Begin 2021 meer oprichtingen dan opheffingen in het mkb

Begin 2021 werden er bijna 57 duizend bedrijven opgericht. Daarmee is het aantal oprichtingen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar nagenoeg hetzelfde gebleven. Het aantal opgerichte bedrijven was in het eerste kwartaal van 2021 aanzienlijk hoger dan het aantal bedrijfsopheffingen (ruim 30 duizend) in dezelfde periode. Alle oprichtingen en opheffingen betroffen een mkb-onderneming. Dat meldt het CBS op het Staat van het MKB. Het huidige artikel dient als een verdieping op “Minder bedrijven opgeheven in het eerste kwartaal 2021”.

Het grootste gedeelte van het totaal aantal oprichtingen betrof een bedrijf met één of minder werkzame personen (92 procent). In het afgelopen jaar was dit aandeel nagenoeg gelijk. Verder werden er in het eerste kwartaal van 2021 bijna 4,5 duizend bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen en 55 bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen opgericht. De meeste bedrijfsoprichtingen waren te vinden in de detailhandel (geen winkel of markt), namelijk 7270.

30 duizend opheffingen

Er werden meer dan 30 duizend bedrijven opgeheven in het eerste kwartaal van 2021. Dat zijn er ruim 9 duizend minder dan in het eerste kwartaal van 2020. Het aantal bedrijfsopheffingen met meer dan één werkzame persoon was het eerste kwartaal van 2021 met 4 655 iets lager dan in hetzelfde kwartaal van 2020 (5060). Daarmee steeg het aandeel bedrijfsopheffingen met meer dan één werkzame persoon van 13 naar 15 procent. In totaal betroffen 4 370 opheffingen een bedrijf met 2 tot 10 werkzame personen, 245 een bedrijf met 10 tot 50 werkzame personen en 45 een bedrijf met 50 tot 250 werkzame personen. De meeste bedrijfsopheffingen waren te vinden bij de detailhandel (geen winkel of markt), namelijk 2445, en de managementadviesbureaus, namelijk 2340.

Bekijk de cijfers over oprichtingen en opheffingen in het mkb.

Aantal faillissementen in het MKB neemt verder af

In het eerste kwartaal van 2021 werden 375 MKB-bedrijven failliet verklaard. Dit is minder dan de helft van het aantal faillissementen in dezelfde periode voorgaand jaar. Toen werden er 759 MKB-bedrijven failliet verklaard. Bij de faillissementen in het eerste kwartaal 2021 waren 1159 werkzame personen betrokken. Dat is ongeveer een vierde van het aantal betrokkenen bij een faillissementen begin 2020. Verhoudingsgewijs waren er in het eerste kwartaal van 2021 dus minder werkzame personen betrokken bij een faillissement dan in dezelfde periode voorgaand jaar. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen viel sinds het begin van de huidige meetmethode in 2011 niet eerder zo laag uit. Halverwege 2013 piekte het aantal faillissementen nog op 2080, waarna het aantal gefailleerde bedrijven over de jaren daalde. Vanaf 2018 tot en met het tweede kwartaal van 2020 bleef het aantal faillissementen redelijk stabiel. Sindsdien neemt het aantal failliet verklaarde bedrijven elk kwartaal fors af. Dit is niet los te zien van het noodpakket waarmee de overheid bedrijven in coronatijd ondersteunt.

Faillissementen minst gedaald in bouwnijverheid

Hoewel de meeste bedrijven (96) failliet gingen in de handel, is dit aantal ten opzichte van het eerste kwartaal 2020 meer dan gehalveerd. Het aandeel in het totaal aantal faillissementen bleef wel nagenoeg gelijk, namelijk 26 procent. Dit betekent dat het aantal faillissementen binnen de handel en op totaalniveau procentueel gezien ongeveer evenveel afnamen.

Na de handelssector gingen binnen de bouwnijverheid de meeste MKB-bedrijven failliet, namelijk 80. De procentuele afname ten opzichte van dezelfde periode voorgaand jaar was binnen deze branche het minst groot van alle te onderscheiden branches. Binnen de industrie was de afname van het aantal faillissementen daarentegen met 71 procent relatief gezien groot. Binnen geen enkele branche nam het aantal faillissementen toe.

