informatie en communicatie (-12,8), bouw (-9,7) en vervoer en opslag (-9,4). Ondanks de stevige dalingen staat het vertrouwen van MKB-ondernemers in de bouw toch nog het hoogst van alle sectoren (11,8), de sector informatie en communicatie (10,3) staat op plek twee.

In drie sectoren is in het vierde kwartaal het vertrouwen van MKB-ondernemers omgeslagen van positief naar negatief. Zo stond het vertrouwen in de sector vervoer en opslag aan het begin van het vierde kwartaal op -6,8, de horeca -2,7 en de verhuur en handel van onroerend goed -1,7.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Bijna 55 duizend MKB-bedrijven opgericht in derde kwartaal 2019

In het derde kwartaal van 2019 zijn 54,6 duizend MKB-bedrijven opgericht. Ruim 95 procent van de nieuwe MKB-bedrijven betrof bedrijven met één werkzame persoon. Er werden in het derde kwartaal van dit jaar 11,8 procent meer MKB-bedrijven opgericht dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die vandaag op MKB-StatLine zijn gepubliceerd.

De meeste MKB-oprichtingen in het derde kwartaal vonden plaats in de specialistische zakelijke dienstverlening (19,4 procent van het totaal aantal oprichtingen). De handel (14,1 procent) en de bouw (11,6 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal oprichtingen in het MKB in het derde kwartaal van dit jaar.

Het aantal nieuwe oprichtingen in het derde kwartaal groeide het hardst in de horeca. In het derde kwartaal kwamen er 2240 horecabedrijven bij (+34,5 procent). In de handel werden er in deze periode 7680 bedrijven opgericht (+32,9 procent).

Branches waar het aantal oprichtingen in het derde kwartaal daalde vergeleken met het derde kwartaal vorig jaar zijn o.m. de financiële dienstverlening (-4,8 procent), de verhuur en handel in onroerend goed (-4,2 procent) en landbouw, bosbouw en visserij (-2,1 procent).