Faillissementen licht toegenomen in tweede kwartaal 2022

In het tweede kwartaal van 2022 werden 389 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen de business economy. Daarmee is het aantal faillissementen licht gestegen (+5 procent) ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, het aantal faillissementen lag toen met 371 historisch laag voor een tweede kwartaal. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

  • De meeste faillissementen vonden plaats binnen de handel en de bouwnijverheid. Deze branches waren samen goed voor bijna de helft van het totaal aantal faillissementen.
  • Meer dan de helft van de faillissementen in het tweede kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met één werkzame persoon. 34 procent betrof een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen.
  • Er waren 1885 werkzame personen betrokken bij een faillissement in het tweede kwartaal van 2022. Daarmee zijn er een kwart meer werkzame personen betrokken bij een faillissement dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze toename is sterker dan de stijging van het aantal faillissementen, waardoor er relatief meer personen betrokken waren bij een faillissement dan vorig jaar. Toen waren er nog gemiddeld vier personen betrokken bij één faillissement, in het tweede kwartaal van 2022 waren dat er vijf.
  • Hoewel er binnen de industrie relatief weinig faillissementen vielen waren hier betrekkelijk veel werkzame personen bij betrokken, namelijk 449 werkzame personen. Dat is een toename van ruim driekwart ten opzichte van een jaar eerder en bijna een kwart van het totale aantal werkzame personen betrokken bij een faillissement. Daarmee zijn er gemiddeld 12 werkzame personen betrokken bij één faillissement van een industriebedrijf.

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

Nederland een exportland: mkb-uitvoer van goederen in 2020

Dat Nederland sterk gericht is op de internationale handel blijkt onder andere uit de exportcijfers. Vanaf 2015 tot 2019 nam de exportwaarde van goederen jaar op jaar toe. Met een exportwaarde van ruim 515 miljard euro behaalde Nederland in 2019 een exportrecord.* In 2020 kregen exporteurs echter te maken met handelsbeperkende maatregelen om de verspreiding van corona tegen te gaan. In deze periode schaalden ook buitenlandse afnemers sterk af of gingen in lockdown. Hierdoor zakte de exportwaarde van goederen tot bijna 483 miljard euro. Het huidige onderzoek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) op de Staat van het mkb (svhmkb) geeft een beeld van de goederenuitvoer en –exporteurs binnen het mkb in dit atypische jaar.

In 2020 exporteerden ruim 112 duizend Nederlandse bedrijven goederen vanuit Nederland naar het buitenland. Dit is zes procent minder dan een jaar eerder, toen waren er bijna 120 duizend exporteurs. De Nederlandse exporteurs waren in 2020 goed voor ongeveer 70 procent van de exportwaarde van goederen uit Nederland, dat is ongeveer 344 miljard euro. Daarmee daalde de uitvoerwaarde met vier procent ten opzichte van 2019.

Het overige gedeelte van de exportwaarde van goederen uit Nederland betrof die van buitenlandse bedrijven die via Nederland goederen doorvoerden naar andere landen. Die exportwaarde daalde tijdens het eerste coronajaar harder dan de goederenexport van Nederlandse bedrijven, waardoor de totale exportwaarde van goederen uit Nederland met meer dan zes procent daalde.

Grootste daling exportwaarde bij grootbedrijf

Het gros van de Nederlandse goederenexporteurs in 2020 betrof het midden- en kleinbedrijf (mkb). Deze bedrijven zorgden dan ook voor de daling van het totaalaantal goederexporteurs in 2020; het aantal grootbedrijven (250 of meer werkzame personen) dat goederen exporteerde nam juist licht toe ten opzichte van 2019. Ondanks deze toename zag het grootbedrijf de uitvoerwaarde van goederen dalen met bijna 8 miljard euro (-6 procent). De goederenexportwaarde van het mkb daalde met drie procent minder hard en bedroeg ruim 216 miljard euro in 2020. Dat is 63 procent van de totale uitvoer door Nederlandse bedrijven. In 2020 golden er diverse handelsbeperkende maatregelen in het kader van corona en de Brexit.

Binnen mkb vooral middenbedrijf getroffen door handelsbeperkingen

Met slechts 5 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen) goed voor meer dan de helft van de goederenuitvoerwaarde van het mkb in 2020. Wel drukte de handelsbeperkte maatregelen de exportwaarde van het middenbedrijf; deze daalde met ruim 9 miljard euro ten opzichte van 2019, een daling van 8 procent. Zowel het microbedrijf (tot 10 werkzame personen) als het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) zag de uitvoer juist met drie procent toenemen tijdens het eerste coronajaar. Van de mkb-bedrijven die goederen exporteerde in 2020 was 80 procent een microbedrijf en 15 procent een kleinbedrijf.

Duitsland grootste afnemer van Nederlandse mkb

Van de totale uitvoer door Nederlandse mkb-bedrijven in 2020 werd bijna 23 procent geëxporteerd naar Duitsland. Hiermee was Duitsland de grootste buitenlandse afnemer van het Nederlandse mkb. Ook België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten waren respectievelijk grote afnemers; zij maakten samen bijna 30 procent van de mkb-goederenexport uit.

In het jaar voorafgaand aan de coronapandemie steeg de export door mkb-bedrijven naar de meeste landen licht. Deze toename sloeg in 2020 voor veel exportbestemmingen volledig om. Mede door de effecten van de Brexit nam de goederenexport door mkb-bedrijven naar het Verenigd Koninkrijk in 2020 het sterkst af met ruim twee miljard euro, een daling van 12 procent. Ook de goederenexport naar Duitsland nam met één miljard euro fors af (-2 procent) ten opzichte van 2019. De uitvoer door mkb-bedrijven naar België en Verenigde Staten nam juist licht toe.

Starters exporteren vooral naar Duitsland en België

In 2020 waren er ruim 21 duizend goederenexportstarters binnen het mkb, een afname ten opzichte van 2019. Toen waren er ruim 26 duizend mkb-starters op de goederenexportmarkt, een recordaantal in vergelijking met eerdere jaren. Exportstarters zijn bedrijven die in een bepaald jaar wel exporteerden, maar in de voorgaande twee jaren nog niet.

Vooral veel mkb-exporteurs in de handel

42 procent van het totale aantal mkb-goederenexporteurs was actief in de bedrijfstak handel, veruit het meest van alle bedrijfstakken. Het merendeel hiervan was een groothandelaar. De mkb-handelaren waren goed voor een uitvoerwaarde van 119 miljard, dat is 55 procent van de totale exporthandel van Nederlandse bedrijven. Ook binnen de industrie en specialistische zakelijke dienstverlening exporteerden relatief veel mkb-bedrijven goederen.

*Cijfers zijn bekend vanaf 2012, betreft cijfers over goederen.

Bekijk hier de cijfers over de internationale handel van het mkb.

Lees meer over internationale handel:

Zelfstandig mkb vooral indirect van belang voor export

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2021

Internationaliseringsmonitor: Nederland handelsland 2020

Economisch beeld mkb in het tweede kwartaal 2022 verbeterd

Het economisch beeld van het midden- en kleinbedrijf (mkb) is aan het begin van het tweede kwartaal van 2022 verbeterd. Acht van de twaalf conjunctuurindicatoren lieten een verbetering zien ten opzichte van een kwartaal eerder. In het eerste kwartaal 2022 presteerden slechts vijf indicatoren beter dan een kwartaal eerder, al lagen wel nagenoeg alle indicatoren boven hun langjarige trend. In het tweede kwartaal zakte de indicator voor consumptie verder onder de langjarige trend. Dat meldt het CBS op de Staat van het mkb op basis van de nieuwste stand van de MKB-conjunctuurklok.

De MKB-conjunctuurklok toont de stand en het verloop van de conjunctuur voor het mkb. De twaalf conjunctuurindicatoren van het midden- en kleinbedrijf (mkb) worden onderverdeeld in zes stemmingsindicatoren (gemeten bij de mkb-ondernemers) en zes reële economische indicatoren. Stemmingsindicatoren zijn bijvoorbeeld het financieel vertrouwen en het ondernemersvertrouwen. Reële economische indicatoren zijn onder andere het bbp, de omzet en de vacatures.

Helft van stemmingsindicatoren verslechterd

Begin tweede kwartaal van 2022 verslechterden drie van de zes stemmingsindicatoren. De stemming verslechterde met name over de consumptie en economische ontwikkeling. In mindere mate daalde ook de stemmingsindicator over het financiële vertrouwen in het tweede kwartaal 2022. Het ondernemersvertrouwen en de vacatures verbeterden juist, terwijl deze stemmingsindicatoren in het voorgaande kwartaal nog een verslechtering lieten zien. De stemmingsindicator over exportontwikkeling bleef gelijk.

Alle reële indicatoren verbeterd

De indicatoren over duurzame goederen, mkb-faillissementen en mkb-vacatures verbeterden in het tweede kwartaal van 2022, terwijl deze indicatoren een kwartaal eerder nog verslechterden. Ook de overige reële indicatoren presteerden beter dan in het eerste kwartaal van 2022. Alle indicatoren lagen boven de langjarige trend.

Mkb-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

Bekijk het Conjunctuurdashboard.

Comité adviseert om dienstverlening aan mkb te versterken

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap adviseert om de (semi)publieke dienstverlening aan het midden- en kleinbedrijf te versterken. De grote transities op het terrein van verduurzaming, digitalisering en arbeidsmarkt maken dat het niet alleen belangrijk maar ook urgent is om vooral het “brede” mkb beter te ondersteunen met informatie en advies. Dit schrijft het Comité in het advies Dienstbare dienstverlening aan minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat.

 

Het Comité constateert dat het landschap van private en publieke dienstverlening in de afgelopen jaren sterk is veranderd. In dit stelsel – privaat en publiek, landelijk, regionaal en lokaal – gaat veel goed, maar er is zeker ook ruimte voor verbetering, blijkt uit onderzoek van het bureau KplusV.

 

Volgens het Comité moet de (semi)publieke dienstverlening meer dienstbaar worden aan de behoeften van ondernemers. Meer focus op – de verschillende segmenten binnen – het zogenaamde “peloton”, extra aandacht voor de grote transities. Informatie moet breed beschikbaar zijn, maar er is ook meer persoonlijk advies nodig.

 

Het Comité adviseert de minister om te komen tot een ontwikkelagenda. Er is behoefte aan landelijke afspraken op hoofdlijnen, waarbij ook provincies, gemeenten, brancheorganisaties en andere private partijen worden betrokken. Voor transitiethema’s (digitalisering, verduurzaming en arbeidsmarkt) is een specifieke aanpak nodig. Om het stelsel te versterken stelt het Comité bovendien voor om de kwaliteit vanuit het perspectief van de gebruikers systematisch te meten en een ambitie te formuleren voor het verzamelen en delen van data.

 

Minister Adriaansens heeft het advies aangeboden aan de Tweede Kamer. De inhoudelijke reactie zal na de zomer aan de Tweede Kamer worden gestuurd. Op korte termijn wordt een bestuurlijke bijeenkomst met KvK, RVO en ROM’s georganiseerd om het gecreëerde momentum en positieve energie bij de stakeholders te behouden.

 

Meer informatie:

Paul van Dijk (p.c.h.vandijk@minezk.nl, 06 – 15 47 68 52)

 

Nederlands Comité voor Ondernemerschap

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap zet zich in voor duurzame groei van het mkb en formuleerde daartoe 10 concrete maatregelen voor herstel en groei van het mkb. Het Comité is in 2007 opgericht door het ministerie van EZK, in het begin ter bevordering van microkredieten, later om zich, meer in den brede, in te zetten voor duurzame groei van het mkb. Leden zijn, naast voorzitter Jacques van den Broek, Hare Majesteit Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Meiny Prins en Diederik Laman Trip. Het Comité publiceert sinds 2016 jaarlijks een Staat van het mkb en bracht adviezen uit over mogelijkheden voor herstel en groei van het mkb tijdens en na de coronacrisis. Het Comité ondersteunt initiatieven als Qredits, Stichting MKB-Financiering, NLgroeit en O2LAB.

 

Investeringen in mkb groeien in 2020

In 2020 investeerde het totale bedrijfsleven* ruim 62,7 miljard euro in materiële vaste activa. Dat is 4 procent minder dan een jaar eerder. De daling valt toe te schrijven aan het grootbedrijf, dat ruim 13 procent minder investeerde. Het midden- en kleinbedrijf (mkb) investeerde juist meer dan in 2019 en was met 35,6 miljard euro goed voor meer dan de helft van de investeringen in 2020. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek  op de Staat van het mkb.

De investeringen van het mkb namen met 4 procent toe ten opzichte van 2019, toen werd er 34,2 miljard euro geïnvesteerd. Dit was het vierde jaar op rij waarin de mkb-investeringen toenamen. Het grootbedrijf kampte voor het eerst sinds 2016 met dalende investeringen. In 2019 investeerde het grootbedrijf nog bijna een kwart meer dan een jaar eerder.

Mkb investeert het meest in bedrijfsgebouwen

Het mkb investeerde in 2020 vooral meer in bedrijfsgebouwen. Deze investeringen namen met 1,8 miljard toe (+15 procent) en maakten in 2020 bijna 40 procent van de totale mkb-investeringen uit. Ook in machines en installaties en computers en randapparatuur investeerde het mkb meer dan in 2019. De investeringen in vervoermiddelen daalden daarentegen flink en maakten in 2020 ongeveer 20 procent uit van de totale mkb-investeringen. Een jaar eerder was dit nog ruim een kwart.

Mkb investeert meer dan grootbedrijf
In 2020 was het mkb goed voor 57 procent van de totale investeringen in materiële activa. Dit is meer dan een jaar eerder, toen lag dit percentage nog op 52 procent. In 2013 investeerde het grootbedrijf voor het laatst meer dan het mkb.

In bijna alle investeringsgroepen werd in 2020 meer geïnvesteerd door het mkb dan het grootbedrijf. Met name in bedrijfsgebouwen investeerde het mkb fors meer, namelijk 8,8 miljard euro meer dan in het grootbedrijf. Hiermee deed het mkb bijna driekwart van de totale investeringen in bedrijfsgebouwen. Voor grond-, water- en wegenbouwkundige werken waren de investeringen van het grootbedrijf juist hoger en lagen met 5,3 miljard euro bijna 7 keer hoger dan de mkb-investeringen. Een kwart van de totale investeringen van het grootbedrijf waren in computers en randapparatuur, dit was met 6,8 miljard euro de grootste investering van het grootbedrijf. Het mkb investeerde met 7,2 miljard euro wel meer.

Het kleinbedrijf was goed voor 48 procent van de totale mkb investeringen

In 2020 werd 52 procent van de mkb-investeringen gedaan door het middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen), voor het kleinbedrijf (0 tot 50 werkzame personen) was dit 48 procent. Het middenbedrijf investeerde het meest in bedrijfsgebouwen, gevolgd door vervoermiddelen. Het kleinbedrijf deed vooral investeringen in bedrijfsgebouwen en computers en randapparatuur.

Bekijk de cijfers over investeringen op MKB-StatLine

*(excl. financiële instellingen, agrarische sector, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie.)

Recordaantal openstaande mkb-vacatures in eerste kwartaal 2022

Aan het einde van het eerste kwartaal 2022 stond er een recordaantal van 249 duizend vacatures open in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Tijdens het begin van de coronapandemie nam het aantal openstaande vacatures af, maar sinds het tweede kwartaal van 2021 werden recordhoogtes bereikt. Eerder piekte het aantal openstaande vacatures in het eerste kwartaal nog op 157 duizend in 2019. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

Het aantal openstaande vacatures steeg begin 2022 harder binnen het mkb dan het grootbedrijf; het aantal mkb-vacatures nam met 82 procent toe en voor het grootbedrijf was de stijging 78 procent ten opzichte een jaar eerder. In het eerste kwartaal van 2021 nam het aantal mkb-vacatures ook al flink toe, terwijl dit aantal binnen het grootbedrijf juist daalde ten opzichte van een jaar eerder. Begin 2020 zat Nederland in de eerste lockdown vanwege de coronapandemie en nam met name het aantal mkb-vacatures fors af.

In het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) namen de openstaande vacatures relatief het meeste toe ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 en verdubbelde bijna tot ruim 91 duizend vacatures. Ook in het microbedrijf (0 tot 10 werkzame personen) en middenbedrijf  (50 tot 250 werkzame personen) was de stijging fors met respectievelijk ruim 67 en 81 procent.

Ruime verdubbeling mkb-vacatures in handel, vervoer en horeca

In alle bedrijfstakken binnen het mkb groeide het aantal openstaande vacatures ten opzichte van hetzelfde kwartaal in 2021 en 2020. Daarmee zijn het aantal openstaande vacatures nu in alle sectoren ruim boven de aantallen van het eerste kwartaal van 2019, voor de coronamaatregelen. Binnen de handel, vervoer en horeca was de toename het grootst en nam het aantal vacatures ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 met 51 duizend vacatures ruim 125 procent toe. Ten opzichte van het eerste kwartaal 2019 gaat dit met bijna 38 duizend vacatures om een toename van ruim 73 procent.

090

Vacaturegroei in gezondheids- en welzijnszorg relatief groter in mkb

In de meeste bedrijfstakken was de relatieve groei van het aantal openstaande vacatures ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 kleiner in het mkb dan in het grootbedrijf. In de gezondheids- en welzijnszorg was de toename van het aantal openstaande mkb-vacatures juist groter, bijna 70 procent tegenover ruim 50 procent voor het grootbedrijf. In absolute aantallen was de groei wel hoger in het grootbedrijf; daar steeg het aantal vacatures met bijna 15 duizend, terwijl de toename binnen het mkb bijna 8 duizend was.

Bekijk hier de cijfers over de vacatures in het mkb.

Aantal startende ondernemers met migratieachtergrond neemt toe

In 2020 nam het aantal startende ondernemers in Nederland iets toe ten opzichte van een jaar eerder en kwam uit op ruim 199 duizend. Hiervan had ruim 36 procent een migratieachtergrond.  Dit aandeel steeg over de jaren, in 2010 had nog geen kwart een migratieachtergrond. Het merendeel van de starters met een migratieachtergrond in 2020 was Niet-westers. Dit meldt het CBS op de Staat van het mkb.

In 2020 lag het totale aantal startende ondernemers in Nederland bijna 20 procent hoger dan in 2010. Deze stijging valt vooral toe te schrijven aan starters met een migratieachtergrond, dit aantal steeg van bijna 41 duizend tot ruim 72 duizend in 2020. Dat komt met name doordat het aantal ondernemers met een Niet-westerse achtergrond dat een onderneming startte in Nederland meer dan verdubbelde. Vooral het aantal starters met een Marokkaanse en Turkse achtergrond steeg flink. Ook zijn er ruim 41 procent meer starters met een Westerse migratieachtergrond dan in 2010. Een soortgelijke groei van het aantal starters met een Nederlandse achtergrond bleef uit, maar dit aantal lag met ruim 126 duizend in 2020 wel een stuk hoger.

Meeste starters met migratieachtergrond Europees

In 2020 was het hoogste aantal startende ondernemers in Nederland met een migratieachtergrond afkomstig uit Europa, ruim 44 procent. Dit percentage is licht gedaald ten opzichte van 2010, toen was bijna 47 procent van de starters met migratieachtergrond Europees. De startende ondernemer met een Europese migratieachtergrond kwam in 2020 het vaakst uit Turkije, gevolgd door de Polen en Duitsland. Samen waren deze drie landen goed voor bijna de helft van de startende ondernemers met een Europese migratieachtergrond.

Na Europa waren starters met een migratieachtergrond het vaakst afkomstig uit Azië, namelijk bijna 20 procent. In 2010 was dit nog ongeveer een kwart. Hoewel het aantal starters met een Aziatische achtergrond wel degelijk toenam over de jaren, nam met name het aantal starters uit overige werelddelen harder toe. Hierdoor nam het Aziatische aandeel in het totale aantal starters met een migratieachtergrond af. In zowel 2020 als 2010 was Indonesië het grootste Aziatische land van herkomst.

Veel Marokkaanse starters in Nederland

Ruim 18 procent van de startende ondernemers met een migratieachtergrond was in 2020 Amerikaans. Dit percentage is over de jaren nagenoeg gelijk gebleven. In 2020 was bijna de helft hiervan afkomstig uit Suriname. Het aantal starters met een Afrikaanse achtergrond verdrievoudigde bijna ten opzichte van 2010, waardoor zij bijna 17 procent van alle starters met een migratieachtergrond uitmaakten. Hiervan was met bijna 8000 starters de meerderheid afkomstig uit Marokko.

Bekijk hier cijfers over startende ondernemers naar migratieachtergrond

Aantal mkb-faillissementen licht afgenomen

In het eerste kwartaal van 2022 werden 368 mkb-bedrijven failliet verklaard binnen de business economy. Dit is het laagste aantal faillissementen in het eerste kwartaal sinds het begin van deze meting in 2011. Het aantal faillissementen is licht gedaald ten opzichte van dezelfde periode voorgaand jaar. Toen werden er 376 mkb-bedrijven failliet verklaard. Bij de faillissementen in het eerste kwartaal 2022 waren 1128 werkzame personen betrokken, tegenover 1157 betrokkenen een jaar eerder. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het mkb.

  • Ruim 60 procent van de faillissementen in het eerste kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met 1 werkzaam persoon.
  • De meeste faillissementen vonden plaats binnen de handel en de bouwnijverheid. Deze branches waren samen goed voor bijna 45 procent van de faillissementen binnen het mkb.
  • Ruim 30 procent van de faillissementen in het eerste kwartaal van 2022 betrof een bedrijf met 2 -10 werkzame personen.
  • Ten opzichte van het eerste kwartaal 2021 nam het aantal faillissementen toe bij de verhuur en handel van onroerend goed (+10), industrie (+8) en verhuur en overige zakelijke diensten ( +7).
  • Bijna 80 procent van de gefailleerde mkb-bedrijven bestond nog geen 10 jaar. Hiervan bestond ongeveer 30 procent nog geen drie jaar.

 

 

Bekijk hier de (voorlopige) cijfers over de bedrijfsleeftijd, bedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

Online vergaderen in het mkb met 41 procent toegenomen

In 2020 nam het aantal online vergaderingen bij 41 procent van de mkb-bedrijven (2 tot 250 werkzame personen) toe ten opzichte van een jaar eerder.In het grootbedrijf (250 of meer werkzame personen) lag dit aandeel een stuk hoger, 97 procent vergaderde in 2020 vaker online. Deze percentages zijn geheel of gedeeltelijk te wijten aan de coronacrisis. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van voorlopige cijfers op de Staat van het mkb.

Van de middenbedrijven (50 tot 250 werkzame personen) zag 89 procent het aantal online vergaderingen toenemen in 2020. Bij bijna driekwart van de middenbedrijven was dit volledig te wijten aan de coronacrisis. Van de microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) vergaderde 67 procent vaker online in 2020, voor het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) lag dit percentage op 34 procent. Bij beide groepen was dit voor het grootste gedeelte volledig te wijten aan corona.

Lichte toename ICT-incidenten door externe oorzaken

In 2020 was er bij 22 procent van de grootbedrijven sprake van een cyberaanval van buitenaf. In 2019 lag dit percentage op 16 procent. De cyberaanvallen zorgden voor het uitvallen van ICT-diensten, maar ook voor onthulling en vernietiging van gegevens.

Veiligheidsincidenten met een interne oorzaak kwamen vaker voor dan incidenten door aanvallen van buitenaf. Het uitvallen van een ICT-dienst door een interne oorzaak kwam bij 41 procent van de grootbedrijven voor. Dit percentage daalde ten opzichte van het jaar ervoor. Het uitvallen van een ICT-dienst door een aanval van buitenaf, steeg daarentegen met 4 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.

Klik hier voor meer cijfers over het ICT-gebruik bij mkb-bedrijven naar bedrijfstak en bedrijfsgrootte

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is opgericht door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om ondernemerschap te stimuleren en het groeipotentieel van het midden- en kleinbedrijf te versterken. Het Comité heeft een onafhankelijke rol in het monitoren, onderzoeken en duiden van trends en ontwikkelingen voor het midden- en kleinbedrijf en het doen van aanbevelingen.

Het Comité presenteert elk najaar de trendanalyse Jaarbericht Staat van het mkb. In de afgelopen jaren bracht het Comité aan het kabinet adviezen uit over herstel en groei van het mkb. De voorstellen zijn gericht op verbetering van de toegang tot financiering, toegang tot talent en versterking van het ondernemerschap.

Het Comité bestaat uit Meiny Prins, Eva Beekman-Sillen, Hare Majesteit de Koningin Máxima, Jacques van den Broek (voorzitter), Barbara Baarsma en Diederik Laman Trip.