Afname aantal mkb-vacatures in het derde kwartaal 2022

Aan het einde van het derde kwartaal 2022 stonden er ruim 240 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Daarmee is het aantal vacatures ten opzichte van het tweede kwartaal 2022 met 22,8 duizend gedaald. Dit is de eerste daling nadat het aantal openstaande vacatures vier kwartalen achtereen is toegenomen. Het aantal openstaande vacatures ligt nu onder het niveau van het eerste kwartaal van dit jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op De Staat van het mkb.

  • Ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaren is het aantal openstaande vacatures in het mkb toegenomen. Met 26,4 duizend ten opzichte van het derde kwartaal in 2021 en ruim 125 duizend ten opzichte van het derde kwartaal in 2020. Daarmee is het aantal openstaande vacatures dit kwartaal nog steeds relatief hoog.
  • De meeste openstaande vacatures zijn net als in het vorige kwartaal te vinden in de commerciële dienstverlening, namelijk 157,5 duizend. Dit is wel een afname van 10 procent vergeleken met het tweede kwartaal van dit jaar.
  • Ook het aantal vervulde vacatures in het mkb neemt reeds drie kwartalen achtereen toe. Zo werden in het derde kwartaal van dit jaar 282 vacatures vervuld, in het voorgaande kwartaal waren dat er 268.
  • In de bedrijven met 10-50 werkzame personen zijn de meeste vacatures vervuld ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal in 2021, namelijk 13 duizend.

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de vacatures, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de  bedrijven in Nederland.

Nederlands Comité voor Ondernemerschap wil ‘wenkend perspectief’ voor midden- en kleinbedrijf

Het zijn lastige tijden, met veel onzekerheden. Van ondernemers wordt veel verwacht op het terrein van verduurzaming en digitalisering, tegelijkertijd dienen zij aan voldoende financiering en personeel te kunnen komen. Een routekaart moet hen helpen om antwoord te geven op de vraag: hoe dan? Dit stelt het Nederlands Comité voor Ondernemerschap bij de presentatie van het Jaarbericht Staat van het mkb 2022.

Nu het Nederlandse mkb meer dan ooit moet investeren, is het ook meer dan ooit belangrijk dat de bereidheid daartoe wordt gestimuleerd. Dat kan alleen als ondernemers een wenkend perspectief wordt geboden: een groener mkb, met een hoge productiviteitsgroei, aangejaagd door digitalisering en met goede toegang tot talent en financiering.

Trends

De Staat van het mkb biedt inzicht in de trends in het Nederlandse mkb en daarmee het ondernemingsklimaat. Uit eerdere jaarberichten, voorafgaand aan de coronacrisis, bleek dat het conjunctureel goed ging met het mkb, maar ook toen waren er al structurele uitdagingen; investeringen en productiviteitsgroei bleven achter en groeimogelijkheden werden beperkt door een gebrek aan geschikt personeel. De Staat van het mkb 2022 laat nu zien dat bijna de helft van de mkb-ondernemers zich vooral zorgen maakt over de prijsstijgingen van materiaal, energie en diensten. Daarnaast ervaren ondernemers personeelstekorten als een grote belemmering voor hun activiteiten. Ook hebben kleinere ten opzichte van grotere bedrijven meer moeite met digitaliseren.

Structuur, samenhang en samenwerking

Voor ondernemers hangt alles met alles samen; verduurzamen en digitaliseren kan niet zonder voldoende financiering en personeel. Het Comité vindt het noodzakelijk om de fundamenten van het ondernemingsklimaat te versterken en vraagt daarom aandacht voor drie S’en. Er zijn structurele maatregelen nodig, gericht op versterking van de productiviteit en het verdienvermogen. Dat kan alleen in samenhang: er is behoefte aan een nationale routekaart waarin beleidsambities gecombineerd worden. Dat vraagt ook om samenwerking en bundeling van beleids- en uitvoeringskracht, tussen ministeries, tussen overheden en met sociale partners en het bedrijfsleven.

Ondertussen

“Ondernemers leven in een ondertussen, een permanente overgangssituatie, met uitdagingen op zowel de korte als de lange termijn”, zegt Comité-voorzitter Jacques van den Broek in een toelichting. “Bedrijven hebben behoefte aan duidelijkheid en een wenkend perspectief. En dus aan duidelijke doelen. Een routekaart kan juist kleinere ondernemers, die kampen met grote onzekerheden, helpen om goed te anticiperen op de transities. Wij vragen de minister van Economische Zaken en Klimaat om hiertoe het initiatief te nemen.”