Bijna 74 procent gefailleerde bedrijven bestond nog geen 10 jaar

De gemiddelde leeftijd van het totaal aantal failliet verklaarde bedrijven in het eerste kwartaal 2021 was bijna 9 jaar. Van de gefailleerde bedrijven bestonden 277 bedrijven (bijna 74 procent) nog geen 10 jaar. Hiervan waren 100 bedrijven jonger dan 3 jaar.

Meer dan de helft van de gefailleerde MKB-bedrijven was een bedrijf met 1 werkzaam persoon. Ongeveer 36 procent van de faillissementen betrof bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen en de overige bedrijven betroffen met name bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen.

Bekijk hier de cijfers over de bedrijfsleeftijdbedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

Merendeel van de horecabedrijven ziet de omzet dalen in vierde kwartaal 2020

Op MKB-Statline zijn nieuwe cijfers over het aantal bedrijven met een stijgende en dalende omzet in 2020 gepubliceerd. De cijfers geven aan bij welk percentage van de ondernemers de omzet is gestegen, dan wel gedaald ten opzichte van hetzelfde kwartaal in het voorgaande jaar. Een opvallende bedrijfstak is de horeca met 56 procent per saldo meer dalers t.o.v. stijgers in het vierde kwartaal 2020. Bij de andere bedrijfstakken was dit verschil lang niet zo groot.

In het laatste kwartaal van 2020 was het percentage horecabedrijven met een omzetdaling ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, relatief hoog. Zo daalde bij 78 procent van de horecabedrijven de omzet en behoorde 66 procent van de horecabedrijven tot de snelle dalers. Snelle dalers zijn de bedrijven waarvan de omzet met meer dan 20 procent is gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Meer dan 1 op de vijf horecabedrijven (22 procent) zag de omzet stijgen.

Hoogste percentage horecabedrijven met omzetdaling in tweede kwartaal 2020

Ook in de andere kwartalen van 2020 zag het merendeel van de horecabedrijven de omzet dalen. Dit percentage was met 82 procent het hoogste in het tweede kwartaal van 2020. Toen werden de verscherpte maatregelen om het corona-virus tegen te gaan aangekondigd en moesten eet- en drinkgelegenheden en logiesverstrekkingen worden gesloten. 72 procent van de horecabedrijven met 1 of meer werkzame personen behoorde in deze periode dan ook tot de snelle dalers. Bij de horecabedrijven met 1 werkzame persoon lag dit percentage lager. Bij deze bedrijven zag 77 procent de omzet dalen in het tweede kwartaal 2020 en behoorde 68 procent tot de snelle dalers.

Bekijk hier de cijfers over de omzetontwikkeling 

 

Verbetering conjunctuurbeeld MKB zet begin 2021 door

Begin 2021 liet het conjunctuurbeeld van het MKB een positieve ontwikkeling zien ten opzichte van eind 2020. Negen conjunctuurindicatoren verbeterden ten opzichte van het vierde kwartaal 2020, toen waren dit er nog zeven. Het toegenomen financiële vertrouwen en de optimistische verwachtingen over de exportontwikkelingen droegen onder andere bij aan een positiever beeld begin 2021. Wel was er nog steeds sprake van laagconjunctuur, waarbij het conjunctuurbeeld zich onder de trend bevindt. Dit blijkt uit de vandaag gepubliceerde MKB-conjunctuurklok.

Stemmingsindicatoren verbeterd

De conjunctuurindicatoren kunnen worden onderverdeeld in stemmingsindicatoren en reële indicatoren. Alle zes de stemmingsindicatoren namen in het eerste kwartaal 2021 toe ten opzichte van voorgaand kwartaal. Voorgaand kwartaal daalden het financieel vertrouwen, de verwachtingen over de consumptie en de economische ontwikkeling nog. Hoewel deze indicatoren positief omsloegen bevonden zij zich nog wel onder de trend. Het ondernemersvertrouwen, de stemming over de exportontwikkeling en de verwachte ontwikkeling van vacatures verbeterden net als voorgaand kwartaal. Deze indicatoren bleven ondanks de verbetering in hetzelfde kwadrant.

Drie reële indicatoren verslechterd

De reële indicatoren lieten begin 2021 een gevarieerder beeld zien, waarbij drie van de zes indicatoren verbeterden ten opzichte van het vierde kwartaal 2020. Deze indicatoren geven de stand op basis van het afgelopen kwartaal weer. Het BBP liet voor het eerst een verbetering zien. De hogere omzet van het MKB en het verminderde aantal faillissementen zorgden voor een verbetering ten opzichte van voorgaand kwartaal. Het aantal faillissementen bevond zich hierbij als enige indicator boven de trend. Waar de consumptie van duurzame goederen zich voorgaand kwartaal nog positief ontwikkelde tot boven trendniveau, daalde deze indicator dit kwartaal en kwam weer onder de trend uit. Ook het aantal vacatures verslechterde begin 2021 en het volume van de binnenlandse consumptie ontwikkelde zich nog verder in negatieve richting.

Bekijk het Conjunctuurdashboard

MKB-conjunctuurklok toegelicht

De conjunctuurklok is verdeeld in vier kwadranten. In de bovenste twee kwadranten staan de indicatoren hoger dan hun trendniveau. In de onderste twee kwadranten staan de indicatoren onder hun trendniveau. De twee kwadranten aan de rechterkant geven een verbetering ten opzichte van het voorgaande kwartaal aan. De twee kwadranten aan de linkerkant een verslechtering. Het meest positieve kwadrant (rechtsboven) wordt aangegeven met een zonnetje en het meest negatieve kwadrant (linksonder) met een regenbui. De tussenliggende kwadranten worden aangegeven met een wolk voor de zon.

De MKB-conjunctuurklok is door het CBS ontwikkeld in het kader van het programma De Staat van het MKB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en het Nederlands Comité voor Ondernemerschap. Begin mei 2017 werd de MKB-conjunctuurklok voor het eerst gepubliceerd. De update voor het tweede kwartaal van 2021 wordt begin juni 2021 verwacht.

 

Behoefte mkb aan nieuwe externe financiering blijft op hetzelfde niveau

Tussen juli 2019 en juli 2020 had 22 procent van alle mkb-bedrijven behoefte aan nieuwe externe financiering. Zowel dit aandeel als de slaagkans van een financieringsaanvraag waren vergelijkbaar met een jaar eerder. Het bedrag van de aanvraag was evenwel een stuk lager. Vier op de vijf bedrijven die daadwerkelijk een aanvraag deden, kregen de financiering (deels) toegekend. Bij ruim 17 procent van de bedrijven die in deze periode een financiering kregen toegekend, was deze bedoeld voor overbrugging van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Dat meldt het CBS in de derde editie van de Financieringsmonitor. In dit bericht blijft het gebruik van financiële coronaregelingen van de overheid buiten beschouwing.

Voor dit onderzoek is een enquête gehouden onder bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen in de business economy1 over nieuwe externe financiering2 in de periode juli 2019 tot juli 2020. Van deze bedrijven ervoer 57 procent belemmeringen in hun bedrijfsvoering vanwege het coronavirus. In die groep had 29 procent behoefte aan nieuwe externe financiering. Cijfers over de financieringsbehoefte vanaf juli 2020 zijn nog niet beschikbaar.

Van de bedrijven met een financieringsbehoefte verkende 80 procent de mogelijkheden, voor 8 procent van de bedrijven waren de financieringsmogelijkheden al bekend. Van al deze bedrijven deed 59 procent daadwerkelijk een financieringsaanvraag. Daarvan was 79 procent succesvol. Dit betekent dat 23,8 duizend bedrijven het aangevraagde bedrag geheel of ten dele kregen.

Onroerend goed en overbrugging coronavirus belangrijkste financieringsdoelen

Van de bedrijven met een (deels) succesvolle aanvraag wilde één op de vijf onroerend goed financieren. Van de succesvolle financieringsaanvragen in de periode juli 2019­–juli 2020 was 17 procent gericht op het overbruggen van een moeilijke periode vanwege het coronavirus. Met name in de handel, vervoer en horeca was dit een veel voorkomend financieringsdoel. Tegelijkertijd is het coronavirus voor sommige bedrijven juist aanleiding om af te zien van nieuwe externe financiering. Vanwege de onzekerheid rondom het coronavirus lijkt het erop dat bedrijven huiverig zijn om nieuwe verplichtingen aan te gaan of mogelijk denken de financiering niet rond te krijgen. Belemmeringen als gevolg van het coronavirus spelen overigens pas vanaf 2020. Bij 15 procent van de geslaagde aanvragen was bedrijfsuitbreiding het financieringsdoel. Dit speelt vooral bij middenbedrijf en grootbedrijf.

Bedrijven zoeken lager financieringsbedrag

Het doorsnee bedrag aan nieuwe externe financiering dat mkb-bedrijven aanvroegen, was 100 duizend euro, dat is duidelijk lager dan in de periode van juli 2018 tot juli 2019. Dat bedrag was toen 173 duizend euro. Doorsnee wil zeggen dat de helft van de bedrijven een lager bedrag zocht en de andere helft een hoger bedrag. Deze afname wordt veroorzaakt door microbedrijven3. Het bedrag dat zij zochten is gehalveerd.

Gemiddelde slaagkans laagst bij ICT-sector

De slaagkans voor een financieringsaanvraag hangt samen met de omvang en de leeftijd van een bedrijf. Zo was de slaagkans in het microbedrijf 77 procent, en dit loopt op tot 88 procent voor het middenbedrijf. In de ICT-sector had slechts 55 procent van de bedrijven een (deels) succesvolle financieringsaanvraag. Bedrijven in ICT of zakelijke dienstverlening kunnen financiers minder onderpand bieden dan bijvoorbeeld bouw- of onroerend goedbedrijven. Oudere bedrijven hebben meestal een reputatie en middelen opgebouwd, waardoor het verstrekken van financiering minder risicovol is.

De Financieringsmonitor

De Financieringsmonitor wordt bekostigd door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de monitor is om een overzichtelijk beeld te geven van de Nederlandse markt voor nieuwe externe financiering van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf. Daarvoor zijn bedrijven geënquêteerd over hun zoektocht naar financiering en wordt een schets gegeven van recente ontwikkelingen op de Nederlandse externe financieringsmarkt. In deze derde editie van de Financieringsmonitor is ook stilgestaan bij de gevolgen van het coronavirus voor bedrijven, en in het bijzonder voor de externe financiering.

De Financieringsmonitor bestaat uit drie onderdelen. De voornaamste uitkomsten worden beschreven in het onderzoeksrapport. Het dashboard geeft op interactieve wijze meer detailinformatie. Ten slotte worden de analysedata die voortkomen uit de monitor beschikbaar gesteld aan gebruikers van de microdatafaciliteit van het CBS. Deze gebruikers kunnen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gepseudonimiseerde gegevens op persoons- of bedrijfsniveau. Zo kunnen ook anderen onderzoek doen naar de financierbaarheid van het midden- en kleinbedrijf.

Toelichting

1)      Business economy

De term business economy wordt internationaal het meest gebruikt om het mkb af te bakenen. De business economy telt de overheidssector niet mee. Ook de agrarische sector, financiële dienstverlening, onderwijs, zorg, cultuur, sport en recreatie, belangen- en hobby-verenigingen en overige persoonlijke dienstverlening worden niet tot de business economy gerekend.

Midden- en kleinbedrijf (mkb)

Tot het mkb behoren ondernemingen met minder dan 250 werkzame personen. In de Financieringsmonitor wordt ook een ondergrens gehanteerd van 2 werkzame personen. Binnen het mkb wordt een onderverdeling gemaakt naar drie onderliggende grootteklassen: het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen), kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) en middenbedrijf (50 tot 250 werkzame personen).

2)      Financiering

Het gaat hierbij om vreemd vermogen of om eigen vermogen dat buiten het bedrijf, of buiten het eigen geld van de ondernemer, wordt gezocht.

3)      Omdat het microbedrijf ruim vier vijfde van het mkb in de business economy beslaat, zijn de resultaten in de monitor sterk beïnvloed door de uitkomsten voor deze grootteklasse.

Bronnen

Rapport Financieringsmonitor 2020

Dashboard Financieringsmonitor 2020

Relevante links

Nieuwsbericht

Vragen en antwoorden coronacrisis

Microdatafaciliteit CBS 

 

 

Recordaantal opheffingen en oprichtingen in het MKB in 2020

In 2020 zijn er ruim 208 duizend bedrijven opgericht. Hiermee is het recordaantal opgerichte bedrijven (sinds het begin van de meetmethode in 2007) van 2019 verbroken. Toen waren er ruim 207 duizend oprichtingen. Tegenover het hoogste aantal oprichtingen staat ook het hoogste aantal opheffingen. Voor lange tijd vonden de meeste opheffingen plaats in 2012 (ongeveer 127 duizend). Met ruim 140 duizend opheffingen zijn dit er voor het eerst sinds 2012 nu meer. Alle oprichtingen en opheffingen betroffen MKB-bedrijven. Dit meldt het CBS in de Staat van het MKB.

Grootste toename oprichtingen binnen detailhandel

In 2020 werden er fors meer detailhandelsbedrijven opgericht dan in 2019, ruim 7 duizend meer. Dit betrof met name webwinkels. Binnen de meeste bedrijfstakken werden juist minder bedrijven werden opgericht; in zowel de bouwnijverheid als de gezondheids- en welzijnszorg zelfs zo’n 1000 bedrijven minder. Ook bedrijfstakken waar het aantal oprichtingen veel lager ligt laten forse afnames zien. Zo werden er bijna de helft minder waterbedrijven en afvalbeheerbedrijven opgericht en ongeveer 29 procent minder bedrijven binnen de tak openbaar bestuur en overheidsdiensten.

Hoogste aantal opheffingen ooit in 2020

In 2020 werden ruim 140 duizend bedrijven opgeheven. Dit zijn ruim 25 duizend opheffingen meer dan in 2019 en bovendien het hoogste aantal opheffingen sinds het begin van de meetmethode in 2007. Bijna de helft van deze toename valt te wijten aan een stijging van het aantal opheffingen binnen de sector specialistische zakelijke diensten. Ook binnen de handelssector en de informatie- en communicatiesector nam het aantal opheffingen ten opzichte van 2019 toe. De meeste bedrijven werden opgeheven in de sector specialistische zakelijke diensten (24%) en de handelssector (16%).

Oprichtingen en opheffingen met name bedrijven met één werkzaam persoon

In 2020 betrof 92 procent van de oprichtingen een bedrijf met één werkzaam persoon. De overige oprichtingen waren bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen. Ook de opheffingen betroffen met name bedrijven met 1 werkzaam persoon (bijna 89 procent). Ruim 10 procent betrof bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen en minder dan 1 procent betrof bedrijven met 10 tot 250 werkzame personen.

Bekijk hier de cijfers over oprichtingen en opheffingen.

ICT-incidenten in het MKB, 2019

In 2019 kreeg 30 procent van de bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen te maken met een ICT-veiligheidsincident. ICT-veiligheidsincidenten betreffen zowel onbedoelde incidenten als incidenten door een aanval van kwaadwillenden. Bij 7 procent van de bedrijven betroffen één of meerdere ICT-veiligheidsincidenten een aanval van buitenaf. Bovengenoemde percentages geven geen verandering weer ten opzichte van 2018. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van voorlopige cijfers op de Staat van het MKB.

Middenbedrijven (50 tot 250 werkzame personen) kregen in 2019 relatief gezien het vaakst te maken met ICT-veiligheidsincidenten. Wel lag het aandeel lager dan in 2018. Voor minder dan de helft van de middenbedrijven die te maken hadden met een ICT-incident waren hier kosten aan verbonden. Binnen het microbedrijf (2 tot 10 werkzame personen) vonden de minste ICT-veiligheidsincidenten plaats.

Bij 12 procent van de middenbedrijven is in 2019 een ICT-incident voorgevallen dat veroorzaakt werd door een aanval van buitenaf. Het aandeel van het microbedrijf lag hier een stuk lager: 6 procent van de microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) stuitte op een incident veroorzaakt door een aanval van buitenaf. Voor het kleinbedrijf (10 tot 50 werkzame personen) lag dit aandeel op negen procent.

Uitval ICT-dienst meest voorkomende ICT-incident

In 2019 was veruit het meest voorkomende ICT-veiligheidsincident de uitval van een ICT-dienst door bijvoorbeeld een storing in hardware of software. Dit kwam bij 27 procent van de MKB-bedrijven voor. Voor bijna één derde van MKB-bedrijven die hiermee te maken had, waren hier kosten aan verbonden.

De overige ICT-veiligheidsincidenten komen een stuk minder vaak voor. Een aanval van buitenaf leidde bij 5 procent van de MKB-bedrijven tot uitval van een ICT-dienst en in 2 procent van de gevallen tot vernietiging van data. Overige oorzaken zijn vernietiging van data door bijvoorbeeld een storing (4 procent) en onthulling van gegevens door een ICT-inbraak (2 procent) of een intern incident (2 procent).

Bekijk hier de cijfers over ICT-incidenten in het MKB.

Historisch laag aantal faillissementen in het MKB, vierde kwartaal 2020

Sinds 2011 waren er niet eerder zo weinig faillissementen als in het vierde kwartaal 2020. In totaal werden er 472 bedrijven in het MKB failliet verklaard, dat zijn 301 faillissementen minder dan in dezelfde periode vorig jaar (-40%). Het merendeel van de faillissementen betrof een bedrijf met één werkzaam persoon (252 faillissementen), gevolgd door bedrijven met twee tot tien werkzame personen (180 faillissementen). Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op de Staat van het MKB.

Het aantal faillissementen in het vierde kwartaal was in de laatste 10 jaar niet eerder zo laag. In het vierde kwartaal van 2013 gingen de meeste MKB-bedrijven failliet, namelijk 1 803. In de jaren daarop daalde het aantal faillissementen gestaag tot 686 in het vierde kwartaal van 2017. Na een stijging in 2018 en 2019 zakt het aantal faillissementen in het vierde kwartaal 2020 tot het laagste aantal sinds 2011.

Meeste faillissementen in de handel

De meeste faillissementen (106) vielen in de handel. In dezelfde periode vorig jaar, het vierde kwartaal 2019, waren er in deze bedrijfstak bijna twee keer zoveel faillissementen, namelijk 210. Waar het aandeel in het totaal aantal faillissementen toen 27 procent was, is dit in het vierde kwartaal van 2020 nog 22 procent. Dit komt doordat het totaal aantal faillissementen minder hard daalde dan het aantal faillissementen in de handel. Van de faillissementen in de handel betrof bijna de helft een bedrijf in de groothandel en handelsbemiddeling (49 faillissementen). De andere helft betrof een bedrijf in de detailhandel (niet in auto’s; 48 faillissementen).

Ook in de bouwnijverheid vielen relatief veel faillissementen. In het vierde kwartaal van 2020 waren dat 100 bouwbedrijven, dat zijn 43 bouwbedrijven minder dan in het vierde kwartaal een jaar eerder.

Sterkste daling in handel en specialistische zakelijke diensten

In vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, nam het aantal faillissementen het sterkste af in de handel. Ook in de specialistische zakelijke diensten nam het aantal faillissementen sterk af tot 60 faillissementen in het vierde kwartaal 2020, dat zijn er 47 minder dan een jaar eerder.

In geen enkele branche nam het aantal faillissementen toe.

Bedrijfsleeftijd en betrokken personen

Van de failliet verklaarde bedrijven in het vierde kwartaal van 2020 bestond meer dan 28 procent nog geen drie jaar. Dat waren 134 bedrijven. De gemiddelde leeftijd van het totaal aantal failliet verklaarde bedrijven was bijna 9 jaar.

Bij de 472 faillissementen in het vierde kwartaal 2020 waren 1741 werkzame personen betrokken. Dat is bijna 65 procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar, toen waren er 4901 werkzame personen betrokken bij een faillissement.

Bekijk hier de cijfers over de bedrijfsleeftijdbedrijfstak en bedrijfsgrootte van de failliet verklaarde bedrijven in Nederland.

Wekelijkse faillissementen tot en met week 53 van 2020

In week 53 zijn 32 bedrijven en instellingen (incl. eenmanszaken) failliet verklaard, meldt het CBS. Dat zijn er evenveel als een week eerder, toen werden er ook 32 bedrijven failliet verklaard. Het grootste aantal faillissementen betrof een bedrijf of instelling (incl. eenmanszaken) met 1 werkzaam persoon.

Het CBS brengt tijdens de coronacrisis wekelijks de ontwikkeling van het aantal door rechtbanken uitgesproken faillissementen in beeld. Doorgaans zullen de cijfers op donderdag 12.00 uur gepubliceerd worden. De Staat van het MKB houdt u op de hoogte.

In de 53 weken van 2020 zijn 3212 bedrijven en instellingen (incl. eenmanszaken) failliet verklaard. Dat zijn er 573 minder dan in dezelfde periode van 2019, toen stond de teller op 3785.

Het hoogste aantal faillissementen bij bedrijven met 1 werkzaam persoon

In week 53 van 2020 betrof 53 procent van de faillissementen een bedrijf en instelling (incl. eenmanszaken) met 1 werkzaam persoon. In totaal waren dat 17 faillissementen. Daarnaast waren er 12 faillissementen in de bedrijfsgrootte 2 tot 10 werkzame personen en 1 in de bedrijfsgrootte 10 tot 50 werkzame personen.

Meeste faillissementen in detailhandel

De detailhandel had van alle onderscheiden branches de meeste faillissementen, namelijk 11. Dat zijn er 10 meer dan in week 52. Verder zijn in de groothandel 6 bedrijven failliet gegaan, 1 meer dan in de voorgaande week. In de bouwnijverheid zijn 4 bedrijven failliet gegaan, 3 meer dan in week 52.

Samenvatting week 52

Een week eerder, week 52 van 2020, werden er in totaal 32 faillissementen uitgesproken. Dat zijn 16 faillissementen minder dan een week eerder. Het merendeel (15 faillissementen) betrof een bedrijf en instelling (incl. eenmanszaak) met 1 werkzaam persoon. Verder werden er deze week nog 12 bedrijven en instellingen (incl. eenmanszaken) met 2 tot 10 werkzame personen en 4 met 10 tot 50 werkzame personen failliet verklaard.

In week 52 vonden de meeste faillissementen plaats in de groothandel (5 faillissementen).  

Tussen de aanvraag en het uitspreken van een faillissement kunnen enkele weken zitten. Vanaf week 14 houden de rechtbanken de rekesten (als een andere partij de rechter verzoekt om een bedrijf failliet te laten verklaren) voor ten minste vier weken aan, tenzij er sprake is van spoed. Daarnaast is door het kabinet een noodpakket voor economie en banen opgezet om bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen. De cijfers in dit artikel zijn voorlopig en worden wekelijks bijgesteld.

Bekijk hier de cijfers over wekelijkse faillissementen.

Nieuwe tabel bedrijvendynamiek MKB

Deze maand is er op MKB-StatLine een nieuwe tabel verschenen met cijfers over de bedrijvendynamiek en overleving van bedrijven in het midden- en kleinbedrijf en de werkgelegenheidseffecten daarvan.

In de nieuwe tabel is het mogelijk om de oprichtingen en opheffingen van bedrijven te relateren aan de totale bedrijvenpopulatie. Dit wordt de “Churn rate” genoemd of te wel de verversingsgraad van de bedrijvenpopulatie. Ook wordt de overleving van de pas opgerichte bedrijven in 3 en 5 jaar na oprichting weergegeven. De gegevens zijn beschikbaar vanaf 2011 en kunnen worden uitgesplitst naar bedrijfstakken.

Bekijk de nieuw tabel: Bedrijvendynamiek MKB; overleving, bedrijfstakken (SBI 2008)