Minder oprichtingen en opheffingen in tweede kwartaal 2020

In het tweede kwartaal van 2020 zijn 53,5 duizend MKB-bedrijven opgericht, bijna 4 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Ruim 92 procent van de MKB-oprichtingen betrof bedrijven met één werkzame persoon. In het tweede kwartaal van 2020 werden 28,6 duizend MKB-bedrijven opgeheven, ruim 19 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt het CBS vandaag op de Staat van het MKB.

In het eerste kwartaal van 2020 werden de meeste MKB-bedrijven opgericht in de specialistische zakelijke dienstverlening (20,4 procent van het totaal aantal oprichtingen). De handel (13,4 procent) gevolgd door de bouwnijverheid (10,9 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal oprichtingen in het MKB in het tweede kwartaal van dit jaar.

Het aantal oprichtingen in het tweede kwartaal daalde in absolute aantallen het sterkst in de specialistische zakelijke diensten. In het tweede kwartaal 2020 daalde in deze sector het aantal oprichtingen met 600 (-5,2 procent) in vergelijking met het tweede kwartaal van 2019. Ook in de sector vervoer en opslag nam het aantal oprichtingen in absolute aantallen sterk af met 315 (-17,2 procent).

Daarentegen steeg het aantal oprichtingen met 220 (+4,4 procent) het sterkst in de detailhandel (niet in auto’s). Ook in de verhuur en overige zakelijke diensten (+2,7 procent), verhuur en handel van onroerend goed (+4,2 procent) en cultuur, sport en recreatie (+0,5 procent) nam het aantal oprichtingen in het tweede kwartaal van 2020 toe.

Ook minder opheffingen

In het tweede kwartaal 2020 daalde het aantal opheffingen sterk met 7,0 duizend opheffingen minder dan in dezelfde periode vorig jaar. In absolute aantallen daalde het aantal opheffingen het sterkst in de handel. In deze sector daalde het aantal opheffingen met 980 (-16,7 procent). Ook in de specialistische zakelijke diensten en de financiële dienstverlening daalde het aantal opheffingen sterk. In het tweede kwartaal 2020 werden er zowel in de specialistische zakelijke diensten (-12,8 procent) als in de financiële dienstverlening (-37,0 procent) 920 bedrijven minder opgeheven dan een jaar eerder. Met een daling van -37,0 procent daalde het aantal opheffingen in de financiële dienstverlening procentueel het sterkst.

In het tweede kwartaal van 2020 werden in de specialistische zakelijke dienstverlening de meeste MKB-bedrijven opgeheven (21,9 procent van het totaal aantal MKB-opheffingen). De handel (17,1 procent), waar ook de detailhandel (10,9 procent) onder valt, gevolgd door de bouwnijverheid (7,6 procent) hadden eveneens een ruim aandeel in het totaal aantal opheffingen in het MKB in het tweede kwartaal van dit jaar.

Bekijk de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

Aantal faillissementen in tweede kwartaal stijgt gestaag

In het tweede kwartaal van 2020 zijn in totaal 770 bedrijven failliet verklaard, dat zijn 20 faillissementen meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Alle faillissementen betrof het midden- en kleinbedrijf (MKB) en in totaal waren hierbij 4 698 werkzame personen betrokken. Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen neemt gestaag toe. In het eerste kwartaal van 2020 werden nog 759 bedrijven failliet verklaard, dat zijn er 11 minder dan in het tweede kwartaal van 2020. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven tot 10 werkzame personen

Het merendeel van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2020 betrof een bedrijf tot 10 werkzame personen. In totaal werden er 335 bedrijven met 1 werkzaam persoon en 314 bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen failliet verklaard. Verder werden nog 110 bedrijven met de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 11 bedrijven met de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet verklaard.

Meeste faillissementen in de handel

In de handel vielen de meeste faillissementen met 221 in het tweede kwartaal van 2020. Daarvan betroffen 109 faillissementen een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling en 96 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s).

Ook in de bouwnijverheid en de horeca vielen relatief veel faillissementen. In het tweede kwartaal van 2020 waren dat 117 bouwbedrijven, dat zijn 3 bouwbedrijven meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. In de horeca vielen er in totaal 111 faillissementen, dat zijn 42 faillissementen meer dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 betrof ruim 82 procent van de faillissementen in de horeca een eet- en drinkgelegenheid.

Bijna 30 procent bestond al langer dan 10 jaar

Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond al langer dan 10 jaar, dat zijn in totaal 228 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het tweede kwartaal van 2020 failliet gingen, was dan ook 9,5 jaar.

189 faillissementen betrof een bedrijf met een leeftijd van jonger dan 3 jaar, dat is bijna 25 procent van het totaal aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. Het overige aantal (332 faillissementen) betrof een bedrijf met een leeftijd tussen de 3 jaar en de 10 jaar.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven

Aantal MKB-bedrijven met bijna 6 procent toegenomen

Nederland telde bijna 1,9 miljoen MKB-bedrijven in het derde kwartaal 2020. Dit is een toename van 6,5 procent vergeleken met een jaar eerder. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. Dat blijkt uit nieuwe cijfers die op MKB-StatLine zijn gepubliceerd.

Bijna alle bedrijfsgroottes namen in aantal toe. Alleen het aantal bedrijven met 5 tot 10 werkzame personen daalde licht. Het aantal bedrijven met 1 werkzame persoon steeg met bijna 98 duizend naar het hoogste aantal tot nu toe, een stijging van 7,1 procent ten opzicht van een jaar eerder.

Groei in bijna alle bedrijfstakken

In bijna alle bedrijfstakken nam het aantal MKB-bedrijven toe. De bedrijfstak specialistische zakelijke diensten nam met ruim 18 duizend het meest toe, gevolgd door bouwnijverheid (ruim 15 duizend). De toename in deze bedrijfstakken kwam voornamelijk voor rekening van bedrijven met 1 werkzame persoon. Procentueel groeide het aantal MKB-bedrijven het sterkst in de horeca (9,2 procent, ruim 5 duizend nieuwe bedrijven).

Klik hier om naar de nieuwe cijfers te gaan over het aantal bedrijven naar bedrijfstak, bedrijfsgrootte en rechtsvorm

‘Help ondernemers om zich aan te passen’

De coronacrisis doet een groot beroep op de wendbaarheid van ondernemers; vaak zijn forse veranderingen nodig om gezond verder te gaan. Ondernemers dienen daarbij geholpen te worden. Dat kan door slimme steun maar ook door hun aanpassingsvermogen te vergroten.“Dit zegt voorzitter Harold Goddijn van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap in een toelichting op een “tussenbericht” over de Staat van het MKB.

Het tussenbericht “Ondernemend uit de crisis: investeren in intelligent herstel” is vandaag aangeboden aan staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat.

Het Comité constateert dat het mkb hard wordt geraakt en nog een zware tijd tegemoet gaat. “Herstel van vertrouwen bij burgers en bedrijven is cruciaal. Er is nog veel onzekerheid; we weten niet hoe de COVID19-pandemie zich ontwikkelt en hoe stevig de recessie uitpakt. We zien wel dat er grote verschillen zijn in de impact op sectoren en bedrijven. We constateren schade, maar er zijn ook (nieuwe) mogelijkheden.” Het Comité doet aanbevelingen die beleidsmakers kunnen helpen om steunmaatregelen gericht in te zetten en structurele veranderingen door te voeren.

“De overheid heeft met de steunmaatregelen uitstel gekocht, maar geen afstel van de gevolgen van de coronacrisis.”, aldus Goddijn. “Het komt aan op ondernemerschap. Het zijn bedrijven die zorgen voor behoud en groei van het aantal banen.”

De noodzaak om het aanpassingsvermogen van het mkb te versterken is alleen maar groter geworden. “De coronacrisis maakt duidelijk dat we veel sneller en onder grote druk de arbeidsmarkt moeten moderniseren en innovatie in het mkb moeten faciliteren. Ook moet verder worden gebouwd aan een structuur van een leven lang ontwikkelen.” Het Comité pleit voor ondersteuning van bedrijven die een grote verandering moeten doormaken om ook in de toekomst te floreren.

Het tussentijdse bericht naar aanleiding van de coronacrisis bevat vijf aanbevelingen, die mede gebaseerd zijn op gesprekken met ondernemers:

  1. Bevorder intelligente transitie van steun naar herstel en maak daarbij onderscheid naar bedrijven met veel, gemiddeld en geen continuïteitsperspectief (segmentatie)
  2. Ondersteun bedrijven om beter inzicht in de noodzaak van aanpassing van hun bedrijfsmodel of –structuur te krijgen
  3. Stimuleer mobiliteit op de arbeidsmarkt en maak banengroei minder risicovol voor werkgevers
  4. Bouw een structuur van leven lang ontwikkelen voor werkenden en ondernemers
  5. Investeer in een klimaat van R&D, innovatie en vernieuwing gericht op arbeidsproductiviteitsgroei in het mkb.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is ingesteld door het ministerie van EZK en zet zich in voor duurzame groei van het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. Tot de taken behoren het monitoren van de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen. Op de website www.staatvanhetmkb.nl worden de ontwikkelingen van het midden- en kleinbedrijf bijgehouden. In november zal het Nederlands Comité voor Ondernemerschap hierover weer een jaarbericht publiceren.

Het Comité staat onder voorzitterschap van Harold Goddijn en bestaat verder uit Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Diederik Laman Trip, Meiny Prins en Occo Roelofsen.

Economisch beeld MKB: bijna alle indicatoren wijzen op slecht weer

Het economisch beeld van het MKB is in het tweede kwartaal van dit jaar in vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 verslechterd. Waren in het eerste kwartaal nog vijf van de twaalf indicatoren positief, in het tweede kwartaal was dat nog maar bij één indicator het geval. Bijna alle indicatoren geven nu een verslechtering aan ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De verwachtingen over exportontwikkelingen waren het negatiefst. Dit blijkt uit de vandaag gepubliceerde MKB-conjunctuurklok.

Bekijk het conjunctuurdashboard

Alle stemmingsindicatoren MKB-conjunctuurklok verslechterd

Begin tweede kwartaal van dit jaar verslechterden alle zes MKB-stemmingsindicatoren. De verwachtingen van de MKB-ondernemers omtrent export, de economische ontwikkeling en het ondernemersvertrouwen verslechterden het sterkst. De verwachtingen over de MKB-omzet waren het minst verslechterd.
In het vorige kwartaal verbeterden nog drie van de zes stemmingsindicatoren, namelijk de exportverwachtingen, het ondernemersvertrouwen en de verwachtingen over de ontwikkeling van het aantal vacatures.

Reële indicatoren MKB-conjunctuurklok bijna allemaal negatief

Begin tweede kwartaal van dit jaar zijn vijf van de zes reële conjunctuurindicatoren vergeleken met het eerste kwartaal verslechterd. Alleen het aantal MKB-faillissementen liet een verbetering zien. In het vorige kwartaal liet deze indicator nog een verslechtering zien. Onderdeel van de Corona-maatregelen zijn de noodpakketten van de overheid om faillissementen te voorkomen.

MKB-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het derde kwartaal van 2020 wordt begin september 2020 verwacht.

Een op de drie startende ondernemers heeft een migratieachtergrond

In 2018 had bijna 33 procent van de startende ondernemers in Nederland een migratieachtergrond. Van de bijna 58 duizend starters met een niet-Nederlandse achtergrond had 45 procent een Westerse achtergrond en 55 procent een niet-Westerse achtergrond. De meeste startende ondernemers met migratieachtergrond kwamen uit Turkije (ruim 6 duizend), Marokko (ruim 5 duizend) en Suriname (ruim 5 duizend). Deze nieuwe cijfers zijn vandaag op de MKB-statline gepubliceerd.

Het hoogste aantal startende ondernemers met een migratieachtergrond in Nederland is afkomstig uit Europa. Maar liefst 45 procent van de startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond was een Europeaan in 2018. Het aantal startende ondernemers uit Europa neemt toe. In 2010 startten er nog bijna 19 duizend ondernemers uit Europa (excl. Nederland) een onderneming in Nederland. In 2018 was dit aantal toegenomen tot meer dan 26 duizend.

Grootste gedeelte startende ondernemers uit Europa afkomstig uit Polen

In 2018 vormden onder startende niet-Nederlandse ondernemers Polen het grootste land van herkomst binnen Europa. In totaal startten 3890 Polen een onderneming in Nederland. Meer dan 1 op de 5 van de startende ondernemers afkomstig uit Europa (excl. Nederland) is een Pool. 58 procent van de Poolse ondernemers startte een Nederlandse onderneming in de bouwnijverheid.

Binnen Europa kwamen na Polen de meeste startende ondernemers uit Duitsland (2600 in 2018). 15,3 procent van de startende ondernemers uit Europa (excl. Nederland) komt uit Duitsland. 25,8 procent van de Duitse ondernemers in Nederland startte een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (diensten binnen de gespecialiseerde, professionele, wetenschappelijke en technische activiteiten).

Veel startende ondernemers afkomstig uit Azië

Naast Europa zijn ook relatief veel startende ondernemers afkomstig uit Azië. Ruim 1 op de 5 startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond komt uit Azië. Daarvan is Indonesië het grootste land van herkomst. In vergelijking met 2010 is het aantal startende ondernemers uit Indonesië afgenomen. In 2010 waren er bijna 6 duizend startende ondernemers afkomstig uit Indonesië, in 2018 waren dit er ruim 4 duizend.

Het grootste gedeelde van de ondernemers afkomstig uit Azië startten in 2018 een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (2260 startende ondernemers) en de handel (2030 startende ondernemers). Ook in de horeca startten veel ondernemers uit Azië een onderneming (1080 startende ondernemers).

Weinig startende ondernemers afkomstig uit Oceanië

Startende ondernemers komen het minst vaak uit Oceanië. Slechts 500 startende ondernemers zijn afkomstig uit Oceanië, dat is 0,9 procent van het totaal aantal startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond.

Het aantal startende ondernemers afkomstig uit Oceanië neemt wel toe. In 2010 startten nog 290 ondernemers uit Oceanië een onderneming, in 2017 waren dat er 430 en 500 in 2018.

Cijfers over startende ondernemers naar migratie achtergrond

Ruim helft goederenexporteurs uit 2016 heeft lagere exportomzet in 2019

Van de ruim 107 duizend in Nederland gevestigde MKB-bedrijven die in 2016 goederen exporteerden, kromp bij 55,6 procent de exportomzet in de periode tot 2019. Bij 33,5 procent van de exporteurs was er juist sprake van groei. In 2019 waren er ruim 20 duizend exporteurs die in 2016 nog niet exporteerden. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB.

Meeste goederenexporteurs in het kleinbedrijf

In 2019 exporteerden ruim 122 duizend MKB-bedrijven goederen. Van deze MKB-bedrijven behoorde 95,6 procent tot het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) en 4,4 procent tot het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

In de periode 2016 tot 2019 zag ongeveer de helft (49,3 procent) van het middenbedrijf zijn omzet uit goederenexport in 2019 groeien. Bij het kleinbedrijf was dit bij een derde (32,7 procent) van het aantal bedrijven het geval. Bij de meerderheid van het kleinbedrijf (56,2 procent) lag de omzet uit export in 2019 onder het niveau van 2016.

Twintig duizend nieuwe exporteurs

Van de bedrijven die in 2016 nog niet exporteerden, deden ruim 20 duizend dat in 2019 wel. De meeste “nieuwe” exporteurs waren actief in de handel (7040), specialistische zakelijke diensten (3345), industrie (1940) en informatie en communicatie (1690).

Meeste exporteurs actief in de handel

Van de exporterende MKB-bedrijven was het grootste deel, 39,3 procent, een handelsbedrijf. Van de handelsbedrijven die reeds in 2016 exporteerden, had 38 procent in 2019 een hogere exportomzet dan in 2016, bij 50,6 procent is de omzet uit export van goederen in deze periode gedaald.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine.

 

 

Toename MKB-werkgevers in periode 2016-2019

In het verslagjaar 2019 waren er bijna 363 duizend werkgevers binnen het midden- en kleinbedrijf (MKB; 0 tot 250 werkzame personen). Een groei van 6 procent in vergelijking met 2016. Van de MKB-werkgevers die in 2016 al personeel in dienst hadden, groeide bij 40 procent het personeelsbestand in de periode tot 2019. Bij 27 procent van deze MKB-werkgevers was er juist sprake van krimp. In 2019 waren er in totaal 43 duizend werkgevers met personeel die in 2016 nog geen personeel in dienst hadden. Dat meldt het CBS in de Staat van het MKB.

In de industrie was het percentage MKB-werkgevers met groei in de periode 2016-2019 relatief hoog. In totaal groeide bij 48 procent van deze werkgevers het personeelsbestand. Het grootste aantal MKB-werkgevers met groei waren actief in de metaalproducten- en voedingsmiddelenindustrie. Ook in de gezondheids- en welzijnszorg was het percentage MKB-werkgevers met een groeiend personeelbestand relatief hoog met 46 procent.

In de overige dienstverlening (zoals belangenverenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen en veel andere activiteiten in persoonlijke dienstverlening) is het percentage MKB-werkgevers met een groeiend personeelsbestand het laagst met 36 procent.

MKB-werkgevers met krimpend personeelsbestand

In de horeca is het percentage MKB-werkgevers met krimp in de periode 2016-2019 relatief hoog. In totaal kromp bij 33 procent van deze werkgevers het personeelsbestand. Binnen de horeca waren dit voornamelijk eet- en drinkgelegenheden. Ook in de cultuur, sport en recreatie was het percentage MKB-werkgevers met een krimpend personeelsbestand relatief hoog met 32 procent.

In de sector specialistische zakelijke diensten is het aantal MKB-werkgevers met een krimpend personeelsbestand relatief laag.

Bekijk hier de cijfers over Bedrijvendynamiek; werkgevers, bedrijfsgrootte en bedrijfstak

In bijna alle sectoren omzetdaling bij MKB-bedrijven

In het eerste kwartaal 2020 lieten in de meeste sectoren meer MKB-bedrijven een omzetstijging dan –daling zien ten opzichte van het kwartaal ervoor. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar daalde de omzet bij de meeste MKB-bedrijven. Dit meldt het CBS in vandaag gepubliceerde cijfers op de MKB-Statline.

Omzetdaling bij veel MKB-horecabedrijven

Bij meer dan 6 op de 10 bedrijven in de horeca daalde de omzet in het eerste kwartaal 2020. Het percentage bedrijven waarbij de omzet daalde, is hoger bij bedrijven met meer werkzame personen. De omzet daalde bij 61% van de horecabedrijven met 1 werkzaam persoon, bij 72% van de bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen, en bij 83% van de bedrijven van 10 tot 50 werkzame personen.

In de industrie, in de bouwnijverheid en in de informatie en communicatiesector was het percentage MKB-bedrijven met meer omzet dan het kwartaal ervoor, hoger dan het percentage bedrijven met een omzetdaling ten opzichte van het vorige kwartaal.

Bedrijven in de handelssector en vervoer en opslag laten een divers beeld zien. Het percentage kleinbedrijven in de handelssector (tot 50 werkzame personen) met een omzetstijging was hoger dan het percentage kleinbedrijven met een omzetdaling. Bij de middenbedrijven (100-250 werkzame personen) in deze sector was het beeld tegengesteld: het percentage bedrijven met een dalende omzet was hoger dan het percentage bedrijven met een stijgende omzet. In de vervoer en opslagsector was het beeld omgekeerd. Bij een relatief hoog percentage van de bedrijven tot 10 werkzame personen, daalde de omzet, bij bedrijven vanaf 10 werkzame personen steeg de omzet.

Omzetdaling ten opzichte van zelfde periode vorig jaar in bijna alle sectoren

In bijna alle sectoren lag het percentage MKB-bedrijven dat een omzetdaling liet zien in het eerste kwartaal 2020 hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral in de horeca en bij middenbedrijven in de bouwnijverheid (100-250 werkzame personen) lag het percentage bedrijven met een omzetdaling in het eerste kwartaal 2020 hoger dan het percentage bedrijven met een omzetdaling in het eerste kwartaal 2019.

Meer details over het percentage omzetstijgers en –dalers zijn beschikbaar op MKB-Statline. De cijfers zijn uit te splitsen naar sector en bedrijfsgrootte. De tabel wordt ieder kwartaal ge-update.

 

Het MKB verliest ruim een kwart aan openstaande vacatures

Aan het einde van het eerste kwartaal 2020 stonden er ruim 108 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was op dat moment bijna de helft van het totaal aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures daalde met 26 procent in vergelijking met een kwartaal eerder, toen stonden er nog ruim 146 duizend vacatures open in het MKB. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden in het eerste kwartaal 2020 ruim 113 duizend vacatures open, bijna 16 procent minder dan een kwartaal eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna 24 procent af tot ruim 37 duizend eind eerste kwartaal 2020. In het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) stonden aan het einde van het eerste kwartaal 71 duizend vacatures open, waarvan 35 duizend bij de kleinste bedrijven (tot 10 werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven daalde met 25 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 2019.

Meeste vacatures in de zakelijke dienstverlening

In het eerste kwartaal 2020 stond het grootste aantal vacatures in het MKB (bijna 24 duizend) open in de zakelijke dienstverlening. Gevolgd door handel met ruim 19 duizend openstaande vacatures. In de sector cultuur, recreatie en overige diensten stonden in het eerste kwartaal de minste MKB-vacatures open (ruim 4 duizend).

Sterkste daling in cultuur, recreatie en overige diensten

In cultuur, recreatie en overige diensten, de sector met de minste MKB-vacatures, daalde het aantal vacatures procentueel het sterkst. In vergelijking met het laatste kwartaal 2019 daalde het aantal openstaande vacatures in deze sector met ruim 39 procent. Ook het aantal MKB-vacatures in de handel daalde sterk met 30 procent naar ruim 19 duizend. Een kwartaal eerder stonden hier nog bijna 28 duizend MKB-vacatures open.

Het aantal vacatures in het MKB nam het minst af in de gezondheids- en welzijnszorg. Het aantal vacatures daalde hier met 15 procent naar ruim 9 duizend openstaande vacatures.

Bekijk hier de cijfers over vacatures in het MKB