5 procent minder vacatures in MKB

Aan het einde van het tweede kwartaal 2020 stonden er ruim 103 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was op dat moment iets meer dan de helft van het totaal aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures daalde met 5 procent in vergelijking met een kwartaal eerder, toen stonden er ruim 108 duizend vacatures open in het MKB. In de gezondheids-en welzijnszorg nam het aantal openstaande vacatures echter met ruim 10 procent toe. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna 10 procent af tot net iets minder dan 34 duizend eind tweede kwartaal 2020. In het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) stonden aan het einde van het tweede kwartaal 69 duizend vacatures open, waarvan ruim 33 duizend bij de kleinste bedrijven (tot 10 werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven daalde met 4 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2020. Hiermee kwam het totaal aantal openstaande vacatures in het MKB aan het einde van het tweede kwartaal uit op 103 duizend, 36 procent minder dan in het tweede kwartaal van vorig jaar (161 duizend).

Meeste vacatures in de zakelijke dienstverlening

In het tweede kwartaal 2020 stond het grootste aantal vacatures in het MKB (21 duizend) open in de zakelijke dienstverlening. Gevolgd door handel met 19 duizend openstaande vacatures. In de sector cultuur, recreatie en overige diensten stonden in het tweede kwartaal de minste MKB-vacatures open (ruim 3 duizend).

Sterkste daling openstaande vacatures in cultuur, recreatie en overige diensten

In cultuur, recreatie en overige diensten, de sector met de minste MKB-vacatures, daalde het aantal vacatures procentueel het sterkst. In vergelijking met het eerste kwartaal 2020 daalde het aantal openstaande vacatures in deze sector met ruim 18 procent.

Toename openstaande vacatures in gezondheids-en welzijnszorg

Hoewel voor de meeste sectoren het aantal openstaande vacatures daalde, steeg deze voor de gezondheids- en welzijnszorg in het MKB. Het aantal vacatures nam hier met ruim 10 procent toe naar ruim 10 duizend openstaande vacatures.

Bekijk de nieuwste cijfers over vacatures in het MKB 

Comité presenteert investeringspakket voor herstel en groei mkb

Om banen te creëren en het Nederlandse bedrijfsleven te versterken is een ‘Herstel- en groeiplan mkb’ nodig. “Het mkb is de motor van de economie en is nu hard geraakt. Er is een gericht pakket nodig om het tij te keren”, aldus Harold Goddijn, de voorzitter van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. “Dit pakket helpt ons om versneld uit de crisis te komen.”

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap pleit bij het kabinet voor een samenhangend pakket van maatregelen, die bijdragen aan investeringen in innovatie en groei, een ondernemende arbeidsmarkt en een productiviteitssprong van ondernemers. Na de massieve steunmaatregelen moet worden gewerkt aan herstel van vertrouwen en (nieuwe) groei van het mkb. Het ‘Herstel- en groeiplan mkb’ beschrijft tien gerichte maatregelen, die rekening houden met de fase van herstel waarin een bedrijf zich bevindt en met de verschillen tussen bedrijven.

Financiering van het plan kost naar schatting 8 tot 12 miljard euro. Het Comité verwacht dat deze investering zichzelf terugverdient via een versneld economisch herstel. Vanaf 2025 kan het plan jaarlijks een extra toegevoegde waarde opleveren van naar schatting 20 tot 30 miljard. De schatkist zou daarvan met 10 tot 15 miljard per jaar profiteren.

De maatregelen van het ‘Herstel- en groeiplan mkb’ zijn verwerkt in drie programma’s:

  1.  Investeren in innovatie en groei: Om investeringen in innovatie en groei structureel te stimuleren moet het eigen vermogen worden versterkt, het aantrekken van (non-bancair) vermogen worden vergemakkelijkt en de toepassing van innovatie gestimuleerd. Op korte termijn kunnen gerichte verlichting van schulden en een (fiscale) investeringskorting helpen om de schuldenlast te verminderen en investeringen aan te jagen.
  2. Ondernemende arbeidsmarkt: Voor een wendbaar en weerbaar mkb is een wendbare en weerbare arbeidsmarkt nodig. Dit vraagt om een goed evenwicht in regelgeving, met oog voor de belangen van zowel werkgevers/opdrachtgevers als werkenden. Een nationaal omscholingsprogramma kan een oplossing bieden voor de zogenaamde “tekortberoepen” en om werknemers in de meest hard geraakte sectoren van werk naar werk te helpen. Een persoonlijk ontwikkelbudget stimuleert werknemers en ondernemers om zich te (blijven) ontwikkelen.
  3. Productiviteitssprong ondernemers: Ondernemers zelf moeten ondersteund worden om hun bedrijf weerbaarder en productiever te maken. Een zelfhulptool (“mkb-hulplijn”) en coaches kunnen hen bijstaan om beter inzicht te krijgen in de staat van hun bedrijf in vergelijking tot andere bedrijven in dezelfde branche. Ook kunnen ondernemers zo informatie krijgen over de ontwikkelingsmogelijkheden en best practices waarvan zij kunnen leren. Verder kan opschaling van digitalisering in het bedrijf bijdragen aan een productiviteitssprong. Tot slot zou herstarten of eventueel stoppen gemakkelijker gemaakt moeten worden.

Het Comité wil met dit advies aan het kabinet een bijdrage leveren aan de maatregelen die de komende tijd moeten worden genomen. Een aantal van de voorgestelde maatregelen kan op korte termijn worden ingevoerd, andere maatregelen vragen meer voorbereiding. Het Comité bepleit een strakke regie in de invoering en uitvoering van het pakket, met betrokkenheid van zowel uitvoeringsorganisaties als sociale partners en marktpartijen.

Lees ook de bijbehorende notitie.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is ingesteld door het ministerie van EZK en zet zich in voor duurzame groei van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Tot de taken behoren het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen. Eind juni verscheen een Tussenbericht naar aanleiding van de coronacrisis. Het Comité staat onder voorzitterschap van Harold Goddijn en bestaat verder uit Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Diederik Laman Trip, Meiny Prins en Occo Roelofsen.

MKB-ondernemers minder negatief

De stemming onder MKB-ondernemers is aan het begin van het derde kwartaal 2020 -15,3. Dit is een verbetering ten opzichte van het vorige kwartaal. Toen bereikte het MKB-ondernemersvertrouwen door de coronacrisis een ongekend laag niveau van -31,3.

Het ondernemersvertrouwen was in het derde kwartaal 2020 voor het hele bedrijfsleven -19,3. In het MKB zijn ondernemers dus minder negatief gestemd dan in het grootbedrijf. Het vertrouwen bij bedrijven tot 50 werkzame personen is met -18 minder dan in het hele MKB.

MKB-ondernemers in de horeca meest negatief

In alle sectoren zijn MKB-ondernemers negatief gestemd. Onder MKB-ondernemers in de horecasector was begin derde kwartaal het vertrouwen het laagst: -51,1. Aan het begin van het tweede kwartaal was in deze sector het vertrouwen ook al het laagst, namelijk -86,4. Deze sector is tevens de sector die de grootste verbetering in ondernemersvertrouwen laat zien, met 35,3 punten.

Het minst negatief zijn MKB-ondernemers in de bouwnijverheid (-4,4). De kleinste verbetering in ondernemersvertrouwen vond plaats in de informatie en communicatiesector. Het ondernemersvertrouwen verbeterde in die sector met 3,9 punten naar -17,7.

Samenstelling ondernemersvertrouwen

Het MKB-ondernemersvertrouwen geeft de stemming van Nederlandse MKB-ondernemers weer. Per bedrijfstak wordt het ondernemersvertrouwen samengesteld op basis van vragen over recente ontwikkelingen en verwachtingen van de ondernemers zoals bijvoorbeeld de omzetontwikkeling. Deze vragen worden gesteld in de Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Het ondernemersvertrouwen Nederland wordt vervolgens samengesteld uit een gewogen gemiddelde van het vertrouwen per bedrijfstak. Het ondernemersvertrouwen geeft een indicatie van de richting waarin de Nederlandse economie zich naar verwachting zal ontwikkelen.

De nieuwste resultaten van de Conjunctuur Enquête Nederland voor het MKB zijn beschikbaar in MKB-StatLine, net als het MKB-Ondernemersvertrouwen.

Minder oprichtingen en opheffingen in tweede kwartaal 2020

In het tweede kwartaal van 2020 zijn 53,5 duizend MKB-bedrijven opgericht, bijna 4 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Ruim 92 procent van de MKB-oprichtingen betrof bedrijven met één werkzame persoon. In het tweede kwartaal van 2020 werden 28,6 duizend MKB-bedrijven opgeheven, ruim 19 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt het CBS vandaag op de Staat van het MKB.

In het eerste kwartaal van 2020 werden de meeste MKB-bedrijven opgericht in de specialistische zakelijke dienstverlening (20,4 procent van het totaal aantal oprichtingen). De handel (13,4 procent) gevolgd door de bouwnijverheid (10,9 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal oprichtingen in het MKB in het tweede kwartaal van dit jaar.

Het aantal oprichtingen in het tweede kwartaal daalde in absolute aantallen het sterkst in de specialistische zakelijke diensten. In het tweede kwartaal 2020 daalde in deze sector het aantal oprichtingen met 600 (-5,2 procent) in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019. Ook in de sector vervoer en opslag nam het aantal oprichtingen in absolute aantallen sterk af met 315 (-17,2 procent).

Daarentegen steeg het aantal oprichtingen met 220 (+4,4 procent) het sterkst in de detailhandel (niet in auto’s). Ook in de verhuur en overige zakelijke diensten (+2,7 procent), verhuur en handel van onroerend goed (+4,2 procent) en cultuur, sport en recreatie (+0,5 procent) nam het aantal oprichtingen in het tweede kwartaal van 2020 toe.

Ook minder opheffingen

In het tweede kwartaal 2020 daalde het aantal opheffingen sterk met 7,0 duizend opheffingen minder dan in dezelfde periode vorig jaar. In absolute aantallen daalde het aantal opheffingen het sterkst in de handel. In deze sector daalde het aantal opheffingen met 980 (-16,7 procent). Ook in de specialistische zakelijke diensten en de financiële dienstverlening daalde het aantal opheffingen sterk. In het tweede kwartaal 2020 werden er zowel in de specialistische zakelijke diensten (-12,8 procent) als in de financiële dienstverlening (-37,0 procent) 920 bedrijven minder opgeheven dan een jaar eerder. Met een daling van -37,0 procent daalde het aantal opheffingen in de financiële dienstverlening procentueel het sterkst.

In het tweede kwartaal van 2020 werden in de specialistische zakelijke dienstverlening de meeste MKB-bedrijven opgeheven (21,9 procent van het totaal aantal MKB-opheffingen). De handel (17,1 procent), waar ook de detailhandel (10,9 procent) onder valt, gevolgd door de bouwnijverheid (7,6 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal opheffingen in het MKB in het tweede kwartaal van dit jaar.

Bekijk de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

Aantal faillissementen in tweede kwartaal stijgt gestaag

In het tweede kwartaal van 2020 zijn in totaal 770 bedrijven failliet verklaard, dat zijn 20 faillissementen meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Alle faillissementen betrof het midden- en kleinbedrijf (MKB) en in totaal waren hierbij 4 698 werkzame personen betrokken. Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen neemt gestaag toe. In het eerste kwartaal van 2020 werden nog 759 bedrijven failliet verklaard, dat zijn er 11 minder dan in het tweede kwartaal van 2020. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven tot 10 werkzame personen

Het merendeel van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2020 betrof een bedrijf tot 10 werkzame personen. In totaal werden er 335 bedrijven met 1 werkzaam persoon en 314 bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen failliet verklaard. Verder werden nog 110 bedrijven met de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 11 bedrijven met de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet verklaard.

Meeste faillissementen in de handel

In de handel vielen de meeste faillissementen met 221 in het tweede kwartaal van 2020. Daarvan betroffen 109 faillissementen een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling en 96 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s).

Ook in de bouwnijverheid en de horeca vielen relatief veel faillissementen. In het tweede kwartaal van 2020 waren dat 117 bouwbedrijven, dat zijn 3 bouwbedrijven meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. In de horeca vielen er in totaal 111 faillissementen, dat zijn 42 faillissementen meer dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 betrof ruim 82 procent van de faillissementen in de horeca een eet- en drinkgelegenheid.

Bijna 30 procent bestond al langer dan 10 jaar

Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond al langer dan 10 jaar, dat zijn in totaal 228 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het tweede kwartaal van 2020 failliet gingen, was dan ook 9,5 jaar.

189 faillissementen betrof een bedrijf met een leeftijd van jonger dan 3 jaar, dat is bijna 25 procent van het totaal aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. Het overige aantal (332 faillissementen) betrof een bedrijf met een leeftijd tussen de 3 jaar en de 10 jaar.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven

Aantal MKB-bedrijven met bijna 6 procent toegenomen

Nederland telde bijna 1,9 miljoen MKB-bedrijven in het derde kwartaal 2020. Dit is een toename van 6,5 procent vergeleken met een jaar eerder. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die op MKB-StatLine zijn gepubliceerd.

Bijna alle bedrijfsgroottes namen in aantal toe. Alleen het aantal bedrijven met 5 tot 10 werkzame personen daalde licht. Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon steeg met bijna 98 duizend naar het hoogste aantal tot nu toe, een stijging van 7,1 procent ten opzicht van een jaar eerder.

Groei in bijna alle bedrijfstakken

In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal MKB-bedrijven toe. De bedrijfstak specialistische zakelijke diensten nam met ruim 18 duizend het meest toe, gevolgd door bouwnijverheid (ruim 15 duizend). De toename in deze bedrijfstakken kwam voornamelijk voor rekening van bedrijven met 1 werkzame persoon. Procentueel groeide het aantal MKB-bedrijven het sterkst in de horeca (9,2 procent, ruim 5 duizend nieuwe bedrijven).

Klik hier om naar de nieuwe cijfers te gaan over het aantal bedrijven naar bedrijfstak, bedrijfsgrootte en rechtsvorm

‘Help ondernemers om zich aan te passen’

De coronacrisis doet een groot beroep op de wendbaarheid van ondernemers; vaak zijn forse veranderingen nodig om gezond verder te gaan. Ondernemers dienen daarbij geholpen te worden. Dat kan door slimme steun maar ook door hun aanpassingsvermogen te vergroten.“Dit zegt voorzitter Harold Goddijn van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap in een toelichting op een “tussenbericht” over de Staat van het MKB.

Het tussenbericht “Ondernemend uit de crisis: investeren in intelligent herstel” is vandaag aangeboden aan staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat.

Het Comité constateert dat het mkb hard wordt geraakt en nog een zware tijd tegemoet gaat. “Herstel van vertrouwen bij burgers en bedrijven is cruciaal. Er is nog veel onzekerheid; we weten niet hoe de COVID19-pandemie zich ontwikkelt en hoe stevig de recessie uitpakt. We zien wel dat er grote verschillen zijn in de impact op sectoren en bedrijven. We constateren schade, maar er zijn ook (nieuwe) mogelijkheden.” Het Comité doet aanbevelingen die beleidsmakers kunnen helpen om steunmaatregelen gericht in te zetten en structurele veranderingen door te voeren.

“De overheid heeft met de steunmaatregelen uitstel gekocht, maar geen afstel van de gevolgen van de coronacrisis.”, aldus Goddijn. “Het komt aan op ondernemerschap. Het zijn bedrijven die zorgen voor behoud en groei van het aantal banen.”

De noodzaak om het aanpassingsvermogen van het mkb te versterken is alleen maar groter geworden. “De coronacrisis maakt duidelijk dat we veel sneller en onder grote druk de arbeidsmarkt moeten moderniseren en innovatie in het mkb moeten faciliteren. Ook moet verder worden gebouwd aan een structuur van een leven lang ontwikkelen.” Het Comité pleit voor ondersteuning van bedrijven die een grote verandering moeten doormaken om ook in de toekomst te floreren.

Het tussentijdse bericht naar aanleiding van de coronacrisis bevat vijf aanbevelingen, die mede gebaseerd zijn op gesprekken met ondernemers:

  1. Bevorder intelligente transitie van steun naar herstel en maak daarbij onderscheid naar bedrijven met veel, gemiddeld en geen continuïteitsperspectief (segmentatie)
  2. Ondersteun bedrijven om beter inzicht in de noodzaak van aanpassing van hun bedrijfsmodel of –structuur te krijgen
  3. Stimuleer mobiliteit op de arbeidsmarkt en maak banengroei minder risicovol voor werkgevers
  4. Bouw een structuur van leven lang ontwikkelen voor werkenden en ondernemers
  5. Investeer in een klimaat van R&D, innovatie en vernieuwing gericht op arbeidsproductiviteitsgroei in het mkb.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is ingesteld door het ministerie van EZK en zet zich in voor duurzame groei van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Tot de taken behoren het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen. Op de website www.staatvanhetmkb.nl worden de ontwikkelingen van het midden- en kleinbedrijf bijgehouden. In november zal het Nederlands Comité voor Ondernemerschap hierover weer een jaarbericht publiceren.

Het Comité staat onder voorzitterschap van Harold Goddijn en bestaat verder uit Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Diederik Laman Trip, Meiny Prins en Occo Roelofsen.

Economisch beeld MKB: bijna alle indicatoren wijzen op slecht weer

Het economisch beeld van het MKB is in het tweede kwartaal van dit jaar in vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 verslechterd. Waren in het eerste kwartaal nog vijf van de twaalf indicatoren positief, in het tweede kwartaal was dat nog maar bij één indicator het geval. Bijna alle indicatoren geven nu een verslechtering aan ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De verwachtingen over exportontwikkelingen waren het negatiefst. Dit blijkt uit de vandaag gepubliceerde MKB-conjunctuurklok.

Bekijk het conjunctuurdashboard

Alle stemmingsindicatoren MKB-conjunctuurklok verslechterd

Begin tweede kwartaal van dit jaar verslechterden alle zes MKB-stemmingsindicatoren. De verwachtingen van de MKB-ondernemers omtrent export, de economische ontwikkeling en het ondernemersvertrouwen verslechterden het sterkst. De verwachtingen over de MKB-omzet waren het minst verslechterd.
In het vorige kwartaal verbeterden nog drie van de zes stemmingsindicatoren, namelijk de exportverwachtingen, het ondernemersvertrouwen en de verwachtingen over de ontwikkeling van het aantal vacatures.

Reële indicatoren MKB-conjunctuurklok bijna allemaal negatief

Begin tweede kwartaal van dit jaar zijn vijf van de zes reële conjunctuurindicatoren vergeleken met het eerste kwartaal verslechterd. Alleen het aantal MKB-faillissementen liet een verbetering zien. In het vorige kwartaal liet deze indicator nog een verslechtering zien. Onderdeel van de Corona-maatregelen zijn de noodpakketten van de overheid om faillissementen te voorkomen.

MKB-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het derde kwartaal van 2020 wordt begin september 2020 verwacht.

Een op de drie startende ondernemers heeft een migratieachtergrond

In 2018 had bijna 33 procent van de startende ondernemers in Nederland een migratieachtergrond. Van de bijna 58 duizend starters met een niet-Nederlandse achtergrond had 45 procent een Westerse achtergrond en 55 procent een niet-Westerse achtergrond. De meeste startende ondernemers met migratieachtergrond kwamen uit Turkije (ruim 6 duizend), Marokko (ruim 5 duizend) en Suriname (ruim 5 duizend). Deze nieuwe cijfers zijn vandaag op de MKB-statline gepubliceerd.

Het hoogste aantal startende ondernemers met een migratieachtergrond in Nederland is afkomstig uit Europa. Maar liefst 45 procent van de startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond was een Europeaan in 2018. Het aantal startende ondernemers uit Europa neemt toe. In 2010 startten er nog bijna 19 duizend ondernemers uit Europa (excl. Nederland) een onderneming in Nederland. In 2018 was dit aantal toegenomen tot meer dan 26 duizend.