Reactie minister

Minister Adriaansens (EZK): “Ondernemers zijn de ruggengraat van onze economie en blijven vernieuwen is essentieel voor onze toekomstige welvaart. We verwachten veel van ondernemers, bijvoorbeeld op het gebied van verduurzamen en digitaliseren. Om mkb’ers daarbij te helpen en hun ondernemerschap te stimuleren, moeten wij als overheid zorgen voor stabiliteit en voorspelbaarheid. De door het Comité voorgestelde routekaart is een belangrijke stap.”

Reactie MKB-Nederland

Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: “We zijn blij met dit rapport van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Dat ondersteunt de visie van MKB-Nederland. Juist in deze voor ondernemers ingewikkelde tijden, waarin opvolgende crises het zicht op structurele trends en de toekomst soms wegnemen, hebben we behoefte aan een overheid met een langetermijnvisie. Het is lastiger ondernemen als het beleid van de overheid ook een onzekere factor is.”

Meer informatie: Paul van Dijk, telefoon 06- 15 47 68 52

Over het Nederlands Comité voor Ondernemerschap
Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap zet zich in voor duurzame groei van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Tot de taken behoren het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen. Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap bestaat uit Kemal Tas, Barbara Baarsma, Jacques van den Broek (voorzitter), Hare Majesteit Koningin Máxima, Meiny Prins en Diederik Laman Trip.

Kostenstijgingen vaker doorberekend binnen mkb dan grootbedrijf

Het merendeel van de ondernemers binnen het midden- en kleinbedrijf (mkb) berekent de stijgende grondstofkosten door aan klanten. Ondernemers binnen het grootbedrijf doen dit minder vaak. Op korte termijn verwachten ondernemers in het middenbedrijf het vaakst prijsstijgingen en voor 2023 voorzien zij een investeringstoename. Ondernemers binnen het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren komend jaar. Dit meldt het CBS op basis van statistisch onderzoek voor het Jaarbericht Staat van het mkb 2022. De gegevens zijn begin oktober verzameld door het CBS in samenwerking met KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW.

Om met de kostenstijgingen van grondstoffen, energie en bedrijfsmiddelen om te gaan berekent het merendeel van de ondernemers deze stijgingen door aan klanten. 60 procent van de mkb-ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit de belangrijkste manier was. Binnen het grootbedrijf (250 werkzame personen of meer) doet iets meer dan de helft van de ondernemers dit. Ook proberen ondernemers kosten te besparen, bijvoorbeeld door procesoptimalisatie. 21 procent van de mkb-ondernemers gaf dit aan als belangrijkste manier, tegenover 32 procent van de ondernemers in het grootbedrijf.

Bouwnijverheid verwacht het vaakst stijgende verkoopprijzen

Aan het begin van het vierde kwartaal 2022 verwachtte per saldo 47 procent van de ondernemers stijgende verkoopprijzen voor de komende drie maanden. Ondernemers binnen de bouwnijverheid verwachtten dit het vaakst; in het kleinbedrijf (5 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) ruim 70 procent en in het grootbedrijf 82 procent. Ook in de handel verwachtten ondernemers binnen alle grootteklassen dit relatief vaak. In de horeca is het verschil tussen grootteklassen het grootst; bij het kleinbedrijf voorzag per saldo 47 procent een stijging, voor het grootbedrijf was dit 20 procent. Ondernemers binnen de bedrijfstak verhuur en handel van
onroerend goed verwachtten het minst vaak een prijsstijging. Bij het kleinbedrijf werd per saldo zelfs een daling van de verkoopprijzen verwacht.

Ondernemers in kleinbedrijf voorzien investeringsafname in 2023

In het laatste kwartaal van elk jaar worden in de Conjunctuurenquête de verwachtingen van ondernemers voor komend jaar uitgevraagd. Van het totale niet-financiële bedrijfsleven verwacht per saldo 3 procent van de ondernemers meer te investeren in 2023 dan in het huidige jaar. Vooral in het grootbedrijf zijn ondernemers per saldo positief; 21 procent verwacht een toename, 8 procent verwacht een afname. Ook in het middenbedrijf zijn er meer ondernemers die een toename van de investeringen verwachten in 2023 dan een afname, per saldo 4 procent. Ondernemers in het kleinbedrijf verwachten juist minder te investeren; per saldo 5 procent voorziet een investeringsafname voor 2023.

