Recordaantal startende ondernemers in 2018

Het aantal startende ondernemers is in de afgelopen jaren nog niet eerder zo hoog geweest als in 2018.* Het merendeel van de startende ondernemers in 2018 was jonger dan 45 jaar en een man. De bedrijfstak specialistische zakelijke diensten, bestaande uit advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening had de meeste startende ondernemers in 2018. Dat meldt het CBS op de Staat van het MKB.

In 2018 startten maar liefst 176 duizend ondernemers in Nederland een eigen onderneming. In vergelijking met de voorliggende jaren een record aantal. Eerder stond het record aantal op bijna 168 duizend, dat is het aantal startende ondernemers in 2012. In 2013 startten slechts 147 duizend ondernemers een eigen onderneming.

Merendeel startende ondernemers is jonger dan 45 jaar

Maar liefst 72 procent van de startende ondernemers in 2018 is jonger dan 45 jaar. Het hoogste aantal ondernemers (37 procent van het totaal aantal ondernemers in 2018) valt in de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar gevolgd door de leeftijdscategorie 0 tot 30 jaar. Slechts 3 procent van de ondernemers in 2018 is ouder dan 65 jaar. Toch betekent dit dat er in 2018 bijna 5 duizend ondernemers ouder dan 65 jaar een eigen onderneming opzette.

De verdeling startende ondernemers naar leeftijd zier er al jaren ongeveer hetzelfde uit, zie het onderstaande figuur. In alle jaren vanaf 2010 bestaat het grootste gedeelte ondernemers uit ondernemers jonger dan 30 jaar. Wel neemt het aandeel ondernemers van 0 tot 30 toe; in 2010 was nog 26 procent van de ondernemers jonger dan 30 jaar. In 2018 is dit aandeel toegenomen tot 35 procent.

Ondernemers starten vooral in de specialistische zakelijke diensten

In 2018 had de bedrijfstak specialistische zakelijke diensten de meeste startende ondernemers, namelijk meer dan 36 duizend. Daarvan betrof bijna 14 duizend een holding of managementadviesbureau en bijna 13 duizend een design, fotografie of vertaalbureau. Ook in de bedrijfstakken handel (22 duizend) en bouwnijverheid (meer dan 19 duizend) startten in 2018 veel nieuwe ondernemers.

De bedrijfstak verhuur en handel van onroerend goed had de minste startende ondernemers (bijna 2 duizend in 2018). Hierbij zijn de bedrijfstakken waterbedrijven en afvalbeheer, delfstoffenwinning, energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten niet meegenomen. Deze bedrijfstakken hadden bijna geen startende ondernemers in 2018.

2 op de 3 startende ondernemers is een man

De verdeling man en vrouw laat al jaren ongeveer hetzelfde beeld zien: 2 op de 3 ondernemers is een man. Ook in 2018 was meer dan de helft (62 procent) van alle startende ondernemers een man. Het overige gedeelte (38 procent) was een vrouw. In absolute aantallen waren dat bijna 67 duizend vrouwelijke ondernemers en meer dan 109 duizend mannelijke ondernemers in 2018.

De verhouding man en vrouw is per bedrijfstak heel verschillend. Zo is maar liefst 98 procent van de startende ondernemers in de bouwnijverheid een man. Ook in de vervoer en opslag bestaat het overgrote gedeelte van de startende ondernemers uit mannen (92 procent). Daarentegen is het merendeel van de startende ondernemers in de bedrijfstakken overige dienstverlening (80 procent) en gezonds- en welzijnszorg (74 procent) een vrouw. In de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie is de verdeling man en vrouw het meest evenredig: 55 procent is man en 45 procent is vrouw.

*Cijfers over 2018 zijn voorlopig

Bekijk de cijfers over startende ondernemers.

Aantal faillissementen in tweede kwartaal stijgt gestaag

In het tweede kwartaal van 2020 zijn in totaal 770 bedrijven failliet verklaard, dat zijn 20 faillissementen meer dan in dezelfde periode van vorig jaar. Alle faillissementen betrof het midden- en kleinbedrijf (MKB) en in totaal waren hierbij 4 698 werkzame personen betrokken. Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond langer dan 10 jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen neemt gestaag toe. In het eerste kwartaal van 2020 werden nog 759 bedrijven failliet verklaard, dat zijn er 11 minder dan in het tweede kwartaal van 2020. Wegens de ingrijpende maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus heeft het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen.

Grootste aantal faillissementen bij bedrijven tot 10 werkzame personen

Het merendeel van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2020 betrof een bedrijf tot 10 werkzame personen. In totaal werden er 335 bedrijven met 1 werkzaam persoon en 314 bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen failliet verklaard. Verder werden nog 110 bedrijven met de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen en 11 bedrijven met de bedrijfsgrootte 50 tot 250 werkzame personen failliet verklaard.

Meeste faillissementen in de handel

In de handel vielen de meeste faillissementen met 221 in het tweede kwartaal van 2020. Daarvan betroffen 109 faillissementen een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling en 96 een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s).

Ook in de bouwnijverheid en de horeca vielen relatief veel faillissementen. In het tweede kwartaal van 2020 waren dat 117 bouwbedrijven, dat zijn 3 bouwbedrijven meer dan in het tweede kwartaal van vorig jaar. In de horeca vielen er in totaal 111 faillissementen, dat zijn 42 faillissementen meer dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 betrof ruim 82 procent van de faillissementen in de horeca een eet- en drinkgelegenheid.

Bijna 30 procent bestond al langer dan 10 jaar

Bijna 30 procent van de failliet verklaarde bedrijven bestond al langer dan 10 jaar, dat zijn in totaal 228 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van de bedrijven die in het tweede kwartaal van 2020 failliet gingen, was dan ook 9,5 jaar.

189 faillissementen betrof een bedrijf met een leeftijd van jonger dan 3 jaar, dat is bijna 25 procent van het totaal aantal faillissementen in het tweede kwartaal van 2020. Het overige aantal (332 faillissementen) betrof een bedrijf met een leeftijd tussen de 3 jaar en de 10 jaar.

Bekijk de cijfers over bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven

Economisch beeld MKB: bijna alle indicatoren wijzen op slecht weer

Het economisch beeld van het MKB is in het tweede kwartaal van dit jaar in vergelijking met het eerste kwartaal van 2020 verslechterd. Waren in het eerste kwartaal nog vijf van de twaalf indicatoren positief, in het tweede kwartaal was dat nog maar bij één indicator het geval. Bijna alle indicatoren geven nu een verslechtering aan ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De verwachtingen over exportontwikkelingen waren het negatiefst. Dit blijkt uit de vandaag gepubliceerde MKB-conjunctuurklok.

Bekijk het conjunctuurdashboard

Alle stemmingsindicatoren MKB-conjunctuurklok verslechterd

Begin tweede kwartaal van dit jaar verslechterden alle zes MKB-stemmingsindicatoren. De verwachtingen van de MKB-ondernemers omtrent export, de economische ontwikkeling en het ondernemersvertrouwen verslechterden het sterkst. De verwachtingen over de MKB-omzet waren het minst verslechterd.
In het vorige kwartaal verbeterden nog drie van de zes stemmingsindicatoren, namelijk de exportverwachtingen, het ondernemersvertrouwen en de verwachtingen over de ontwikkeling van het aantal vacatures.

Reële indicatoren MKB-conjunctuurklok bijna allemaal negatief

Begin tweede kwartaal van dit jaar zijn vijf van de zes reële conjunctuurindicatoren vergeleken met het eerste kwartaal verslechterd. Alleen het aantal MKB-faillissementen liet een verbetering zien. In het vorige kwartaal liet deze indicator nog een verslechtering zien. Onderdeel van de Corona-maatregelen zijn de noodpakketten van de overheid om faillissementen te voorkomen.

MKB-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het derde kwartaal van 2020 wordt begin september 2020 verwacht.

Een op de drie startende ondernemers heeft een migratieachtergrond

In 2018 had bijna 33 procent van de startende ondernemers in Nederland een migratieachtergrond. Van de bijna 58 duizend starters met een niet-Nederlandse achtergrond had 45 procent een Westerse achtergrond en 55 procent een niet-Westerse achtergrond. De meeste startende ondernemers met migratieachtergrond kwamen uit Turkije (ruim 6 duizend), Marokko (ruim 5 duizend) en Suriname (ruim 5 duizend). Deze nieuwe cijfers zijn vandaag op de MKB-statline gepubliceerd.

Het hoogste aantal startende ondernemers met een migratieachtergrond in Nederland is afkomstig uit Europa. Maar liefst 45 procent van de startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond was een Europeaan in 2018. Het aantal startende ondernemers uit Europa neemt toe. In 2010 startten er nog bijna 19 duizend ondernemers uit Europa (excl. Nederland) een onderneming in Nederland. In 2018 was dit aantal toegenomen tot meer dan 26 duizend.

Grootste gedeelte startende ondernemers uit Europa afkomstig uit Polen

In 2018 vormden onder startende niet-Nederlandse ondernemers Polen het grootste land van herkomst binnen Europa. In totaal startten 3890 Polen een onderneming in Nederland. Meer dan 1 op de 5 van de startende ondernemers afkomstig uit Europa (excl. Nederland) is een Pool. 58 procent van de Poolse ondernemers startte een Nederlandse onderneming in de bouwnijverheid.

Binnen Europa kwamen na Polen de meeste startende ondernemers uit Duitsland (2600 in 2018). 15,3 procent van de startende ondernemers uit Europa (excl. Nederland) komt uit Duitsland. 25,8 procent van de Duitse ondernemers in Nederland startte een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (diensten binnen de gespecialiseerde, professionele, wetenschappelijke en technische activiteiten).

Veel startende ondernemers afkomstig uit Azië

Naast Europa zijn ook relatief veel startende ondernemers afkomstig uit Azië. Ruim 1 op de 5 startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond komt uit Azië. Daarvan is Indonesië het grootste land van herkomst. In vergelijking met 2010 is het aantal startende ondernemers uit Indonesië afgenomen. In 2010 waren er bijna 6 duizend startende ondernemers afkomstig uit Indonesië, in 2018 waren dit er ruim 4 duizend.

Het grootste gedeelde van de ondernemers afkomstig uit Azië startten in 2018 een onderneming in de specialistische zakelijke diensten (2260 startende ondernemers) en de handel (2030 startende ondernemers). Ook in de horeca startten veel ondernemers uit Azië een onderneming (1080 startende ondernemers).

Weinig startende ondernemers afkomstig uit Oceanië

Startende ondernemers komen het minst vaak uit Oceanië. Slechts 500 startende ondernemers zijn afkomstig uit Oceanië, dat is 0,9 procent van het totaal aantal startende ondernemers met een niet-Nederlandse achtergrond.

Het aantal startende ondernemers afkomstig uit Oceanië neemt wel toe. In 2010 startten nog 290 ondernemers uit Oceanië een onderneming, in 2017 waren dat er 430 en 500 in 2018.

Cijfers over startende ondernemers naar migratie achtergrond

Ruim helft goederenexporteurs uit 2016 heeft lagere exportomzet in 2019

Van de ruim 107 duizend in Nederland gevestigde MKB-bedrijven die in 2016 goederen exporteerden, kromp bij 55,6 procent de exportomzet in de periode tot 2019. Bij 33,5 procent van de exporteurs was er juist sprake van groei. In 2019 waren er ruim 20 duizend exporteurs die in 2016 nog niet exporteerden. Dit blijkt uit vandaag verschenen cijfers van het CBS voor De Staat van het MKB.

Meeste goederenexporteurs in het kleinbedrijf

In 2019 exporteerden ruim 122 duizend MKB-bedrijven goederen. Van deze MKB-bedrijven behoorde 95,6 procent tot het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) en 4,4 procent tot het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

In de periode 2016 tot 2019 zag ongeveer de helft (49,3 procent) van het middenbedrijf zijn omzet uit goederenexport in 2019 groeien. Bij het kleinbedrijf was dit bij een derde (32,7 procent) van het aantal bedrijven het geval. Bij de meerderheid van het kleinbedrijf (56,2 procent) lag de omzet uit export in 2019 onder het niveau van 2016.

Twintig duizend nieuwe exporteurs

Van de bedrijven die in 2016 nog niet exporteerden, deden ruim 20 duizend dat in 2019 wel. De meeste “nieuwe” exporteurs waren actief in de handel (7040), specialistische zakelijke diensten (3345), industrie (1940) en informatie en communicatie (1690).

Meeste exporteurs actief in de handel

Van de exporterende MKB-bedrijven was het grootste deel, 39,3 procent, een handelsbedrijf. Van de handelsbedrijven die reeds in 2016 exporteerden, had 38 procent in 2019 een hogere exportomzet dan in 2016, bij 50,6 procent is de omzet uit export van goederen in deze periode gedaald.

Bekijk de cijfers op MKB-StatLine.

 

 

Toename MKB-werkgevers in periode 2016-2019

In het verslagjaar 2019 waren er bijna 363 duizend werkgevers binnen het midden- en kleinbedrijf (MKB; 0 tot 250 werkzame personen). Een groei van 6 procent in vergelijking met 2016. Van de MKB-werkgevers die in 2016 al personeel in dienst hadden, groeide bij 40 procent het personeelsbestand in de periode tot 2019. Bij 27 procent van deze MKB-werkgevers was er juist sprake van krimp. In 2019 waren er in totaal 43 duizend werkgevers met personeel die in 2016 nog geen personeel in dienst hadden. Dat meldt het CBS in de Staat van het MKB.

In de industrie was het percentage MKB-werkgevers met groei in de periode 2016-2019 relatief hoog. In totaal groeide bij 48 procent van deze werkgevers het personeelsbestand. Het grootste aantal MKB-werkgevers met groei waren actief in de metaalproducten- en voedingsmiddelenindustrie. Ook in de gezondheids- en welzijnszorg was het percentage MKB-werkgevers met een groeiend personeelbestand relatief hoog met 46 procent.

In de overige dienstverlening (zoals belangenverenigingen, reparatie van computers en consumentenartikelen en veel andere activiteiten in persoonlijke dienstverlening) is het percentage MKB-werkgevers met een groeiend personeelsbestand het laagst met 36 procent.

MKB-werkgevers met krimpend personeelsbestand

In de horeca is het percentage MKB-werkgevers met krimp in de periode 2016-2019 relatief hoog. In totaal kromp bij 33 procent van deze werkgevers het personeelsbestand. Binnen de horeca waren dit voornamelijk eet- en drinkgelegenheden. Ook in de cultuur, sport en recreatie was het percentage MKB-werkgevers met een krimpend personeelsbestand relatief hoog met 32 procent.

In de sector specialistische zakelijke diensten is het aantal MKB-werkgevers met een krimpend personeelsbestand relatief laag.

Bekijk hier de cijfers over Bedrijvendynamiek; werkgevers, bedrijfsgrootte en bedrijfstak

In bijna alle sectoren omzetdaling bij MKB-bedrijven

In het eerste kwartaal 2020 lieten in de meeste sectoren meer MKB-bedrijven een omzetstijging dan –daling zien ten opzichte van het kwartaal ervoor. Ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar daalde de omzet bij de meeste MKB-bedrijven. Dit meldt het CBS in vandaag gepubliceerde cijfers op de MKB-Statline.

Omzetdaling bij veel MKB-horecabedrijven

Bij meer dan 6 op de 10 bedrijven in de horeca daalde de omzet in het eerste kwartaal 2020. Het percentage bedrijven waarbij de omzet daalde, is hoger bij bedrijven met meer werkzame personen. De omzet daalde bij 61% van de horecabedrijven met 1 werkzaam persoon, bij 72% van de bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen, en bij 83% van de bedrijven van 10 tot 50 werkzame personen.

In de industrie, in de bouwnijverheid en in de informatie en communicatiesector was het percentage MKB-bedrijven met meer omzet dan het kwartaal ervoor, hoger dan het percentage bedrijven met een omzetdaling ten opzichte van het vorige kwartaal.

Bedrijven in de handelssector en vervoer en opslag laten een divers beeld zien. Het percentage kleinbedrijven in de handelssector (tot 50 werkzame personen) met een omzetstijging was hoger dan het percentage kleinbedrijven met een omzetdaling. Bij de middenbedrijven (100-250 werkzame personen) in deze sector was het beeld tegengesteld: het percentage bedrijven met een dalende omzet was hoger dan het percentage bedrijven met een stijgende omzet. In de vervoer en opslagsector was het beeld omgekeerd. Bij een relatief hoog percentage van de bedrijven tot 10 werkzame personen, daalde de omzet, bij bedrijven vanaf 10 werkzame personen steeg de omzet.

Omzetdaling ten opzichte van zelfde periode vorig jaar in bijna alle sectoren

In bijna alle sectoren lag het percentage MKB-bedrijven dat een omzetdaling liet zien in het eerste kwartaal 2020 hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral in de horeca en bij middenbedrijven in de bouwnijverheid (100-250 werkzame personen) lag het percentage bedrijven met een omzetdaling in het eerste kwartaal 2020 hoger dan het percentage bedrijven met een omzetdaling in het eerste kwartaal 2019.

Meer details over het percentage omzetstijgers en –dalers zijn beschikbaar op MKB-Statline. De cijfers zijn uit te splitsen naar sector en bedrijfsgrootte. De tabel wordt ieder kwartaal ge-update.

 

Het MKB verliest ruim een kwart aan openstaande vacatures

Aan het einde van het eerste kwartaal 2020 stonden er ruim 108 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Dat was op dat moment bijna de helft van het totaal aantal vacatures in Nederland. Het aantal openstaande vacatures daalde met 26 procent in vergelijking met een kwartaal eerder, toen stonden er nog ruim 146 duizend vacatures open in het MKB. Dit meldt het CBS in De Staat van het MKB.

Bij het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) stonden in het eerste kwartaal 2020 ruim 113 duizend vacatures open, bijna 16 procent minder dan een kwartaal eerder. In het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) nam het aantal openstaande vacatures met bijna 24 procent af tot ruim 37 duizend eind eerste kwartaal 2020. In het kleinbedrijf (minder dan 50 werkzame personen) stonden aan het einde van het eerste kwartaal 71 duizend vacatures open, waarvan 35 duizend bij de kleinste bedrijven (tot 10 werkzame personen). Het aantal vacatures bij deze microbedrijven daalde met 25 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 2019.

Meeste vacatures in de zakelijke dienstverlening

In het eerste kwartaal 2020 stond het grootste aantal vacatures in het MKB (bijna 24 duizend) open in de zakelijke dienstverlening. Gevolgd door handel met ruim 19 duizend openstaande vacatures. In de sector cultuur, recreatie en overige diensten stonden in het eerste kwartaal de minste MKB-vacatures open (ruim 4 duizend).

Sterkste daling in cultuur, recreatie en overige diensten

In cultuur, recreatie en overige diensten, de sector met de minste MKB-vacatures, daalde het aantal vacatures procentueel het sterkst. In vergelijking met het laatste kwartaal 2019 daalde het aantal openstaande vacatures in deze sector met ruim 39 procent. Ook het aantal MKB-vacatures in de handel daalde sterk met 30 procent naar ruim 19 duizend. Een kwartaal eerder stonden hier nog bijna 28 duizend MKB-vacatures open.

Het aantal vacatures in het MKB nam het minst af in de gezondheids- en welzijnszorg. Het aantal vacatures daalde hier met 15 procent naar ruim 9 duizend openstaande vacatures.

Bekijk hier de cijfers over vacatures in het MKB

ICT-incidenten en veiligheidsmaatregelen in het MKB

In 2018 kreeg 30 procent van de bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen te maken met een ICT-veiligheidsincident. ICT-veiligheidsincidenten zijn zowel onbedoelde incidenten als incidenten door een aanval van kwaadwillenden. 11 procent van de bedrijven binnen het MKB kreeg te maken met kosten door uitval van ICT-diensten. In vergelijking met eerdere jaren veranderde het aandeel bedrijven met een ICT incident nauwelijks. In 2019 namen MKB-bedrijven verschillende maatregelen om de ICT veiligheid te waarborgen.

Het aandeel bedrijven dat te maken kreeg met een ICT-veiligheidsincident in 2018 was hoger bij het middenbedrijf dan bij het micro- en kleinbedrijf. Bij meer dan de helft van het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) trad in 2018 een ICT-veiligheidsincident op. Voor het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen) lag dit percentage op 25 procent en voor het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) op 43 procent.

Ook de kosten door uitval van ICT-diensten werden relatief vaker geregistreerd bij het middenbedrijf (26 procent) dan bij het kleinbedrijf (19 procent) en het microbedrijf (9 procent).

Veiligheidsmaatregelen om cyberweerbaarheid te verhogen

Om de ICT-veiligheid te waarborgen, namen bedrijven binnen het MKB in 2019 verschillende ICT-veiligheidsmaatregelen. De veiligheidsmaatregelen antivirussoftware (89 procent) en updaten van software/besturingssystemen (81 procent) werden het meest toegepast door de MKB-bedrijven. De veiligheidsmaatregelen risicoanalyses (31 procent) en methodes voor beoordelen van ICT-veiligheid (31 procent) werden het minst toegepast door het MKB .

Voor alle ICT-veiligheidsmaatregelen geldt dat deze relatief meer werden toegepast naarmate de bedrijfsgrootte toeneemt. Zo bewaart 68 procent van het microbedrijf gegevens op een andere fysieke locatie. Voor het kleinbedrijf is dit 85 procent en voor het middenbedrijf 93 procent.

Bekijk de cijfers over ICT veiligheid op Statline.

Hoog aandeel omzetstijgers bij grote bedrijven in de detailhandel

De omzet van de detailhandel groeide in het vierde kwartaal 2019 met 3,9 procent vergeleken met hetzelfde kwartaal in 2018. Deze ontwikkeling was het resultaat van een grote variatie aan omzetontwikkelingen. Zo steeg in het vierde kwartaal de omzet bij de helft van de detailhandelsbedrijven, terwijl 48 procent in deze periode juist omzetverlies leed en bij 2 procent de omzet stabiel bleef. Dit blijkt uit onlangs op MKB Statline gepubliceerde cijfers over omzetstijgers en omzetdalers.

Bij de grootste detailhandelsbedrijven kwamen relatief de meeste omzetstijgers en minste omzetdalers voor. Winkels in consumentenelektronica waren in het vierde kwartaal koploper wat betreft het aandeel omzetstijgers. 54 procent van de winkels in consumentenelektronica gaf een omzet stijging aan. 44 procent van de winkels in de consumentenelektronica gaf een omzetdaling aan, het laagste percentage in vergelijking met andere deelbranches.

Voorbeeld van afbeelding

Minste omzetstijgers bij markthandelaren.

De markthandel kwam met 47 procent omzetstijgers en 51 procent omzetdalers het minst positief uit de bus. De markthandel was tevens de enige deelbranche in de detailhandel met meer omzetdalers dan omzetstijgers in het vierde kwartaal in 2019. In de overige deelbranches van de detailhandel varieerde het aandeel omzetstijgers van 50 tot 52 procent en het aandeel omzetdalers van 45 tot 48 procent.

Forse verschillen tussen groot en klein bedrijven

Er waren in het vierde kwartaal forse verschillen tussen de verschillende grootteklassen in de detailhandel. Bij 50 procent van de kleinere bedrijven (tot 10 werkzame personen) steeg de omzet en bij 48 procent daalde de omzet. Bij de bedrijven met meer dan 250 werkzame personen steeg de omzet bij 67 procent van de bedrijven en bij 27 procent daalde de omzet.

Voorbeeld van afbeelding

Bekijk de cijfers over omzetstijgers en -dalers (ook van andere sectoren) op MKB StatLine.