Omzet horeca hoger dan voor corona

Van 19 tot en met 24 september is het ‘Week van de horeca’. Tijdens deze week besteedt de redactie van de Staat van het mkb extra aandacht aan de horeca. Horecaondernemers kregen tijdens de coronacrisis te maken het beperkende maatregelen, waarbij zij regelmatig te deuren van hun bedrijf moesten sluiten. In dit artikel wordt teruggeblikt op deze periode en vooruitgekeken naar de nabije toekomst. Hoe ontwikkelde de omzet zich? En durfden ondernemers het nog aan om een nieuwe horecazaak te starten of hebben juist meer bedrijven de deuren gesloten?

In het tweede kwartaal van 2022 was de omzet van de horeca 85 procent hoger dan een jaar eerder. Toen waren er verschillende coronamaatregelen van toepassingen, maar begin 2022 werden deze opgeheven. Maar ook ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019, voorafgaand aan de coronacrisis, zette de horeca meer om. De stijging was bijna 19 procent.

Hotels behalen de hoogste omzetstijging

In veel branches binnen de horeca steeg de omzet sterk. Vooral hotels en cafés kenden een grote omzetstijging. Hotels zetten in het tweede kwartaal van 2022 wel 173 procent meer om dan een jaar eerder. Ook voor cafés is de omzet meer dan verdubbeld. De stijging ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2019 was voor hotels 6 procent en voor cafés 19 procent. Fastfoodrestaurants lieten met 5,8 procent een relatief lage omzetstijging zien ten opzichte van het tweede kwartaal van 2020. De omzetstijgingen zijn niet gecorrigeerd voor prijsstijgingen.

Record aantal opheffingen van horecabedrijven

Begin 2022 waren er ruim 68 duizend horecabedrijven die onder de definitie van het midden- en klein bedrijf vallen. Dit is het hoogste aantal sinds het begin van de meting in 2007. Maar liefst 63 procent van deze bedrijven bestond langer dan 5 jaar.

In het eerste halfjaar van 2022 werden 2,7 duizend horecabedrijven opgeheven. Dit is 34 procent meer dan in het eerste half jaar van 2021. Vooral in het eerste kwartaal van 2022 waren er fors meer opheffingen dan in eerdere eerste kwartalen. Per 1 april 2022 vervielen de steunmaatregelen in het kader van corona waar horecabedrijven sinds oktober 2020 gebruik van konden maken. Het merendeel van de opheffingen betrof een eet- en drinkgelegenheid. De overige 10 procent was een hotel of vakantiepark.

 

Bronnen
CBS-artikelen

Omzet horeca in tweede kwartaal 2022 hoger dan voor corona (cbs.nl)

Sterk wisselend sentiment binnen de horeca (staatvanhetmkb.nl)

Statline tabellen

Horeca; omzetontwikkeling, index 2015=100 (cbs.nl)

StatLine – Bedrijven; bedrijfstak, grootteklasse, leeftijd (cbs.nl)

StatLine – Bedrijven; opheffingen, bedrijfsgrootte, rechtsvorm, bedrijfstak (cbs.nl)

Sterk wisselend sentiment binnen de horeca

Van 19 tot en met 24 september is het ‘Week van de horeca’. Tijdens deze week besteedt de redactie van de Staat van het mkb extra aandacht aan de horeca. Horecaondernemers kregen tijdens de coronacrisis te maken met beperkende maatregelen, waarbij zij regelmatig te deuren van hun bedrijf moesten sluiten. In dit artikel wordt teruggeblikt op deze periode en vooruitgekeken naar de nabije toekomst. Hoe ontwikkelde het ondernemersvertrouwen zich? En wat zijn de gevolgen van de prijsstijgingen en het personeelstekort?

Bijna alle horecabedrijven zijn een mkb-onderneming en in 2019 waren zij verantwoordelijk voor 80 procent van de totale horecaomzet. Aan het begin van derde kwartaal 2022 was het ondernemersvertrouwen binnen de horeca voor het tweede kwartaal op rij positief. Wel lag het vertrouwen een stuk lager dan een kwartaal eerder. Dit komt doordat horecaondernemers per saldo negatief gestemd zijn over de omzetverwachtingen voor het lopende kwartaal. De andere indicatoren waaruit het ondernemersvertrouwen in de horeca is opgebouwd, het economische klimaat en de omzet in het afgelopen kwartaal, waren positief.

Ondernemersvertrouwen in horeca hangt sterk samen met de coronamaatregelen

Het ondernemersvertrouwen binnen de horeca laat sinds de coronapandemie grote schommelingen zien, die sterk samenhangen met de dan of eerder geldende coronamaatregelen. Zo daalde het ondernemersvertrouwen aan het begin van het tweede kwartaal 2020, ten tijde van de eerste overheidsmaatregelen, ongekend hard tot het laagste niveau ooit gemeten in de COEN. In de daarop volgende kwartalen was de horeca steevast de bedrijfstak met het laagst scorende ondernemersvertrouwen. Met de opheffing van de overheidsmaatregelen steeg het ondernemersvertrouwen in de horeca naar 39,8 in het derde kwartaal van 2021. De horecaondernemers waren toen juist het meest positief gestemd van alle bedrijfstakken. Wegens de aangekondigde landelijke lockdown in december 2021 sloeg de positiviteit in de horeca begin 2022 volledig om naar pessimisme. Om het volgende kwartaal, met het versoepelen van de overheidsmaatregelen, te eindigen op bijna 41, de hoogste waarde ooit.

Ongekende prijsstijgingen in de horeca

Vanaf eind 2021/begin 2022 kregen horecaondernemers te maken met sterke prijsstijgingen. Zo stegen aan het begin van het derde kwartaal 2022 de prijzen van voedingsmiddelen met 13 procent ongekend hard ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Per saldo verwacht bijna 35 procent van de horecaondernemers dat de prijzen in het lopende kwartaal verder zullen toenemen. Wel geeft een groot gedeelte van de horecaondernemers begin derde kwartaal 2022 aan dat zij de kostenstijgingen als gevolg van onder andere prijsstijgingen deels kunnen doorberekenen. Een kleine groep ondernemers (2 procent) kan de volledige stijging doorberekenen aan de klant. Ongeveer 7 procent kan de stijging helemaal niet doorberekenen.

Horecaondernemers blijvend belemmerd door personeelstekort

Aan het begin van het derde kwartaal 2022 zag per saldo een kwart van de horecaondernemers hun personeelsbestand de afgelopen drie maanden toenemen. Dit percentage was niet eerder sinds de coronacrisis zo hoog. Toch gaf een recordpercentage van ruim 43 procent van de horecaondernemers aan tijdens de bedrijfsvoering vooral belemmerd te worden door personeelstekort. Dit percentage ligt sinds het derde kwartaal van 2021 een stuk hoger dan tijdens de eerdere kwartalen gedurende de coronapandemie. In het derde kwartaal van 2021 gaf 31 procent van de horecaondernemers aan belemmerd te worden door personeelstekort, een jaar eerder was dit nog slechts 6 procent.

Aan het begin van het derde kwartaal noemden horecaondernemers de verhoogde werkdruk als belangrijkst gevolg van de groeiende personeelstekorten. Daarnaast hadden horecaondernemers in vergelijking met andere bedrijfstakken relatief vaak te maken met gestegen arbeidskosten ten gevolge van het personeelstekort. Een kleine groep horecaondernemers (ruim 13 procent) kon door de groeiende personeelstekorten minder geschikt personeel aannemen.

Bronnen
CBS-artikelen

Ondernemers zien werkdruk toenemen als gevolg van personeelstekort.

Ondernemersvertrouwen daalt in derde kwartaal.

Statline tabellen

Consumentenprijzen; prijsindex 2015=100

Ondernemersvertrouwen; bedrijfstakken (SBI 2008)

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, bedrijfstakken

Conjunctuurenquête Nederland; kwartaal, SBI 2008, seizoengecorrigeerd

Opnieuw recordaantal startende ondernemers in 2021

Het aantal startende ondernemers neemt vanaf 2013 jaar op jaar toe. Opnieuw startte in 2021 een recordaantal ondernemers. Het aandeel vrouwelijke startende ondernemers bleef jaar op jaar ongeveer gelijk. In 2021 was twee op de drie van de startende ondernemers een man. De handel telde de meeste startende ondernemers in 2021. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb.

In 2021 startten maar liefst 226 duizend ondernemers* in Nederland een eigen onderneming. In vergelijking met de voorliggende jaren opnieuw een recordaantal. In het voorgaande jaar stond het record nog op 199 duizend starters, dat is nu met 14 procent overstegen.

Meeste startende ondernemers in de handel

In 2021 telde de bedrijfstak handel de meeste startende ondernemers, namelijk ruim 44 duizend. Ook in de specialistische zakelijke diensten (bijna 41 duizend) en de bouwnijverheid (ruim 24 duizend) startten relatief veel ondernemers een onderneming. De specialistische zakelijke diensten, handel en bouwnijverheid zijn begin 2021 achtereenvolgens de grootste bedrijfstakken in Nederland.

De verhuur en handel van onroerend goed telde in 2021 de minste startende ondernemers (meer dan 2 duizend). Deze bedrijfstak is een relatief kleine bedrijfstak en telde begin 2021 bijna 39 duizend bedrijven. Hierbij zijn de bedrijfstakken waterbedrijven en afvalbeheer, delfstoffenwinning, energievoorziening en openbaar bestuur en overheidsdiensten niet meegenomen. Deze bedrijfstakken hadden bijna geen startende ondernemers in 2021.

2 op de 3 startende ondernemers is een man

De verdeling man en vrouw laat al jaren ongeveer hetzelfde beeld zien: 2 op de 3 ondernemers is een man. Ook in 2021 was meer dan de helft (62 procent) van alle startende ondernemers een man. Het overige gedeelte (38 procent) was een vrouw. In absolute aantallen waren dat ruim 86 duizend vrouwelijke ondernemers en meer dan 140 duizend mannelijke ondernemers in 2021.

De verhouding man en vrouw is per bedrijfstak verschillend. Zo zijn bijna alle startende ondernemers in de bouwnijverheid een man. Ook in de vervoer en opslag bestaat het overgrote gedeelte van de startende ondernemers uit mannen. Daarentegen is het merendeel van de startende ondernemers in de bedrijfstakken overige dienstverlening (80 procent) en gezonds- en welzijnszorg (73 procent) een vrouw. In de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie is de verdeling man en vrouw het meest evenredig: 53 procent is man en 47 procent is vrouw.

Merendeel van de startende ondernemers is jonger dan 45 jaar

Maar liefst 76 procent van de startende ondernemers in 2021 is jonger dan 45 jaar. Het hoogste aantal ondernemers (40 procent van het totaal aantal ondernemers in 2021) valt in de leeftijdscategorie 0 tot 30 jaar gevolgd door de leeftijdscategorie 30 tot 45 jaar. Slechts 2 procent van de ondernemers in 2021 is ouder dan 65 jaar. Dit betekent dat er in 2021 ruim 5 duizend ondernemers ouder dan 65 jaar een eigen onderneming opzette. De verdeling startende ondernemers naar leeftijd ziet er al jaren ongeveer hetzelfde uit.

*Cijfers over 2021 zijn voorlopig

Bron: Startende ondernemers; persoonskenmerken, bedrijfstakken

Economisch beeld mkb derde kwartaal 2022 verslechterd

Het economisch beeld van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is in het derde kwartaal van dit jaar in vergelijking met het tweede kwartaal iets verslechterd. In het tweede kwartaal lieten nog negen van de twaalf  conjunctuurindicatoren een verbetering zien, ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het huidige kwartaal waren dit er nog drie. Nagenoeg alle indicatoren lagen boven hun langjarige trend, enkel de indicatoren voor consumptie en economische ontwikkeling zakten onder de langjarige trend. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de MKB-conjunctuurklok.

De mkb-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het  mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het mkb worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Helft van de stemmingsindicatoren verslechterd

In het begin van het derde kwartaal dit jaar verslechterden de helft van de mkb-stemmingsindicatoren. De stemming verslechterde vooral over de consumptie ontwikkeling en de economische activiteiten van hun onderneming. In mindere mate daalde ook het ondernemersvertrouwen. De stemmingsindicatoren over het financiële vertrouwen, de vacatures en de export ontwikkeling bleven gelijk.

Helft indicatoren mkb-conjunctuurklok zijn verslechterd

In het huidige kwartaal zijn drie van de zes reële conjunctuurindicatoren verslechterd. De stemming verslechterde met name over de binnenlandse aankopen van de duurzame goederen. Ook de indicatoren over mkb-omzet en mkb-faillissementen verslechterde in mindere mate. Het volume van de binnenlandse consumptie, mkb-vacatures en de BBP verbeterden in het derde kwartaal van 2022. Ook in het voorgaande kwartaal lieten deze indicatoren een verbetering zien. Alle indicatoren lagen boven de langjarige trend.

Mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon. De update voor het vierde kwartaal van 2022 wordt begin december 2022 verwacht.

Bekijk het Conjunctuurdashboard

Meer opheffingen en minder oprichtingen onder mkb-bedrijven in het tweede kwartaal van 2022

In het tweede kwartaal van 2022 werden 60 duizend mkb-bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, met 58 duizend oprichtingen, afgenomen. Het aantal opheffingen nam ten opzichte van het tweede kwartaal 2021 toe met 45 procent tot ruim 30 duizend. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb*.

  • Zowel oprichtingen (ruim 55 duizend) als de opheffingen (25 duizend) in het tweede kwartaal van 2022 betroffen voornamelijk bedrijven met                  1 werkzame persoon.
  • In de bedrijfsgroottes 2 tot 10 werkzame personen waren er in het tweede kwartaal minder oprichtingen (4 duizend) dan opheffingen (5 duizend) in het mkb.
  • De meeste oprichtingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak specialistische zakelijke dienstverlening (bijna 11 duizend). Dit een afname van 7 procent ten opzichte van een jaar eerder.
  • De meeste opheffingen in het mkb betroffen bedrijven in de bedrijfstak handel (bijna 6 duizend). Dit zijn 51 procent meer opheffingen dan een jaar eerder.

*op basis van voorlopige cijfers

Bekijk hier de cijfers over de oprichtingen en opheffingen in het mkb.

 

Faillissementen licht toegenomen in tweede kwartaal 2022

In het tweede kwartaal van 2022 werden 389 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen de business economy. Daarmee is het aantal faillissementen licht gestegen (+5 procent) ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, het aantal faillissementen lag toen met 371 historisch laag voor een tweede kwartaal. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

  • De meeste faillissementen vonden plaats binnen de handel en de bouwnijverheid. Deze branches waren samen goed voor bijna de helft van het totaal aantal faillissementen.
  • Meer dan de helft van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met één werkzame persoon. 34 procent betrof een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen.
  • Er waren 1885 werkzame personen betrokken bij een faillissement in het tweede kwartaal van 2022. Daarmee zijn er een kwart meer werkzame personen betrokken bij een faillissement dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze toename is sterker dan de stijging van het aantal faillissementen, waardoor er relatief meer personen betrokken waren bij een faillissement dan vorig jaar. Toen waren er nog gemiddeld vier personen betrokken bij één faillissement, in het tweede kwartaal van 2022 waren dat er vijf.
  • Hoewel er binnen de industrie relatief weinig faillissementen vielen waren hier betrekkelijk veel werkzame personen bij betrokken, namelijk 449 werkzame personen. Dat is een toename van ruim driekwart ten opzichte van een jaar eerder en bijna een kwart van het totale aantal werkzame personen betrokken bij een faillissement. Daarmee zijn er gemiddeld 12 werkzame personen betrokken bij één faillissement van een industriebedrijf.

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

Nederland een exportland: mkb-uitvoer van goederen in 2020

Dat Nederland sterk gericht is op de internationale handel blijkt onder andere uit de exportcijfers. Vanaf 2015 tot 2019 nam de exportwaarde van goederen jaar op jaar toe. Met een exportwaarde van ruim 515 miljard euro behaalde Nederland in 2019 een exportrecord.* In 2020 kregen exporteurs echter te maken met handelsbeperkende maatregelen om de verspreiding van corona tegen te gaan. In deze periode schaalden ook buitenlandse afnemers sterk af of gingen in lockdown. Hierdoor zakte de exportwaarde van goederen tot bijna 483 miljard euro. Het huidige onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) op de Staat van het mkb (svhmkb) geeft een beeld van de goederenuitvoer en –exporteurs binnen het mkb in dit atypische jaar.

In 2020 exporteerden ruim 112 duizend Nederlandse bedrijven goederen vanuit Nederland naar het buitenland. Dit is zes procent minder dan een jaar eerder, toen waren er bijna 120 duizend exporteurs. De Nederlandse exporteurs waren in 2020 goed voor ongeveer 70 procent van de exportwaarde van goederen uit Nederland, dat is ongeveer 344 miljard euro. Daarmee daalde de uitvoerwaarde met vier procent ten opzichte van 2019.

Het overige gedeelte van de exportwaarde van goederen uit Nederland betrof die van buitenlandse bedrijven die via Nederland goederen doorvoerden naar andere landen. Die exportwaarde daalde tijdens het eerste coronajaar harder dan de goederenexport van Nederlandse bedrijven, waardoor de totale exportwaarde van goederen uit Nederland met meer dan zes procent daalde.

Grootste daling exportwaarde bij grootbedrijf

Het gros van de Nederlandse goederenexporteurs in 2020 betrof het midden- en kleinbedrijf (mkb). Deze bedrijven zorgden dan ook voor de daling van het totaalaantal goederexporteurs in 2020; het aantal grootbedrijven (250 of meer werkzame personen) dat goederen exporteerde nam juist licht toe ten opzichte van 2019. Ondanks deze toename zag het grootbedrijf de uitvoerwaarde van goederen dalen met bijna 8 miljard euro (-6 procent). De goederenexportwaarde van het mkb daalde met drie procent minder hard en bedroeg ruim 216 miljard euro in 2020. Dat is 63 procent van de totale uitvoer door Nederlandse bedrijven. In 2020 golden er diverse handelsbeperkende maatregelen in het kader van corona en de Brexit.

Binnen mkb vooral middenbedrijf getroffen door handelsbeperkingen

Met slechts 5 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) goed voor meer dan de helft van de goederenuitvoerwaarde van het mkb in 2020. Wel drukte de handelsbeperkte maatregelen de exportwaarde van het middenbedrijf; deze daalde met ruim 9 miljard euro ten opzichte van 2019, een daling van 8 procent. Zowel het microbedrijf (tot 10 werkzame personen) als het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) zag de uitvoer juist met drie procent toenemen tijdens het eerste coronajaar. Van de mkb-bedrijven die goederen exporteerde in 2020 was 80 procent een microbedrijf en 15 procent een kleinbedrijf.

Duitsland grootste afnemer van Nederlandse mkb

Van de totale uitvoer door Nederlandse mkb-bedrijven in 2020 werd bijna 23 procent geëxporteerd naar Duitsland. Hiermee was Duitsland de grootste buitenlandse afnemer van het Nederlandse mkb. Ook België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten waren respectievelijk grote afnemers; zij maakten samen bijna 30 procent van de mkb-goederenexport uit.

In het jaar voorafgaand aan de coronapandemie steeg de export door mkb-bedrijven naar de meeste landen licht. Deze toename sloeg in 2020 voor veel exportbestemmingen volledig om. Mede door de effecten van de Brexit nam de goederenexport door mkb-bedrijven naar het Verenigd Koninkrijk in 2020 het sterkst af met ruim twee miljard euro, een daling van 12 procent. Ook de goederenexport naar Duitsland nam met één miljard euro fors af (-2 procent) ten opzichte van 2019. De uitvoer door mkb-bedrijven naar België en Verenigde Staten nam juist licht toe.

Starters exporteren vooral naar Duitsland en België

In 2020 waren er ruim 21 duizend goederenexportstarters binnen het mkb, een afname ten opzichte van 2019. Toen waren er ruim 26 duizend mkb-starters op de goederenexportmarkt, een recordaantal in vergelijking met eerdere jaren. Exportstarters zijn bedrijven die in een bepaald jaar wel exporteerden, maar in de voorgaande twee jaren nog niet.

Vooral veel mkb-exporteurs in de handel

42 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was actief in de bedrijfstak handel, veruit het meest van alle bedrijfstakken. Het merendeel hiervan was een groothandelaar. De mkb-handelaren waren goed voor een uitvoerwaarde van 119 miljard, dat is 55 procent van de totale exporthandel van Nederlandse bedrijven. Ook binnen de industrie en specialistische zakelijke dienstverlening exporteerden relatief veel mkb-bedrijven goederen.

*Cijfers zijn bekend vanaf 2012, betreft cijfers over goederen.

Bekijk hier de cijfers over de internationale handel van het mkb.

Lees meer over internationale handel:

Zelfstandig mkb vooral indirect van belang voor export

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2021

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2020

Economisch beeld mkb in het tweede kwartaal 2022 verbeterd

Het economisch beeld van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is aan het begin van het tweede kwartaal van 2022 verbeterd. Acht van de twaalf conjunctuurindicatoren lieten een verbetering zien ten opzichte van een kwartaal eerder. In het eerste kwartaal 2022 presteerden slechts vijf indicatoren beter dan een kwartaal eerder, al lagen wel nagenoeg alle indicatoren boven hun langjarige trend. In het tweede kwartaal zakte de indicator voor consumptie verder onder de langjarige trend. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de MKB-conjunctuurklok.

De MKB-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het midden- en kleinbedrijf (mkb) worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Helft van stemmingsindicatoren verslechterd

Begin tweede kwartaal van 2022 verslechterden drie van de zes stemmingsindicatoren. De stemming verslechterde met name over de consumptie en economische ontwikkeling. In mindere mate daalde ook de stemmingsindicator over het financiële vertrouwen in het tweede kwartaal 2022. Het ondernemersvertrouwen en de vacatures verbeterden juist, terwijl deze stemmingsindicatoren in het voorgaande kwartaal nog een verslechtering lieten zien. De stemmingsindicator over exportontwikkeling bleef gelijk.

Alle reële indicatoren verbeterd

De indicatoren over duurzame goederen, mkb-faillissementen en mkb-vacatures verbeterden in het tweede kwartaal van 2022, terwijl deze indicatoren een kwartaal eerder nog verslechterden. Ook de overige reële indicatoren presteerden beter dan in het eerste kwartaal van 2022. Alle indicatoren lagen boven de langjarige trend.

Mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

Bekijk het Conjunctuurdashboard.

Comité adviseert om dienstverlening aan mkb te versterken

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap adviseert om de (semi)publieke dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf te versterken. De grote transities op het terrein van verduurzaming, digitalisering en arbeidsmarkt maken dat het niet alleen belangrijk maar ook urgent is om vooral het “brede” mkb beter te ondersteunen met informatie en advies. Dit schrijft het Comité in het advies Dienstbare dienstverlening aan minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat.

 

Het Comité constateert dat het landschap van private en publieke dienstverlening in de afgelopen jaren sterk is veranderd. In dit stelsel – privaat en publiek, landelijk, regionaal en lokaal – gaat veel goed, maar er is zeker ook ruimte voor verbetering, blijkt uit onderzoek van het bureau KplusV.

 

Volgens het Comité moet de (semi)publieke dienstverlening meer dienstbaar worden aan de behoeften van ondernemers. Meer focus op – de verschillende segmenten binnen – het zogenaamde “peloton”, extra aandacht voor de grote transities. Informatie moet breed beschikbaar zijn, maar er is ook meer persoonlijk advies nodig.

 

Het Comité adviseert de minister om te komen tot een ontwikkelagenda. Er is behoefte aan landelijke afspraken op hoofdlijnen, waarbij ook provincies, gemeenten, brancheorganisaties en andere private partijen worden betrokken. Voor transitiethema’s (digitalisering, verduurzaming en arbeidsmarkt) is een specifieke aanpak nodig. Om het stelsel te versterken stelt het Comité bovendien voor om de kwaliteit vanuit het perspectief van de gebruikers systematisch te meten en een ambitie te formuleren voor het verzamelen en delen van data.

 

Minister Adriaansens heeft het advies aangeboden aan de Tweede Kamer. De inhoudelijke reactie zal na de zomer aan de Tweede Kamer worden gestuurd. Op korte termijn wordt een bestuurlijke bijeenkomst met KvK, RVO en ROM’s georganiseerd om het gecreëerde momentum en positieve energie bij de stakeholders te behouden.

 

Meer informatie:

Paul van Dijk (p.c.h.vandijk@minezk.nl, 06 – 15 47 68 52)

 

Nederlands Comité voor Ondernemerschap

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap zet zich in voor duurzame groei van het mkb en formuleerde daartoe 10 concrete maatregelen voor herstel en groei van het mkb. Het Comité is in 2007 opgericht door het ministerie van EZK, in het begin ter bevordering van microkredieten, later om zich, meer in den brede, in te zetten voor duurzame groei van het mkb. Leden zijn, naast voorzitter Jacques van den Broek, Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Meiny Prins en Diederik Laman Trip. Het Comité publiceert sinds 2016 jaarlijks een Staat van het mkb en bracht adviezen uit over mogelijkheden voor herstel en groei van het mkb tijdens en na de coronacrisis. Het Comité ondersteunt initiatieven als Qredits, Stichting MKB-Financiering, NLgroeit en O2LAB.

 

Investeringen in mkb groeien in 2020

In 2020 investeerde het totale bedrijfsleven* ruim 62,7 miljard euro in materiële vaste activa. Dat is 4 procent minder dan een jaar eerder. De daling valt toe te schrijven aan het grootbedrijf, dat ruim 13 procent minder investeerde. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) investeerde juist meer dan in 2019 en was met 35,6 miljard euro goed voor meer dan de helft van de investeringen in 2020. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek  op de Staat van het mkb.

De investeringen van het mkb namen met 4 procent toe ten opzichte van 2019, toen werd er 34,2 miljard euro geïnvesteerd. Dit was het vierde jaar op rij waarin de mkb-investeringen toenamen. Het grootbedrijf kampte voor het eerst sinds 2016 met dalende investeringen. In 2019 investeerde het grootbedrijf nog bijna een kwart meer dan een jaar eerder.

Mkb investeert het meest in bedrijfsgebouwen

Het mkb investeerde in 2020 vooral meer in bedrijfsgebouwen. Deze investeringen namen met 1,8 miljard toe (+15 procent) en maakten in 2020 bijna 40 procent van de totale mkb-investeringen uit. Ook in machines en installaties en computers en randapparatuur investeerde het mkb meer dan in 2019. De investeringen in vervoermiddelen daalden daarentegen flink en maakten in 2020 ongeveer 20 procent uit van de totale mkb-investeringen. Een jaar eerder was dit nog ruim een kwart.

Mkb investeert meer dan grootbedrijf
In 2020 was het mkb goed voor 57 procent van de totale investeringen in materiële activa. Dit is meer dan een jaar eerder, toen lag dit percentage nog op 52 procent. In 2013 investeerde het grootbedrijf voor het laatst meer dan het mkb.

In bijna alle investeringsgroepen werd in 2020 meer geïnvesteerd door het mkb dan het grootbedrijf. Met name in bedrijfsgebouwen investeerde het mkb fors meer, namelijk 8,8 miljard euro meer dan in het grootbedrijf. Hiermee deed het mkb bijna driekwart van de totale investeringen in bedrijfsgebouwen. Voor grond-, water- en wegenbouwkundige werken waren de investeringen van het grootbedrijf juist hoger en lagen met 5,3 miljard euro bijna 7 keer hoger dan de mkb-investeringen. Een kwart van de totale investeringen van het grootbedrijf waren in computers en randapparatuur, dit was met 6,8 miljard euro de grootste investering van het grootbedrijf. Het mkb investeerde met 7,2 miljard euro wel meer.

Het kleinbedrijf was goed voor 48 procent van de totale mkb investeringen

In 2020 werd 52 procent van de mkb-investeringen gedaan door het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen), voor het kleinbedrijf (0 tot 50 werkzame personen) was dit 48 procent. Het middenbedrijf investeerde het meest in bedrijfsgebouwen, gevolgd door vervoermiddelen. Het kleinbedrijf deed vooral investeringen in bedrijfsgebouwen en computers en randapparatuur.

Bekijk de cijfers over investeringen op MKB-StatLine

*(excl. financiële instellingen, agrarische sector, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie.)