Mkb-ondernemers investeren vooral in technologie voor toekomstbestendigheid

Om toekomstbestendig te blijven investeren mkb-ondernemers vooral in technologie, zoals automatisering en digitalisering. Bijna 29 procent van de ondernemers gaf aan het begin van het vierde kwartaal 2022 aan dat dit hun belangrijkste investering was om toekomstbestendig te blijven. Ook investeert bijna een kwart van de ondernemers hoofdzakelijk in hun personeel met het oog op de toekomst, voor duurzaamheid was dit iets minder dan een kwart.
Mkb-ondernemers investeren minder vaak om toekomstbestendig te blijven dan ondernemers binnen het grootbedrijf. 11 procent van de mkb’ers gaf aan helemaal niet te investeren met dit doeleinde, bij het grootbedrijf was dit slechts 3 procent. Vooral investeringen in duurzaamheid zijn binnen het grootbedrijf vaker de belangrijkste investering.

Middenbedrijf investeert vaker in technologie dan kleinbedrijf

Binnen het mkb investeert het middenbedrijf vaker dan het kleinbedrijf met het oog op de toekomst, 94 procent tegenover 86 procent. In beide grootteklassen investeren ondernemers het vaakst hoofdzakelijk in technologie. In het middenbedrijf investeren vooral ondernemers in de bedrijfstak vervoer en opslag in technologie, daar gaf bijna de helft van de ondernemers dit aan. Bij het kleinbedrijf investeren groothandelaren het vaakst in technologie. Horecaondernemers en bouwondernemers investeerden zowel bij het midden- als kleinbedrijf het minst vaak in technologie zoals automatisering of digitalisatie.

Toename opheffingen en oprichtingen in derde kwartaal 2022

In het derde kwartaal van 2022 werden bijna 28 duizend mkb-bedrijven opgeheven. Daarmee bleef het aantal opheffingen ongeveer gelijk met het voorgaande kwartaal. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar is het aantal opheffingen met 50 procent toegenomen. In mindere mate nam ook het aantal oprichtingen in het derde kwartaal 2022 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar toe tot 61 duizend. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Het merendeel van de oprichtingen en opheffingen bestond uit bedrijven met 1 werkzame persoon. Van het totale aantal oprichtingen was dat 93 procent. Van het totale aantal opheffingen was 85 procent een bedrijf met 1 werkzame persoon
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (ruim 10 duizend). Ook in de bouwnijverheid werden er in het derde kwartaal 2022 relatief veel bedrijven opgericht (ongeveer 8 duizend).
  • In de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten vonden de meeste opheffingen plaats (ruim 5 duizend). Dit is 46 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. In het derde kwartaal van 2020 werden er binnen de specialistische zakelijke diensten nog een recordaantal bedrijven opgeheven, namelijk 9840.

*op basis van voorlopige cijfers

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

Faillissementen gestegen in het derde kwartaal 2022

In het derde kwartaal van 2022 werden 387 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen de business economy. Daarmee is het aantal faillissementen met bijna 32% gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, het aantal faillissementen lag toen met 294 historisch laag voor een derde kwartaal. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

  • De meeste faillissementen vonden plaats binnen de handel, gevolgd door de bouwnijverheid. Deze branches waren samen goed voor bijna de helft van het totaal aantal faillissementen.
  • Bijna 45 procent van de faillissementen in het derde kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met één werkzame persoon. Ruim 43 procent betrof een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen.
  • Er waren in totaal 1961 werkzame personen betrokken bij een faillissement in het derde kwartaal van 2022. Niet eerder steeg het aantal betrokken personen bij een faillissement zo hard.
  • Het hoogste aantal uitgesproken faillissementen vonden plaats bij bedrijven jonger dan drie jaar. Bij de bedrijven vanaf drie jaar en ouder nemen de faillissementen toe ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar.

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

 

 

Omzet horeca hoger dan voor corona

Van 19 tot en met 24 september is het ‘Week van de horeca’. Tijdens deze week besteedt de redactie van de Staat van het mkb extra aandacht aan de horeca. Horecaondernemers kregen tijdens de coronacrisis te maken het beperkende maatregelen, waarbij zij regelmatig te deuren van hun bedrijf moesten sluiten. In dit artikel wordt teruggeblikt op deze periode en vooruitgekeken naar de nabije toekomst. Hoe ontwikkelde de omzet zich? En durfden ondernemers het nog aan om een nieuwe horecazaak te starten of hebben juist meer bedrijven de deuren gesloten?

In het tweede kwartaal van 2022 was de omzet van de horeca 85 procent hoger dan een jaar eerder. Toen waren er verschillende coronamaatregelen van toepassingen, maar begin 2022 werden deze opgeheven. Maar ook ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019, voorafgaand aan de coronacrisis, zette de horeca meer om. De stijging was bijna 19 procent.

Hotels behalen de hoogste omzetstijging

In veel branches binnen de horeca steeg de omzet sterk. Vooral hotels en cafés kenden een grote omzetstijging. Hotels zetten in het tweede kwartaal van 2022 wel 173 procent meer om dan een jaar eerder. Ook voor cafés is de omzet meer dan verdubbeld. De stijging ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019 was voor hotels 6 procent en voor cafés 19 procent. Fastfoodrestaurants lieten met 5,8 procent een relatief lage omzetstijging zien ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020. De omzetstijgingen zijn niet gecorrigeerd voor prijsstijgingen.

Record aantal opheffingen van horecabedrijven

Begin 2022 waren er ruim 68 duizend horecabedrijven die onder de definitie van het midden- en klein bedrijf vallen. Dit is het hoogste aantal sinds het begin van de meting in 2007. Maar liefst 63 procent van deze bedrijven bestond langer dan 5 jaar.

In het eerste halfjaar van 2022 werden 2,7 duizend horecabedrijven opgeheven. Dit is 34 procent meer dan in het eerste half jaar van 2021. Vooral in het eerste kwartaal van 2022 waren er fors meer opheffingen dan in eerdere eerste kwartalen. Per 1 april 2022 vervielen de steunmaatregelen in het kader van corona waar horecabedrijven sinds oktober 2020 gebruik van konden maken. Het merendeel van de opheffingen betrof een eet- en drinkgelegenheid. De overige 10 procent was een hotel of vakantiepark.

 

Bronnen
CBS-artikelen

Omzet horeca in tweede kwartaal 2022 hoger dan voor corona (cbs.nl)

Sterk wisselend sentiment binnen de horeca (staatvanhetmkb.nl)

Statline tabellen

Horeca; omzetontwikkeling, index 2015=100 (cbs.nl)

StatLine – Bedrijven; bedrijfstak, grootteklasse, leeftijd (cbs.nl)

StatLine – Bedrijven; opheffingen, bedrijfsgrootte, rechtsvorm, bedrijfstak (cbs.nl)

Sterk wisselend sentiment binnen de horeca

Van 19 tot en met 24 september is het ‘Week van de horeca’. Tijdens deze week besteedt de redactie van de Staat van het mkb extra aandacht aan de horeca. Horecaondernemers kregen tijdens de coronacrisis te maken met beperkende maatregelen, waarbij zij regelmatig te deuren van hun bedrijf moesten sluiten. In dit artikel wordt teruggeblikt op deze periode en vooruitgekeken naar de nabije toekomst. Hoe ontwikkelde het ondernemersvertrouwen zich? En wat zijn de gevolgen van de prijsstijgingen en het personeelstekort?

Bijna alle horecabedrijven zijn een mkb-onderneming en in 2019 waren zij verantwoordelijk voor 80 procent van de totale horecaomzet. Aan het begin van derde kwartaal 2022 was het ondernemersvertrouwen binnen de horeca voor het tweede kwartaal op rij positief. Wel lag het vertrouwen een stuk lager dan een kwartaal eerder. Dit komt doordat horecaondernemers per saldo negatief gestemd zijn over de omzetverwachtingen voor het lopende kwartaal. De andere indicatoren waaruit het ondernemersvertrouwen in de horeca is opgebouwd, het economische klimaat en de omzet in het afgelopen kwartaal, waren positief.

Ondernemersvertrouwen in horeca hangt sterk samen met de coronamaatregelen

Het ondernemersvertrouwen binnen de horeca laat sinds de coronapandemie grote schommelingen zien, die sterk samenhangen met de dan of eerder geldende coronamaatregelen. Zo daalde het ondernemersvertrouwen aan het begin van het tweede kwartaal 2020, ten tijde van de eerste overheidsmaatregelen, ongekend hard tot het laagste niveau ooit gemeten in de COEN. In de daarop volgende kwartalen was de horeca steevast de bedrijfstak met het laagst scorende ondernemersvertrouwen. Met de opheffing van de overheidsmaatregelen steeg het ondernemersvertrouwen in de horeca naar 39,8 in het derde kwartaal van 2021. De horecaondernemers waren toen juist het meest positief gestemd van alle bedrijfstakken. Wegens de aangekondigde landelijke lockdown in december 2021 sloeg de positiviteit in de horeca begin 2022 volledig om naar pessimisme. Om het volgende kwartaal, met het versoepelen van de overheidsmaatregelen, te eindigen op bijna 41, de hoogste waarde ooit.

Ongekende prijsstijgingen in de horeca

Vanaf eind 2021/begin 2022 kregen horecaondernemers te maken met sterke prijsstijgingen. Zo stegen aan het begin van het derde kwartaal 2022 de prijzen van voedingsmiddelen met 13 procent ongekend hard ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Per saldo verwacht bijna 35 procent van de horecaondernemers dat de prijzen in het lopende kwartaal verder zullen toenemen. Wel geeft een groot gedeelte van de horecaondernemers begin derde kwartaal 2022 aan dat zij de kostenstijgingen als gevolg van onder andere prijsstijgingen deels kunnen doorberekenen. Een kleine groep ondernemers (2 procent) kan de volledige stijging doorberekenen aan de klant. Ongeveer 7 procent kan de stijging helemaal niet doorberekenen.

Horecaondernemers blijvend belemmerd door personeelstekort

Aan het begin van het derde kwartaal 2022 zag per saldo een kwart van de horecaondernemers hun personeelsbestand de afgelopen drie maanden toenemen. Dit percentage was niet eerder sinds de coronacrisis zo hoog. Toch gaf een recordpercentage van ruim 43 procent van de horecaondernemers aan tijdens de bedrijfsvoering vooral belemmerd te worden door personeelstekort. Dit percentage ligt sinds het derde kwartaal van 2021 een stuk hoger dan tijdens de eerdere kwartalen gedurende de coronapandemie. In het derde kwartaal van 2021 gaf 31 procent van de horecaondernemers aan belemmerd te worden door personeelstekort, een jaar eerder was dit nog slechts 6 procent.

Aan het begin van het derde kwartaal noemden horecaondernemers de verhoogde werkdruk als belangrijkst gevolg van de groeiende personeelstekorten. Daarnaast hadden horecaondernemers in vergelijking met andere bedrijfstakken relatief vaak te maken met gestegen arbeidskosten ten gevolge van het personeelstekort. Een kleine groep horecaondernemers (ruim 13 procent) kon door de groeiende personeelstekorten minder geschikt personeel aannemen.

Bronnen
CBS-artikelen

Ondernemers zien werkdruk toenemen als gevolg van personeelstekort.

Ondernemersvertrouwen daalt in derde kwartaal.

Statline tabellen

Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100

Ondernemersvertrouwen; bedrijfstakken (SBI 2008)

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, bedrijfstakken

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, SBI 2008, seizoengecorrigeerd

Opnieuw recordaantal startende ondernemers in 2021

Het aantal startende ondernemers neemt vanaf 2013 jaar op jaar toe. Opnieuw startte in 2021 een recordaantal ondernemers. Het aandeel vrouwelijke startende ondernemers bleef jaar op jaar ongeveer gelijk. In 2021 was twee op de drie van de startende ondernemers een man. De handel telde de meeste startende ondernemers in 2021. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb.

In 2021 startten maar liefst 226 duizend ondernemers* in Nederland een eigen onderneming. In vergelijking met de voorliggende jaren opnieuw een recordaantal. In het voorgaande jaar stond het record nog op 199 duizend starters, dat is nu met 14 procent overstegen.

Meeste startende ondernemers in de handel

In 2021 telde de bedrijfstak handel de meeste startende ondernemers, namelijk ruim 44 duizend. Ook in de specialistische zakelijke diensten (bijna 41 duizend) en de bouwnijverheid (ruim 24 duizend) startten relatief veel ondernemers een onderneming. De specialistische zakelijke diensten, handel en bouwnijverheid zijn begin 2021 achtereenvolgens de grootste bedrijfstakken in Nederland.

De verhuur en handel van onroerend goed telde in 2021 de minste startende ondernemers (meer dan 2 duizend). Deze bedrijfstak is een relatief kleine bedrijfstak en telde begin 2021 bijna 39 duizend bedrijven. Hierbij zijn de bedrijfstakken waterbedrijven en afvalbeheer, delfstoffenwinning, energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten niet meegenomen. Deze bedrijfstakken hadden bijna geen startende ondernemers in 2021.

2 op de 3 startende ondernemers is een man

De verdeling man en vrouw laat al jaren ongeveer hetzelfde beeld zien: 2 op de 3 ondernemers is een man. Ook in 2021 was meer dan de helft (62 procent) van alle startende ondernemers een man. Het overige gedeelte (38 procent) was een vrouw. In absolute aantallen waren dat ruim 86 duizend vrouwelijke ondernemers en meer dan 140 duizend mannelijke ondernemers in 2021.

De verhouding man en vrouw is per bedrijfstak verschillend. Zo zijn bijna alle startende ondernemers in de bouwnijverheid een man. Ook in de vervoer en opslag bestaat het overgrote gedeelte van de startende ondernemers uit mannen. Daarentegen is het merendeel van de startende ondernemers in de bedrijfstakken overige dienstverlening (80 procent) en gezonds- en welzijnszorg (73 procent) een vrouw. In de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie is de verdeling man en vrouw het meest evenredig: 53 procent is man en 47 procent is vrouw.

Merendeel van de startende ondernemers is jonger dan 45 jaar

Maar liefst 76 procent van de startende ondernemers in 2021 is jonger dan 45 jaar. Het hoogste aantal ondernemers (40 procent van het totaal aantal ondernemers in 2021) valt in de leeftijdscategorie 0 tot 30 jaar gevolgd door de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar. Slechts 2 procent van de ondernemers in 2021 is ouder dan 65 jaar. Dit betekent dat er in 2021 ruim 5 duizend ondernemers ouder dan 65 jaar een eigen onderneming opzette. De verdeling startende ondernemers naar leeftijd ziet er al jaren ongeveer hetzelfde uit.

*Cijfers over 2021 zijn voorlopig

Bron: Startende ondernemers; persoonskenmerken, bedrijfstakken

Economisch beeld mkb derde kwartaal 2022 verslechterd

Het economisch beeld van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is in het derde kwartaal van dit jaar in vergelijking met het tweede kwartaal iets verslechterd. In het tweede kwartaal lieten nog negen van de twaalf  conjunctuurindicatoren een verbetering zien, ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het huidige kwartaal waren dit er nog drie. Nagenoeg alle indicatoren lagen boven hun langjarige trend, enkel de indicatoren voor consumptie en economische ontwikkeling zakten onder de langjarige trend. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de MKB-conjunctuurklok.

De mkb-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het  mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het mkb worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Helft van de stemmingsindicatoren verslechterd

In het begin van het derde kwartaal dit jaar verslechterden de helft van de mkb-stemmingsindicatoren. De stemming verslechterde vooral over de consumptie ontwikkeling en de economische activiteiten van hun onderneming. In mindere mate daalde ook het ondernemersvertrouwen. De stemmingsindicatoren over het financiële vertrouwen, de vacatures en de export ontwikkeling bleven gelijk.

Helft indicatoren mkb-conjunctuurklok zijn verslechterd

In het huidige kwartaal zijn drie van de zes reële conjunctuurindicatoren verslechterd. De stemming verslechterde met name over de binnenlandse aankopen van de duurzame goederen. Ook de indicatoren over mkb-omzet en mkb-faillissementen verslechterde in mindere mate. Het volume van de binnenlandse consumptie, mkb-vacatures en de BBP verbeterden in het derde kwartaal van 2022. Ook in het voorgaande kwartaal lieten deze indicatoren een verbetering zien. Alle indicatoren lagen boven de langjarige trend.

Mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon. De update voor het vierde kwartaal van 2022 wordt begin december 2022 verwacht.

Bekijk het Conjunctuurdashboard

Meer opheffingen en minder oprichtingen onder mkb-bedrijven in het tweede kwartaal van 2022

In het tweede kwartaal van 2022 werden 60 duizend mkb-bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, met 58 duizend oprichtingen, afgenomen. Het aantal opheffingen nam ten opzichte van het tweede kwartaal 2021 toe met 45 procent tot ruim 30 duizend. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Zowel oprichtingen (ruim 55 duizend) als de opheffingen (25 duizend) in het tweede kwartaal van 2022 betroffen voornamelijk bedrijven met                  1 werkzame persoon.
  • In de bedrijfsgroottes 2 tot 10 werkzame personen waren er in het tweede kwartaal minder oprichtingen (4 duizend) dan opheffingen (5 duizend) in het mkb.
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (bijna 11 duizend). Dit een afname van 7 procent ten opzichte van een jaar eerder.
  • De meeste opheffingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak handel (bijna 6 duizend). Dit zijn 51 procent meer opheffingen dan een jaar eerder.

*op basis van voorlopige cijfers

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.