Grootste gedeelte startende ondernemers uit Europa afkomstig uit Polen

In 2018 vormden onder startende niet-Nederlandse ondernemers Polen het grootste land van herkomst binnen Europa. In totaal startten 3890 Polen een onderneming in Nederland. Meer dan 1 op de 5 van de startende ondernemers afkomstig uit Europa (excl. Nederland) is een Pool. 58 procent van de Poolse ondernemers startte een Nederlandse onderneming in de bouwnijverheid.

Binnen Europa kwamen na Polen de meeste startende ondernemers uit Duitsland (2600 in 2018). 15,3 procent van de startende ondernemers uit Europa (excl. Nederland) komt uit Duitsland. 25,8 procent van de Duitse ondernemers in Nederland startte een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (diensten binnen de gespecialiseerde, professionele, wetenschappelijke en technische activiteiten).

Veel startende ondernemers afkomstig uit Azië

Naast Europa zijn ook relatief veel startende ondernemers afkomstig uit Azië. Ruim 1 op de 5 startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond komt uit Azië. Daarvan is Indonesië het grootste land van herkomst. In vergelijking met 2010 is het aantal startende ondernemers uit Indonesië afgenomen. In 2010 waren er bijna 6 duizend startende ondernemers afkomstig uit Indonesië, in 2018 waren dit er ruim 4 duizend.

Het grootste gedeelde van de ondernemers afkomstig uit Azië startten in 2018 een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (2260 startende ondernemers) en de handel (2030 startende ondernemers). Ook in de horeca startten veel ondernemers uit Azië een onderneming (1080 startende ondernemers).

Weinig startende ondernemers afkomstig uit Oceanië

Startende ondernemers komen het minst vaak uit Oceanië. Slechts 500 startende ondernemers zijn afkomstig uit Oceanië, dat is 0,9 procent van het totaal aantal startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond.

Het aantal startende ondernemers afkomstig uit Oceanië neemt wel toe. In 2010 startten nog 290 ondernemers uit Oceanië een onderneming, in 2017 waren dat er 430 en 500 in 2018.

Cijfers over startende ondernemers naar migratie achtergrond

Ruim helft goederenexporteurs uit 2016 heeft lagere exportomzet in 2019

Van de ruim 107 duizend in Nederland gevestigde MKB-bedrijven die in 2016 goederen exporteerden, kromp bij 55,6 procent de exportomzet in de periode tot 2019. Bij 33,5 procent van de exporteurs was er juist sprake van groei. In 2019 waren er ruim 20 duizend exporteurs die in 2016 nog niet exporteerden. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB.

Meeste goederenexporteurs in het kleinbedrijf

In 2019 exporteerden ruim 122 duizend MKB-bedrijven goederen. Van deze MKB-bedrijven behoorde 95,6 procent tot het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) en 4,4 procent tot het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

In de periode 2016 tot 2019 zag ongeveer de helft (49,3 procent) van het middenbedrijf zijn omzet uit goederenexport in 2019 groeien. Bij het kleinbedrijf was dit bij een derde (32,7 procent) van het aantal bedrijven het geval. Bij de meerderheid van het kleinbedrijf (56,2 procent) lag de omzet uit export in 2019 onder het niveau van 2016.

Twintig duizend nieuwe exporteurs

Van de bedrijven die in 2016 nog niet exporteerden, deden ruim 20 duizend dat in 2019 wel. De meeste “nieuwe” exporteurs waren actief in de handel (7040), specialistische zakelijke diensten (3345), industrie (1940) en informatie en communicatie (1690).

Meeste exporteurs actief in de handel

Van de exporterende MKB-bedrijven was het grootste deel, 39,3 procent, een handelsbedrijf. Van de handelsbedrijven die reeds in 2016 exporteerden, had 38 procent in 2019 een hogere exportomzet dan in 2016, bij 50,6 procent is de omzet uit export van goederen in deze periode gedaald.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine.