Bijna 60 procent goederenexporteurs uit 2017 heeft lagere exportomzet in 2020

Van de ruim 106 duizend in Nederland gevestigde bedrijven, die in 2017 goederen exporteerden, had 58,6 procent in 2020 een lagere exportomzet dan in 2017. Bij 31,3 procent van de exporteurs was de omzet uit export in 2020 wel hoger dan in 2017.

De exportontwikkeling in 2020 heeft zich minder gunstig ontwikkeld dan de twee jaren daarvoor. Het aantal bedrijven met exportgroei is lager en het aantal bedrijven met exportkrimp is groter dan in de twee jaren daarvoor. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB.

Meeste exportdaling in de horeca

Het aandeel van bedrijven met afgenomen export was het grootst binnen de horeca, hier had drie kwart van de exporterende bedrijven mee te maken. In de sectoren handel en nijverheid was dit aandeel het kleinst (55 procent). Het aandeel bedrijven dat een groei van de exportwaarde realiseerde in 2020 was in deze twee sectoren – na de landbouw – het grootst.

Meeste goederenexporteurs in het microbedrijf, daar ook relatief de meeste bedrijven met exportdaling

Van de 106 duizend bedrijven die in 2017 goederen exporteerden, behoorde 79 procent tot het microbedrijf (minder dan 10 werkzame personen), 15 procent tot de groep 10-49 werkzame personen, 4,7 procent tot het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) en 1,2 procent tot het grootbedrijf (vanaf 250 werkzame personen). Zowel in het midden- als in het grootbedrijf zag ongeveer 40 procent van het aantal bedrijven zijn omzet uit goederenexport in 2020 groeien vergeleken met 2017. Bij het microbedrijf was dit bij 28 procent van het aantal bedrijven het geval. Bij het microbedrijf daalde bij 6 op de 10 de omzet uit export. Dat was beduidend meer dan bij de overige bedrijfsgroottes binnen het MKB (ongeveer 52 procent). Bij het grootbedrijf had 56 procent van de bedrijven te maken met een exportdaling.

Negentien duizend nieuwe exporteurs erbij

Van de bedrijven die in 2017 bestonden maar in dat jaar nog niet exporteerden, waren er in 2020 19 duizend wel actief in de export van goederen. De meeste “nieuwe” exporteurs kwamen uit de handel (6590),  specialistische zakelijke diensten (3010), nijverheid (1920) en informatie en communicatie (1510).

 

Bron: Exporteurs en exportontwikkeling in goederen; bedrijfsgrootte, bedrijfstak

Investeringen in materiële vaste activa in 2019

In 2019 investeerde het mkb ruim 34 miljard euro in materiële vaste activa. Dit is 52 procent van de 65,5 miljard euro aan totale investeringen binnen het niet-financiële bedrijfsleven. De overige 31 miljard euro kwam voor rekening van het grootbedrijf. Het middenbedrijf was met 17,8 miljard euro goed voor een kleine meerderheid van de mkb-investeringen en het kleinbedrijf investeerde 16,5 miljard euro.

In 2018 investeerde het mkb 56,7 miljard euro. Hiervan werd 16,9 miljard euro geïnvesteerd door het middenbedrijf. Het kleinbedrijf investeerde 14,7 miljard euro.

Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Bekijk de cijfers over investeringen in het mkb.

 

CBS-analyses voor het Jaarbericht 2020

Het Jaarbericht Staat van het MKB 2020 geeft inzicht in de stand van het midden- en kleinbedrijf in Nederland. Veel van de brondata, waar in het jaarbericht gebruik van wordt gemaakt, zijn afkomstig van het CBS.

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft het CBS aanvullend statistisch onderzoek verricht naar verschillende thema’s. Hiervoor is gebruik gemaakt van bestaande gegevens, en heeft dus geen extra uitvraag plaatsgevonden.

Aanvullend statistisch onderzoek CBS als bronmateriaal voor Jaarbericht Staat van het MKB 2020

In de analyses door het CBS is veel aandacht voor de groei van MKB-bedrijven in omzet, personeel en productiviteit en de impact daarvan.

De resultaten van alle uitgevoerde maatwerkanalyses zijn hieronder als Exceltabel beschikbaar en zijn eerder, voor de berichtgeving in het jaarbericht Staat van het MKB 2020, met het ministerie en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap gedeeld.

Download de data

 

16 procent minder bedrijven opgericht in derde kwartaal

In het derde kwartaal van 2020 zijn 16 procent minder bedrijven opgericht dan in het derde kwartaal van 2019. Dat is grootste daling in acht jaar tijd. In de horeca was de afname 35 procent. Er werden wel 47 procent meer webwinkels opgericht. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

Het aantal oprichtingen kwam in het derde kwartaal van 2020 uit op 46,0 duizend. Dat is 16 procent minder dan in het derde kwartaal van 2019 (54,6 duizend). In het tweede kwartaal van 2020 was het aantal oprichtingen 4 procent lager dan in 2019. In het eerste kwartaal van 2020 was nog sprake van een toename van het aantal oprichtingen met 13 procent.

Sterke toename nieuwe webwinkels

Behalve in de horeca daalde het aantal bedrijfsoprichtingen ook fors in de sector cultuur, sport en recreatie (34 procent), het onderwijs (31 procent) en de bouw en de gezondheids- en welzijnszorg (elk 24 procent). In de landbouw, bosbouw en visserij groeide het aantal nieuwe bedrijven met 1 procent, in de handel met 20 procent. In de handel waren de oprichtingen vooral webwinkels. In het derde kwartaal van 2020 stegen de webwinkeloprichtingen met 2 060 in vergelijking met 2019, een toename van 47 procent.

Met de sterke groei van het aantal oprichtingen in de handel (van 7,7 duizend tot 9,2 duizend in het derde kwartaal van 2020) is de handel nu voor het eerst de sector met de meeste bedrijfsoprichtingen in Nederland. In de specialistische zakelijke dienstverlening nam het aantal bedrijfsoprichtingen in het derde kwartaal van 2020 af met 2 020, in de bouw met 1 540. Daarna volgen de zorg (1 200 minder oprichtingen), het onderwijs (1 170 minder), cultuur, sport en recreatie (1 045) en de horeca (785).

Veel minder oprichtingen in de reisbranche

In de reisbranche viel het aantal bedrijfsoprichtingen sterk terug in het derde kwartaal van 2020. Het aantal nieuw opgerichte reisbureaus en reisorganisatiebureaus kromp met 46 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2019, het aantal nieuwe reisinformatie- en reserveerbureaus daalde zelfs met 65 procent. Ook in het personenvervoer over de weg daalden de bedrijfsoprichtingen aanzienlijk (61 procent). Daaronder vallen bijvoorbeeld het busvervoer en taxibedrijven.

Binnen de horeca ontstonden 45 procent minder nieuwe cafés en 35 procent minder restaurants en andere eetgelegenheden. In de sportsector daalde het aantal bedrijfsoprichtingen met 44 procent. Daarbinnen nam het aantal nieuwe fitnesscentra af met 33 procent, het aantal bedrijfsoprichtingen in de binnensport daalde met 43 procent.

 

Bekijk de cijfers op MKBStatLine

Aantal faillissementen in tweede kwartaal stijgt gestaag

In het tweede kwartaal van 2020 zijn in totaal 770 bedrijven failliet verklaard, dat zijn 20 faillissementen meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Alle faillissementen betrof het midden- en kleinbedrijf (MKB) en in totaal waren hierbij 4 698 werkzame personen betrokken. Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen neemt gestaag toe. In het eerste kwartaal van 2020 werden nog 759 bedrijven failliet verklaard, dat zijn er 11 minder dan in het tweede kwartaal van 2020. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven tot 10 werkzame personen

Het merendeel van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2020 betrof een bedrijf tot 10 werkzame personen. In totaal werden er 335 bedrijven met 1 werkzaam persoon en 314 bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen failliet verklaard. Verder werden nog 110 bedrijven met de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 11 bedrijven met de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet verklaard.

Meeste faillissementen in de handel

In de handel vielen de meeste faillissementen met 221 in het tweede kwartaal van 2020. Daarvan betroffen 109 faillissementen een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling en 96 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s).

Ook in de bouwnijverheid en de horeca vielen relatief veel faillissementen. In het tweede kwartaal van 2020 waren dat 117 bouwbedrijven, dat zijn 3 bouwbedrijven meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. In de horeca vielen er in totaal 111 faillissementen, dat zijn 42 faillissementen meer dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 betrof ruim 82 procent van de faillissementen in de horeca een eet- en drinkgelegenheid.

Bijna 30 procent bestond al langer dan 10 jaar

Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond al langer dan 10 jaar, dat zijn in totaal 228 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het tweede kwartaal van 2020 failliet gingen, was dan ook 9,5 jaar.

189 faillissementen betrof een bedrijf met een leeftijd van jonger dan 3 jaar, dat is bijna 25 procent van het totaal aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. Het overige aantal (332 faillissementen) betrof een bedrijf met een leeftijd tussen de 3 jaar en de 10 jaar.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven